6.4 Schaal

6. Vergroten
  • Ga rustig op je plek zitten, volgens plattegrond
  • Leg je spullen vast op tafel 
  • Tijdens uitleg luisteren, hand opsteken bij vragen
  • Rustig werken
  • Ik bepaal wanneer de les voorbij is en je mag opruimen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6. Vergroten
  • Ga rustig op je plek zitten, volgens plattegrond
  • Leg je spullen vast op tafel 
  • Tijdens uitleg luisteren, hand opsteken bij vragen
  • Rustig werken
  • Ik bepaal wanneer de les voorbij is en je mag opruimen

Slide 1 - Tekstslide

6. Vergroten
  • Voorkennis 
  • 6.1 Vergroten
  • 6.2 Factor
  • 6.3  Rekenen met de factor
  • 6.4 Schaal
  • 6.5 Schaal berekenen
  • Gemengde opdrachten / GT Omtrek en oppervlakte

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:
  • Huiswerk bespreken
  • Schaal
  • Oefenen


Slide 3 - Tekstslide

Verwachting

  • Boek en schrift op tafel en open
  • Luisteren tijdens uitleg
  • Snap je het al? Dan ga je in stilte aan het werk
  • Uitleg klaar? Aan het werk en vragen stellen 

Slide 4 - Tekstslide

Wat leer je deze les?

Ik weet dat schaal en vergrotingsfactor bij elkaar horen.

Ik kan met schaal de maten van de vergroting uitrekenen.

Als ik de maten van het origineel weet en de vergroting, kan ik de schaal uitrekenen.
        leerdoelen

Slide 5 - Tekstslide

Vorige les:
  • Vergroten
  • Factor

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 11 - Tekstslide

VERGROTEN
Een model van een voorwerp is vaak op schaal gemaakt. De schaal geeft de factor aan tussen het model en de werkelijkheid

uitleg 
Schaal
de f1 auto is 375 cm lang,  het model is 25 cm

De schaal is dan :                                   dus 1 : 15

25375=15

Slide 12 - Tekstslide

Vergrotingsfactor en schaal
We zien een sleutelhanger van een tennisracket.

In het echt is het tennisracket 250 keer zo groot.

De schaal die erbij hoort is dan:
1 : 250

Slide 13 - Tekstslide

vraag 25 blz. 225
oefenen  

Slide 14 - Tekstslide

vraag 29 blz. 226
oefenen  

Slide 15 - Tekstslide

Schaal
Dus....

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen:
Bladzijde 224
Oefeningen 23 t/m 29

timer
6:00

Slide 17 - Tekstslide