4. Het Einde van de Koude Oorlog

De Koude Oorlog

EINDE VAN DE KOUDE OORLOG

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

De Koude Oorlog

EINDE VAN DE KOUDE OORLOG

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je kan uitleggen hoe de volgende gebeurtenissen verlopen zijn: 
  1. Het communisme van Michael Gorbatsov
  2. De val van het Oostblok en de Berlijnse Muur.

Slide 2 - Tekstslide


Wat weten we nog? 

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent de Koude Oorlog
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt

Slide 4 - Quizvraag

De Koude Oorlog begint:
A
na de nederlaag van Duitsland in 1945
B
na de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan in 1945

Slide 5 - Quizvraag

Na de Tweede Wereldoorlog was er al snel een nieuwe vijand voor de VS. Wat was de nieuwe vijand van de VS?
A
het kapitalisme
B
het liberalisme
C
het socialisme
D
het communisme

Slide 6 - Quizvraag

Vrije markteconomie past bij
A
communisme
B
kapitalisme

Slide 7 - Quizvraag

Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten

Slide 8 - Quizvraag

Wat is Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Economische hulp van de VS aan Europa na WOII
C
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.
D
Militaire hulp van de VS

Slide 9 - Quizvraag

Het opstellen van een planeconomie hoort bij...
A
kapitalisme
B
communisme
C
collectivisatie
D
zuiveringen

Slide 10 - Quizvraag

Welke uitspraak over de CUBACRISIS is juist? De Cubacrisis is:
A
de aanleiding voor de revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de VS aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.

Slide 11 - Quizvraag

Wat heeft niets met de Koude Oorlog te maken?
A
Verzorgingsstaat
B
Containmentpolitiek
C
Truman-doctrine
D
De Dominotheorie

Slide 12 - Quizvraag

De VS moesten opgeven tijdens de ...
A
Cuba-crisis
B
Vietnamoorlog
C
Wapenwedloop
D
De Dominotheorie

Slide 13 - Quizvraag

De planeconomie blijkt niet te werken
  • Planeconomie: voor bepaald aantal jaar vastleggen wat er geproduceerd moet worden (5 jaar in het geval SU)
  • Economisch gezien een rampzalig idee => Altijd tekorten, heel veel regeltjes en slechte kwaliteit producten=> Veel armoede onder bevolking SU 


Veel onvrede onder de bevolking

Slide 14 - Tekstslide

DE WAPENWEDLOOP 

Slide 15 - Tekstslide

De landen concureren niet alleen over wie de meeste kernwapens heeft, maar ook over wie er de overmacht heeft in de ruimte. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Star Wars
  • President Reagan van de VS wil een raketschild in ruimte waarmee raketten van de Sovjet-Unie in de dampkring uitgeschakeld kunnen worden. 
  • Het Strategic Defense Initiative (SDI) krijgt de bijnaam Star Wars. 
  • De dreiging van het SDI jaagt de Sovjet-Unie op nog meer kosten, die zij niet kunnen opbrengen. 
  • (Eigenlijk was het SDI ook voor de VS onbetaalbaar)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

De hervormingen van Gorbatsjov  
  • In 1985 komt Gorbatsjov aan de macht in de Sovjet-Unie. 

  • Hij ziet dat de Sovjet-Unie de strijd financieel niet meer kan opbrengen. 

  • Samen met Reagan maakt hij afspraken over ontwapening.  Einde wapenwedloop

(vooral de Sovjet-Unie ontwapent zich)

Slide 20 - Tekstslide

De hervormingen van Gorbatsjov  
Gorbatsjov wilde het communisme hervormen, niet afschaffen! 
  • PERESTROJKA:  economische hervormingen => De Staat bemoeit zich minder met economie. Er wordt meer initiatief van burgers toegestaan.
  • GLASNOST:meer openheid => een meer democratischer bestuur, meer partijen werden toegestaan. Meer vrijheid voor burgers dus... 

Slide 21 - Tekstslide

Het Oostblok valt uiteen

  • Door glasnost nam de censuur af, burgers durfden meer te schrijven en te protesteren.
  • Meer verzet tegen de communistische dictatuur  in de satellietstaten. 
  • Het volk wil democratische vrijheden en het recht om in vrijheid te reizen tussen landen. (tussen oost en west).
  • Het nationalisme komt opzetten (landen willen zelfstandig worden, zonder invloed van de SU)
Vóór Gorbatsjov => hard militair optreden tegen anti-communistische opstanden 
Tijdens Gorbatsjov: geen militair in te grijpen wanneer het volk in opstand komt.  


Slide 22 - Tekstslide

Gevolgen 
  • Val van de Muur (1989) 
  • Val van overige communistische regimes(Polen, Hongarije etc)
  • Sovjet-Unie wordt opgeheven (1991) en er ontstaan 15 nieuw landen. 
  • Rusland heet weer Rusland. 
  • Duitsland wordt weer 1 land (1990)
  • Burgeroorlog in voormalig Joegoslavië

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Welke bewering over de politiek van Gorbatsjov is juist? Gorbatsjov wilde:
A
afschaffing van het communisme.
B
hervorming van het communisme.
C
uitbreiding van de macht van de Sovjet-Unie.
D
versterking van de staatsbedrijven.

Slide 26 - Quizvraag


Hoe werden de ECONOMISCHE HERVORMINGEN in de SU in de tweede helft van de jaren '80 genoemd?
A
Glasnost
B
Nieuwe Economische Politiek
C
Perestrojka
D
Collectivisatie

Slide 27 - Quizvraag


Meer openheid over het bestuur van het land. Mensen kregen ook meer vrijheid om hun mening te uiten. Welk woord past hierbij?
A
Glasnost
B
Nieuwe Economische Politiek
C
Perestrojka
D
Collectivisatie

Slide 28 - Quizvraag

Welke leiders waren aan de macht ten tijde van de val van de Berlijnse Muur?
A
Chroetsjov en Kennedy
B
Stalin en Roosevelt
C
Reagan en Chroetsjov
D
Bush Sr. en Gorbatsjov

Slide 29 - Quizvraag

Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)

Slide 30 - Quizvraag

Welke staten zijn na het einde van de Koude Oorlog uiteengevallen?
A
de Sovjet-Unie en Duitsland
B
Joegoslavië en de Sovjet-Unie
C
Frankrijk en Hongarije
D
Hongarije en Italië

Slide 31 - Quizvraag

In 1991 viel de Sovjet-Unie uit elkaar. Dit had grote gevolgen voor veel landen in Oost-Europa.
Welk gevolg geldt voor veel landen van Oost-Europa?
A
de invoering van de euro
B
de invoering van het kapitalisme
C
de toetreding tot de EU
D
Het nationalisme kwam in veel landen opzetten.

Slide 32 - Quizvraag

Stel een vraag over iets wat je nog niet begrepen hebt.

Slide 33 - Open vraag