De Nederlandse opstand

De Nederlandse Opstand
Maandag 20 februari
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Nederlandse Opstand
Maandag 20 februari

Slide 1 - Tekstslide

Planning van vandaag 
  • Stof herhalen aan de hand van een quiz 

  • Overige tijd besteden aan het leren van de lesstof

  • Zijn er nu nog vragen over de toets?  

Slide 2 - Tekstslide

Praktische zaken voordat we gaan beginnen 
  • De quiz bestaat uit 26 vragen

  • Meerkeuze en open vragen 

  • Als je een telefoon in je hand hebt speel je mee 

  • Je gebruikt je eigen naam tijdens het spel


Slide 3 - Tekstslide

Hoelang duurde de Tachtigjarige Oorlog?
A
80 jaar
B
68 jaar
C
72 jaar
D
100 jaar

Slide 4 - Quizvraag

1.1 
Geloofsverhoudingen in Europa 

Slide 5 - Tekstslide

Wat hoort niet bij de katholieke kerk?
A
Paus
B
Beelden vereren
C
De kerk versieren
D
Dominee

Slide 6 - Quizvraag

Reformatie is ...
A
Het oprichten van een nieuw geloof
B
De scheiding binnen de protestantse kerk
C
De scheiding binnen de katholieke kerk
D
De scheiding binnen de christelijke kerk

Slide 7 - Quizvraag

Wat hoort volgens Luther en Calvijn niet bij het protestantisme?
A
De bijbel in volkstaal
B
Afschaffen van de aflatenhandel
C
Versieren van kerken
D
Niet erkennen van de Paus

Slide 8 - Quizvraag

Vul in: Mensen die een ander geloof aanhingen dan het Rooms-Katholieke geloof worden .......... genoemd

Slide 9 - Open vraag

Over welke opvatting waren Luther en Calvijn het eens?
A
Het volk mag de vorst afzetten als deze niet goed is
B
De bestemming van de mens staat al vast bij de geboorte
C
De Paus is niet de plaatsvervanger van Jezus op aarde
D
De kerk moest zichzelf besturen

Slide 10 - Quizvraag

Humanisme betekent
A
Leven waarin god centraal staat
B
Leven waarbij de mens centraal staat
C
Godsdienst waarbij de natuur belangrijkst is
D
Een ander woord voor reformatie

Slide 11 - Quizvraag

1.2 
De Nederlanden onder het Spaanse gezag

Slide 12 - Tekstslide

Hoe zagen de Nederlanden eruit voor 1515?
A
Er was een landvoogd die het gebied bestuurde
B
Er waren verschillende gebieden met elk een eigen bestuur, regels en rechtspraak
C
Er waren zeventien gewesten met elk hetzelfde bestuur, regels en rechtspraak
D
De Nederlanden werden bestuurd door een koning

Slide 13 - Quizvraag

Wat past niet bij het centralisatiebestuur van Karel V?
A
Dezelfde regels en wetten invoeren voor ieder gewest
B
Dezelfde belastingen heffen in ieder gewest
C
Ambtenaren aannemen
D
Adel aannemen in het bestuur

Slide 14 - Quizvraag

Wat was de taak van Margaretha van Parma in de Nederlanden?
A
Het land besturen in naam van Willem van Oranje
B
Toezicht houden op de stadhouders
C
Belasting innen in alle gewesten
D
Het land besturen in naam van Filips II

Slide 15 - Quizvraag

Welke taak hoort niet bij het stadhouderschap?
A
Belasting innen in de gewesten
B
Zorgen dat de burgers zich aan de wetten houden
C
Het leger leiden
D
De landvoogdes adviseren

Slide 16 - Quizvraag

Waarom waren de gewesten ontevreden over het Spaanse bestuur?
Meerdere antwoorden zijn goed
A
Door de centralisatie
B
Door de harde kettervervolgingen
C
Door de vaste belastingen
D
Door de geloofsvrijheid in de Nederlanden

Slide 17 - Quizvraag

1.3
Het begin van de opstand

Slide 18 - Tekstslide

Vul in: De beeldenstorm is een indirect gevolg van het...........

