§5.1 Handel en opkomst van steden

§5.1 Woonplaats en werkplaats
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§5.1 Woonplaats en werkplaats

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk (volgende week)
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 1 t/m 5 van §5.1
Lezen  §5.1

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe in Europa een landbouwstedelijke samenleving ontstond
- Hoe de economie zich ontwikkelde
- Hoe ambachtslieden samenwerkte
- Hoe handelssteden samenwerkte

Slide 3 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 4 - Tekstslide

Middeleeuwse stad
Je gaat zo een middeleeuwse stad zien
Wat is er in maps te zien?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Kaart

Slide 7 - Link

Meer landbouwopbrengsten
Rond 1000 verandert de samenleving in Noordwest-Europa
Handel en nijverheid bloeien en er komen weer steden
Dit heeft twee belangrijke oorzaken:
Meer opbrengsten in de landbouw
Meer grond ter beschikking

Slide 8 - Tekstslide

Betere technieken
Er worden nieuwe technieken bedacht voor landbouw:
Drieslagstelsel
De grond wordt verdeeld in 3 delen. Ieder jaar heeft een stuk een ander doel. Het ene jaar een gewas dat in zomer groeit, het andere jaar een gwas voor de winter en daarna even niets (braak). Zo kan de grond herstellen.
Halsjuk
Door het halsjuk kunnen paarden en ossen makkelijker een ploeg trekken, zonder pijn. Eerst ging dit gewoon met een touw om de nek.
Hoefijzer
Hoefijzers beschermen de hoeven van paarden en ossen tegen beschadiging en infecties. Hierdoor kunnen ze beter en harder werken.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Meer landbouwgrond
Rond 1000 zijn in Nederland veel moerassen
Boeren besluiten deze droog te leggen: inpolderen
Ook werden er bossen gekapt
Met deze ontginning wordt grond beschikbaar voor landbouw

Slide 11 - Tekstslide

Filmpje
Inpolderen 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Naar de markt
De verbetering in de landbouw zorgt voor meer voedsel
Meer mensen kunnen gevoed worden (bevolkingsgroei)
Boeren houden zelfs voedsel over
Het voedsel dat over is wordt verkocht op de markt
Vanaf 1000 groeit de Europese bevoking snel

Slide 14 - Tekstslide

Filmpje
De steden groeien

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Verstedelijking
Veel mensen mensen willen bij de markt wonen
Drukke markten groeien uit tot steden
Er ontstaat zo weer een agrarisch-stedelijke samenleving
Op deze manier beginnen de late middeleeuwen
Een samenleving waarin de meeste mensen nog op het platteland wonen en in de landbouw werken, maar waarin er ook steden met handelaren en ambachtslieden zijn

Slide 17 - Tekstslide

Zet de gebeurtenissen voor verstedelijking op de juiste plek in de schakels. De eerste is al ingevuld.
1
2
3
4
6
5
In de landbouw komen nieuwe technieken en wordt land ontgonnen
Er komt meer land en de opbrengsten stijgen in de landbouw
Boeren produceren meer voedsel dan ze zelf nodig hebben
Boeren en handelaren verkopen voedsel op de markt
Steeds meer mensen gaan bij de markt wonen
De markten worden echte steden

Slide 18 - Sleepvraag

In een geldeconomie...
A
betalen mensen hun herendienst in graan en eieren
B
brengen boeren een steeds groter deel van hun oogst naar de markt
C
maken mensen hun spullen zoveel mogelijk zelf
D
ruilen boeren een deel van hun oogst voor geld

Slide 19 - Quizvraag

Geld
In de steden gaan mensen elkaar weer betalen geld
Dit kan je oneindig bewaren en tegen alles ruilen
Hierdoor wordt handelen veel makkelijker
De handel en nijverheid nemen dan ook toe

Slide 20 - Tekstslide

Waarom is handelen een geldeconomie makkelijker dan in een ruileconomie?

Slide 21 - Open vraag

Aan de slag
Maken opdracht 1 t/m 5 van §5.1
Lezen  §5.1

Slide 22 - Tekstslide

§5.1 Woonplaats en werkplaats

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk (volgende week)
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 6 t/m 10 van §5.1
Lezen  §5.1

Slide 24 - Tekstslide

Hanze
Handelssteden gaan steeds meer met elkaar handelen
De belangrijkste samenwerking is de Hanze
Deze samenwerking heeft 3 voordelen:
Bescherming
In een grote groep ben je beschermd tegen piraten
Tol
In een grote groep kan je ervoor zorgen dat je geen tol (geld om van een weg, brug, kanaal etc. gebruik te mogen maken) hoeft te betalen
Deals
Je kan goede afspraken maken met je leveranciers, zoals dat ze alleen met jou handelen
Samenwerking van handelaren uit verschillende steden rond de Noordzee en Oostzee

Slide 25 - Tekstslide

Filmpje
Handelstad

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt. Een stad had meestal een haven, wat in het Latijn portus is
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond. 
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.
Een middeleeuwse stad. Wat is er allemaal te zien?

Slide 28 - Tekstslide

3 opties
  1. Huiswerk bespreken (1 t/m 5)
  2. Huiswerk maken (6 t/m 10)
  3. Samenvatting maken / begrippenlijst maken (in Quizlet) 

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 6 t/m 10 van §5.1

Slide 30 - Tekstslide