3.8 spelling les 1 en 2
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Zet in de verleden tijd.
Wat gebeurt er met de klank?
WACHTEN
Wat gebeurt er met de klank?
WACHTEN
A
de klank verandert
B
de klank blijft gelijk
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zet in de verleden tijd.
Wat gebeurt er met de klank?
SLAPEN
Wat gebeurt er met de klank?
SLAPEN
A
de klank verandert
B
de klank blijft gelijk
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeelden:
kopen : ik koop - ik kocht
lopen : ik loop - ik liep
geven : wij geven - wij gaven
kruipen : zij kruipen - zij kropen
kopen : ik koop - ik kocht
lopen : ik loop - ik liep
geven : wij geven - wij gaven
kruipen : zij kruipen - zij kropen
Typ een voorbeeld van
een sterk werkwoord
een sterk werkwoord
Slide 9 - Woordweb
Bedenk zelf voorbeelden, zoals:
denk - dacht
lieg - loog
zwem - zwom
denk - dacht
lieg - loog
zwem - zwom
Sterk of zwak?
DENKEN
DENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sterk of zwak?
WENSEN
WENSEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sterk of zwak?
BIJTEN
BIJTEN
A
sterk
B
zwak
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe goed beheers je ww. spelling?
Slide 14 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Heb je de regels goed genoteerd?
Welke vragen heb je nog? Die kun je bij de volgende dia invullen.
Heb je de regels goed genoteerd?
Welke vragen heb je nog? Die kun je bij de volgende dia invullen.
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
0
Slide 17 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Noem de meervouden van de zelfstandig naamwoorden die onderstreept zijn.
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?
A
auto-leraar-vrede-bedorven
B
liefde-honing-Henk-liggen
C
Vrede- Utrecht- Marokkaanse- soep
D
Turk- Amerika- stoel-docent
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Meervoud van leraar
Slide 21 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
meervoud van dag
Slide 22 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
meervoud van duif
Slide 23 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Meervoud van dictee
Slide 24 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
