Collaboratie

Lessenserie: Collaboratie tijdens WOII


Collaboratie is het samenwerken of heulen met de vijand. 


Hoe komen mensen tot collaboreren?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lessenserie: Collaboratie tijdens WOII


Collaboratie is het samenwerken of heulen met de vijand. 


Hoe komen mensen tot collaboreren?

Slide 1 - Tekstslide

Ken je voorbeelden van collaborateurs?

Slide 2 - Woordweb

How coem 
Het nationaalsocialisme (nazisme)
De ideologie van Nazi-Duitsland, deze was gebaseerd op het fascisme van Mussolini (leider van Italië).  De Nazi's vonden het 'Arische ras' superieur over alle andere rassen. Dit resulteerde ook in het uitsluiten van andere rassen bijv. joden. 

Nazi-Duitsland werd geregeerd door Adolf Hitler. Hij heeft samen met zijn partij vanaf 1933 de Duitse bevolking overtuigd van het nationaalsocialisme. Het Arische ras zal moeten heersen over de wereld. 

In de gebieden die Hitler veroverde kreeg hij soms ook steun. In Nederland door de NSB, de partij van Anton Mussert. De NSB had ongeveer dezelfde ideeën als de partij van Hitler. 

NSB'er gingen na de overgave van Nederland openlijk collaboreren met de Duitsers.
Ideologie
Henk Feldmeijer
Voorman van de Nederlandse SS-afdeling. Hij was lid van de NSB. 
Meinoud Rost van Tonningen
Deze foto werd genomen op 21 december 1940 tijdens hun bruiloft. Rost van Tonningen was één van de meeste fantieke NSB'ers in ons land.
Op hun bruiloft doet iedereen de Hitler groet.

Mede door zijn gedachtegoed en invloed werd de NSB steeds antisemitischer. 
Jeannette Geldens
Jeannette Geldens was een Nijmeegse politieagente. Zij was de enige die weigerde om mee te werken aan de razzia van 17 november 1942. Het gevolg was dat zij zelf werd opgepakt en gevangen gezet in Kamp Vught. Ze overleefde de oorlog. 

Naar eigen zeggen wilde ze niet meewerken aan het oppakken van onschuldige burgers.

Foto links: Jeannette tijdens WOII
Foto rechts: Jeannette in haar latere jaren
"Ik ben een vijand van de joden en zal dat altijd zijn."
Anton Mussert, zaterdag 22 juni 1940

Slide 3 - Tekstslide

Economisch perspectief
Colonne Henneicke
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er een groep Nederlandse collaborateurs onder leiding van Wim Henneicke verantwoordelijk voor het opsporen en vangen van ongeveer 9000 Joden. Deze groep premiejagers bestond uit ongeveer 50 mannen die voor de Duitse bezetter op Joden jaagde. Deze groep bestond bekend als de groep Colonne Henneicke. De premiejagers kregen 7,50 gulden per Jood. Dit was veel geld in die tijd. Er is dan ook sprake van een sterk economisch motief voor deze groep mannen om op joden op te sporen en te vangen. Of al deze mannen puur het alleen voor het geld deden kun je uiteraard twijfels bij zetten. Des ondanks dat kun je natuurlijk wel spreken dat het economische motief wel mee heeft gespeeld.  
Wim Henneicke
De leider van de Colonne Henneicke
Dries Riphagen
Dries Riphagen was een beruchte Nederlandse crimineel en collaborateur tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij maakte gebruik van zijn connecties binnen zowel de onderwereld als de nazi-bezetters om Joodse mensen te verraden en te exploiteren. Riphagen stond bekend om zijn meedogenloze en gewelddadige methoden. Hij maakte gebruik van afpersing en chantage om geld en bezittingen van Joodse families in handen te krijgen. Hij dwong hen grote sommen geld te betalen in ruil voor bescherming en het behoud van hun vrijheid. Als ze niet aan zijn eisen voldeden, dreigde hij ze aan te geven bij de nazi-autoriteiten. Door zijn acties kon Riphagen een aanzienlijk fortuin vergaren tijdens de oorlogsjaren. Hij werd gevreesd en gehaat door veel mensen vanwege zijn meedogenloze gedrag en de levens die hij heeft verwoest. Bij Riphagen zie je ook duidelijk terug dat er een sterk economisch motief is om samen te werken met de bezetter. Ook bij Riphagen is het de vraag of hij alleen handelde vanuit economische motieven. Riphagen was namelijk ook lid van de Nederlandse versie van de Nazi-partij en later ook de NSB. Des ondanks dat zie je wel duidelijk bij Riphagen dat het economische aspect een belangrijk onderdeel was van zijn handelen.  
Economische Factoren
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er in Nederland verschillende economische redenen waarom sommige individuen en bedrijven ervoor kozen om samen te werken met de Duitse bezetter. Hier zijn enkele belangrijke economische factoren 
Handelsrelaties: Voorafgaand aan de oorlog had Nederland sterke economische banden met Duitsland. Deze handelsrelaties werden deels voortgezet tijdens de bezetting, waarbij sommige bedrijven bleven handelen met Duitsland om economische belangen veilig te stellen. 
Werkgelegenheid en economische stabiliteit: Sommige individuen kozen ervoor om samen te werken met de bezetter om hun eigen economische situatie te verbeteren of om werkgelegenheid te behouden. Het behouden van een zekere mate van economische stabiliteit was voor velen van belang in een tijd van oorlog en schaarste. 
Profiteren van oorlogseconomie: Tijdens de bezetting werden bepaalde sectoren van de economie geherstructureerd om aan de behoeften van de Duitse oorlogsinspanning te voldoen. Sommige individuen en bedrijven zagen kansen om te profiteren van de veranderingen in de oorlogseconomie en werkten daarom samen met de bezetter. 

