In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 3
Aftrekken / minsommen
Slide 1 - Tekstslide
Uitleg
AFTREKKEN betekent dat je van een getal een ander getal afhaalt. je rekent uit hoeveel erover blijft.
Je noemt dat ook wel minsommen.
Slide 2 - Tekstslide
Bekijk bovenstaande verhaalsom goed. Deze gaan we in deze les vaker doen.
Slide 3 - Tekstslide
Maak het stripverhaal af. Hoeveel mensen zijn er over in het taxibusje?
Slide 4 - Open vraag
Hoeveel auto's zijn er over op de parkeerplaats?
Slide 5 - Open vraag
10-5=
Slide 6 - Open vraag
7-4=
Slide 7 - Open vraag
8-5=
Slide 8 - Open vraag
Uitleg
- spreek je uit als min
4-3= een minsom
Slide 9 - Tekstslide
Barbara heeft 7 koekjes gebakken. Ze eet 1 koekje op. Hoeveel koekjes heeft Barbara over? Schrijf de minsom op en reken uit!
Slide 10 - Open vraag
Finn heeft 5 aardbeien. Hij geeft 3 aardbeien aan Imke. Hoeveel aardbeien heeft Finn nog over? Schrijf de minsom op en reken uit!
Slide 11 - Open vraag
9 mensen hebben een piramide gemaakt. 2 mensen springen van de piramide af. Hoeveel mensen zijn er nog over in de piramide? Schrijf de minsom op en reken uit!
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
4-2=
Slide 14 - Open vraag
8-5=
Slide 15 - Open vraag
7-3=
Slide 16 - Open vraag
9-6=
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
7-2=
Slide 19 - Open vraag
4-2=
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Bij de receptie hangen 4 sleutels. er worden 3 sleutels opgehaald. Hoeveel sleutels zijn er nog over bij de receptie?
Slide 22 - Open vraag
In de wachtkamer zitten 2 mensen. Er gaan 2 mensen naar binnen bij de dokter. Hoeveel mensen zijn er nog in de wachtkamer. Schrijf de minsom en het antwoord op.