In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Diabetes mellitus
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Doelen stellen
voorkennis activeren
Wat is diabetes
Anatomie van het lichaam
Welke types diabetes zijn er
Te hoge bloedsuiker en te lage bloedsuiker
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
Je kunt uitleggen wat diabetes is
Je weet welke types er zijn
Je kunt symptomen van suikerziekte benoemen
Je weet hoe te handelen bij te hoge of te lage bloedsuiker
Slide 3 - Tekstslide
Voorkennis activeren
Door middel van een quiz.....
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de officiële benaming van suikerziekte
A
Diabetes Type
B
Diabetes Expectus
C
Diabetes Naxon
D
Diabetes Mellitus
Slide 5 - Quizvraag
Voeding geeft ons
A
Energie
B
Overgewicht
C
Diabetes
D
Een verzadigd gevoel
Slide 6 - Quizvraag
Van veel snoepen krijg je diabetes
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Welke vorm van diabetes krijg je op oudere leeftijd
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2
Slide 8 - Quizvraag
Welk type diabetes is insuline afhankelijk
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2
Slide 9 - Quizvraag
Waar wordt glucose opgeslagen als je lichaam het niet direct nodig heeft?
A
Alvleesklier
B
Lever
Slide 10 - Quizvraag
Welk orgaan maakt insuline aan?
A
Lever
B
Galblaas
C
Nieren
D
Alvleesklier
Slide 11 - Quizvraag
Bij welk type diabetes maakt de alvleesklier geen insuline meer aan
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2
Slide 12 - Quizvraag
Is diabetes te genezen
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Anatomie
Alvleesklier:
Ligt links achter en onder de maag.
Slide 15 - Tekstslide
Hoofdfuncties
Exocriene functies en endocriene functies
Exocriene functie:
De exocriene functie (uitwendige uitscheiding) speelt een belangrijke rol bij de vertering van het voedsel.
De alvleesklier produceert pancreassap (spijsverteringsenzymen) dat via kleine afvoerbuisjes die samenkomen tot één grote afvoerbuis (pancreasbuis) wordt afgevoerd naar de twaalfvingerige darm.
De pancreasbuis mondt uit in de twaalfvingerige darm, ongeveer 10 cm voorbij de sluitspier van de maag.
Vlak voordat de pancreasbuis in de twaalfvingerige darm uitmondt, verenigt deze zich met de galafvoergang.
Slide 16 - Tekstslide
Endocriene functie
De endocriene (inwendige afscheiding) functie speelt een belangrijke rol bij het regelen van de bloedsuikerspiegel.
Eilandjes van Langerhans
In de alvleesklier zit ook klierweefsel zonder afvoerbuisjes.
Dit zijn de ‘Eilandjes van Langerhans’ die o.a. het hormoon insuline en glucagon produceren.
Deze kliertjes geven hun hormonen direct aan het bloed af.
Slide 17 - Tekstslide
Anatomie
Lever:
Rechtsboven de buikholte
Maakt giftige stoffen onschadelijk
Kan glucose (suiker) opslaan. Komt vrij bij inspanning
Opslag van vet
(Glucose is brandstof, uit koolhydraten of voeding)
Slide 18 - Tekstslide
Insuline en Glucagon
Insuline:
Hormoon dat een belangrijke rol speelt bij de glucose waarde.
Een tekort of geen aanmaak leidt tot diabetes.
Wordt aangemaakt in de alvleesklier.
Glucagon:
Hormoon dat wordt gemaakt in de alvleesklier, verhoogt glucose in het bloed.
Verhoogt de bloedsuikerspiegel als deze daalt.
Word aangemaakt in de alvleesklier
Slide 19 - Tekstslide
Dus wat is diabetes???
Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden.
Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft.
Ook reageert het lichaam vaak niet meer goed op insuline.
Of het maakt helemaal geen insuline meer.
(Insuline regelt de bloedsuikerspiegel)
Slide 20 - Tekstslide
Types
Type 1
1 op de 10 mensen heeft type 1
Lichaam (alvleesklier) maakt helemaal zelf geen insuline meer aan.
Afweersysteem vernielt cellen die insuline aanmaken.
Type 2
Ouderdomsdiabetes in de volksmond
9 op de 10 mensen
Lichaam (alvleesklier) maakt gedeeltelijk geen insuline meer aan.
Teveel suiker in het bloed.
Meestal is alleen medicatie voldoende, soms insuline spuiten noodzakelijk.
Slide 21 - Tekstslide
Hoe krijg je diabetes?
Ruim 800.000 mensen hebben diabetes!
9 op de 10 heeft type 2.
Ongezonde leefstijl
Verminderde lichaamsbeweging
Overgewicht
Erfelijkheid/ aanleg
Slide 22 - Tekstslide
Behandeling
Genezing nog (niet) mogelijk!
Gezond eten
Behandeling met medicijnen
Behandeling met insuline
Slide 23 - Tekstslide
Hoge VS lage bloedsuiker
Meten is weten!
Hyper = te hoog
Hypo = te laag
Slide 24 - Tekstslide
Hyper (hoog)
veel urineren
veel dorst hebben en houden
vermoeid zijn
plotselinge humeurigheid, snel boos worden
misselijk zijn of overgeven
alles voelt vervelend
Slide 25 - Tekstslide
Hypo (laag)
zweten
trillen
duizelig zijn
plotseling wisselend humeur (opeens boos worden bijvoorbeeld) ongeconcentreerd zijn