Slide 19 - Open vraag

Wat was het smeekschrift?
A
Brief die je kocht bij de kerk voor vergeving van zonden.
B
De brief met 95 punten van Luther tegen de katholieken.
C
Brief waarin edelen vragen om meer vrijheid van godsdienst.
D
Brief voor Alva om minder streng te zijn.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van de beeldenstorm?
A
Alva vervangt Margaretha als landvoogd
B
Willem van Oranje vlucht naar Dillenburg
C
Spaanse soldaten plunderen Nederlandse steden
D
Raad van Beroerten wordt opgericht

Slide 21 - Quizvraag

Wie waren de geuzen?
A
Protestanten die niet meer katholiek wilde zijn.
B
Edelen die in opstand kwamen tegen de koning.
C
Soldaten van de koning.
D
Katholieken die niet meer Protestant wilden zijn.

Slide 22 - Quizvraag

Wat was de tactiek van de watergeuzen om steden te bevrijden?
A
Via het land de stad belegeren
B
Met boten snelle aanvallen uitvoeren en weer de zee op vluchten
C
Op het land een directe confrontatie aangaan met het Spaanse leger
D
Ze hadden totaal geen tactiek en deden maar wat

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een reden van de Spaanse muiterij?
A
Huursoldaten kregen geen geld en gingen plunderen
B
Spaanse soldaten waren oorlogsmoe en gingen plunderen
C
De Spanjaarden werden verdreven en namen alle spullen mee
D
Nederlandse opstandelingen plunderden Antwerpen

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet het verdrag dat de Noordelijke Gewesten sloten met elkaar in 1579?
A
Pacificatie van Gent
B
Unie van Atrecht
C
Unie van Utrecht
D
Plakkaat van Verlatinghe

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het Plakkaat van Verlatinghe?
A
De oorlogsverklaring van de Opstandelingen tegen Spanje
B
Een plakkaat waarin Filips II als koning werd afgezworen door de Nederlandse gewesten
C
Het bevelschrift om alle protestanten op te pakken en te veroordelen
D
Een smeekschrift van Edelen aan Margaretha van Parma

Slide 26 - Quizvraag

In welk jaar riepen de Noordelijke Nederlanden zichzelf uit tot de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden?

Slide 27 - Open vraag

1.4 
Het einde van de opstand

Slide 28 - Tekstslide

Vul in: De taak van de Gewestelijke Staten was (1)......................... en de taak van de Staten-Generaal (2) ......................
A
1. Het besturen van de gewesten 2. Besluiten maken over buitenlandse politiek
B
1. Besluiten maken over buitenlandse politiek 2. Het besturen van de gewesten
C
1. Het benoemen van de stadhouders 2. Het aanvoeren van het leger
D
1. Het aanvoeren van het leger 2. Het benoemen van de Raadspensionaris

Slide 29 - Quizvraag

Wat was de taak van Maurits van Oranje als stadhouder?
A
Hij adviseerde de Staten-Generaal over de buitenlandse politiek
B
Hij was aanvoerder van het Staatse leger en de vloot
C
Hij benoemde de leden van de Staten-Generaal
D
Hij werd de nieuwe koning van de Republiek

Slide 30 - Quizvraag

Wat werd de staatsgodsdienst van de Republiek?
A
Het lutheranisme
B
Het katholicisme
C
Het calvinisme
D
Er was geloofsvrijheid

Slide 31 - Quizvraag

Wat houdt het 12-jarig bestand in?
A
Er was 12 jaar lang geloofsvrijheid in de Republiek
B
Er werd 12 jaar alleen maar op Spaanse grondgebied gevochten
C
Er mocht alleen over zee worden gevochten
D
Er werd 12 jaar lang niet gevochten

Slide 32 - Quizvraag

Hoe heet de vrede die Spanje en de Republiek in 1648 sloten?
A
Vrede van Ausburg
B
Vrede van Antwerpen
C
Vrede van Münster
D
Vrede van Holland

Slide 33 - Quizvraag