W1.6

Herzlich Willkommen liebe Schüler 
Woche: 1.6 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen liebe Schüler 
Woche: 1.6 

Slide 1 - Tekstslide

Heute auf dem Programm

-Deadlines für die nächste Stunde
- Wiederholung! 
-Meme der Woche
-Die Zahlen wiederholen
-Wer bist du?
-An die Arbeit!
-BINGO
- Ziele checken 




Lernziele

Am Ende der Stunde kann ich...
-das Wort 'sein' konjugieren;
-erzählen, wie alt wir sind;
-erzählen, was meine Handynummer ist;
-erklären, ob ich müde bin oder nicht.



Slide 2 - Tekstslide

Deadlines der nächsten Stunde



Lernen:
- laatste 2 pag: Klassendeutsch (D-NL) elke dag 5 min. 
- Quizlet: sich vorstellen 1 (NL-D) elke dag 5 min.

Slide 3 - Tekstslide

Wichtig: Zwischenmessung! 
Nächste Woche: Zwischenmessung!
Bereid je voor op deze tussenmeting door een gesprekje voor te bereiden tussen jou en je docent
Wat moet je doen?
Its Learning : Woche 42 

Slide 4 - Tekstslide

Wiederholung! 
Die Zahlen:
Wie alt bist du?
Wie viele Geschwister hast du? 
Was ist deine Straße und Hausnummer?
Was ist dein Postleitzahl?
Was ist deine Unic-E-mail-Adresse? 

Slide 5 - Tekstslide

Welke Duitse zin gebruik je als.......
Je tijdens je mondeling een Duits woord niet (meer) weet?
Wie sagt man "postcode" auf Deutsch? = hoe zeg je "postcode" in het Duits?
 Je tijdens je mondeling een vraag of een woord niet verstaat?
 Was bedeutet "Geschwister"? = wat betekent "Geschwister"?
Als je docent te snel spreekt?
Kannst du das wiederholen? = Kan je dat herhalen?

Slide 6 - Tekstslide

Wie lerne ich Deutsche Sätze? (Tips & Tricks) 


  1. Met Quizlet, maaaaaaaar....
  •  wel met de optie "leren" 
  • uit laten spreken
  • Je zelf schriftelijk overhoren op papier 
  • Gimkit: D-NL

Slide 7 - Tekstslide

Periode 1, Woche 1.5


Sich vorstellen

Slide 8 - Tekstslide

Sein
  • Was bedeutet sein?
  • Wie konjugiert man das Wort im Niederländischen?
  • Wo im Klassendeutsch oder in deinem Heft findest du eine Form von 'sein'?

Slide 9 - Tekstslide

ik ben
jij bent
hij/zij/het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
u bent

Slide 10 - Tekstslide

ik ben
jij bent
hij/zij/het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
u bent

ich bin
du bist
er/sie/es ist
wir sind
ihr seid
sie sind
Sie sind

Slide 11 - Tekstslide

An die Arbeit!
Quizlet: 

https://quizlet.com/_8rn586?x=1jqt&i=1ag2go 
(5 min.)






Slide 12 - Tekstslide

Sein
Schwierig, oder nicht? Jetzt kontrollieren wir, ob ihr alles verstanden habt. 
  • Wie alt seid ihr? 
  • Was ist deine Handynummer?
  • Bist du müde?

Slide 13 - Tekstslide

Und jetzt: BINGO
1. Ihr bekommt ein Arbeitsblatt mit Zahlen.
2. Ihr hört eine Nummer. Wenn du die Nummer auf deinem Arbeitsblatt hast: Mache einen
3. Schreibe auf dem Strich die Zahl aus
4. Ist dein Arbeitsblatt voll? BINGO 

Slide 14 - Tekstslide

Check der Lernziele!
1. Ich, du, er/sie/es, wir, ihr, sie, sie          ("sein" konjugieren)
2. Was ist deine Handynummer?
3. Wie alt bist du?
4. Bist du müde?



Slide 15 - Tekstslide