Oefentoets
1 / 12
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Rond welk jaar ontstonden er veel nieuwe steden in Nederland?
Slide 2 - Open vraag
Door betere landbouwtechnieken stegen de opbrengsten in de landbouw. Wat is geen verbetering?
A
De ijzeren ploeg
B
Het gebruik van het paard
C
Het gebruik van het drieslagstelsel
D
Het graven van kanalen waardoor er voldoende water was op de akkers
Slide 3 - Quizvraag
De landbouwoverschotten werden verhandeld op markten. Op wat voor soort plaatsen werden die gehouden?
Slide 4 - Open vraag
-
Arnhem-Nijmegen (A-N)
Brabantse Stedenrij (BS)
Randstad (R)
Twente (Tw)
't Gooi ('t-G)
Brabantse Stedenrij (BS)
Randstad (R)
Twente (Tw)
't Gooi ('t-G)
Zuid-Limburg
(Z-L)
(Z-L)
A-N
B-St
R
Tw
't-G
Z-L
Slide 5 - Sleepvraag
Wat is een stedelijk gebied?
Slide 6 - Open vraag
Waarvoor wordt het landelijk gebied niet gebruikt?
A
Landbouw
B
Recreatie
C
Gespecialiseerde voorzieningen
D
Natuur
Slide 7 - Quizvraag
A
Basisvoorziening
B
Gespecialiseerde voorziening
Slide 8 - Quizvraag
A
Basisvoorziening
B
Gespecialiseerde voorziening
Slide 9 - Quizvraag
A
Basisvoorziening
B
Gespecialiseerde voorziening
Slide 10 - Quizvraag
Gemeentes aangewezen om nieuwe wijken te mogen bouwen
Woonwijken die aan de rand van grote steden worden gebouwd
Verhuizen van dorp naar stad
Verhuizen van stad naar dorp
Groeikern
Urbanisatie
Suburbanisatie
VINEX-wijk
Slide 11 - Sleepvraag
A
Dit is een portiekflat
B
Dit is een galerijflat