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht: Bedrijfsprofielen
Onderzoek de rol van Nederlandse bedrijven tijdens WOII. Hebben deze bedrijven gecollaboreerd? Onderzoek de geschiedenis van het bedrijf, welke producten/diensten zij leverden aan de bezetter en de gevolgen van hun acties. 

Presenteer jullie bevindingen
Shell
Multinational in olie en gasproductie
De Telegraaf
Een krant die voor de oorlog populair was bij conservatief Nederland
Nederlandse Spoorwegen (NS)
Het bedrijf achter de Nederlandse Spoorwegen
Hoogovens
Hoogovens, het huidige Tata Steel Nederland, een groot producent en leverancier van staal
Phillips
Philips was een van de grootste elektronicabedrijven in Nederland, gevestigd in Eindhoven

Slide 5 - Tekstslide

Postweg 26,  te Nijmegen
Familie Ganz
De familie Ganz bestond uit vader Hugo, moeder Margaretha, en dochters Lilian en Alice Josette. Hugo was Duits, maar emigreerde aan het begin van de 20e eeuw naar Nederland. Hugo was koopman van beroep, en hij startte in 1922 het bedrijf Modemagazijnen Ganz De Gie in Amsterdam. In 1931 verhuisde het gezin van Amsterdam naar de Postweg 26 in Nijmegen. De familie Ganz was joods, en het normale leven werd hen steeds moeilijker gemaakt sinds de inval van de nazi’s in 1940 in Nederland. Ondanks belemmeringen die Joden werden opgelegd, had het gezin niet alleen maar leed. Dochter Lilian verloofde zich in 1938 met Jacob Jonas Glaser, samen woonden zij in Amsterdam. Alice Josette werd in 1942 getrouwd met Jozef Cohn, hun verloving werd gevierd op de Postweg 26. In 1942 vluchtte Hugo, Margaretha en Alice Josette uit Nijmegen en dook de familie Ganz onder in Amsterdam, waar ze zijn opgepakt en via Westerbork naar verschillende concentratiekampen zijn afgevoerd. Hugo, Margaretha, Lilian en Jacob Jonas zijn allen omgekomen in Auschwitz. Lilian en haar man Jacob zijn waarschijnlijk als eerste afgevoerd, zij zijn in 1942 gestorven. Hugo en Margaretha zijn in 1943 gestorven. Alice Josette en haar man Jozef zijn ook opgepakt en naar Auschwitz vervoerd, hun lot is onbekend. Waarschijnlijk zijn ook zij gestorven in het kamp. 
De nieuwe bewoners: Familie Arts
Hetzelfde jaar dat Hugo en Margaretha Ganz zijn vermoord in Auschwitz betrok een nieuwe familie hun woning aan de Postweg 26: De familie van Hermanus Arts. Hermanus woonde in dit huis met zijn vrouw Wilhelmina, moeder Truitje en kinderen. Hermanus was een winkelier en was een NSB’er. Zijn zoons Jan en Herman en zijn vrouw waren ook betrokken binnen de NSB. Hij claimde een ‘jodenwoning’, een huis wat in het bezit was van joodse eigenaren die zijn gedeporteerd. De familie Ganz had nu geen aanspraak meer op hun huis, officieel was de Postweg 26 nu van Hermanus Arts.
NSB familie
De familie Arts was betrokken bij de oorlog, zo steunden zij het initiatief Frontzorg. Dit was een organisatie die NSB’ers opriep hun ‘broers’ aan het front te steunen met geld of goederen. In de kelder van de Postweg 26 is een krant te vinden waarin nazisoldaten uit Nederland oproepen plaatsen voor geld, sigaretten, of een bemoedigende brief.  
In september 1944, toen het voor Hermanus duidelijk werd dat de Duitsers de oorlog gingen verliezen, vluchtte hij met zijn hoogbejaarde moeder naar Duitsland om wraak voor zijn activiteiten binnen de NSB te ontvluchten. Truitje overleed aan oververmoeidheid in Duitsland, Hermanus kwam terug naar Nederland. Hermanus, Wilhelmina, Jan en Herman zijn alle vier als NSB’ers veroordeeld na de oorlog. De dochter van Hermanus, Grada, was niet betrokken binnen de NSB vanwege haar jonge leeftijd en bleef na de oorlog nog een tijdje op de Postweg 26 wonen, tot zij jong stierf in 1946.  
"Jodenwoning"
Wanneer Joodse mensen werden opgepakt om afgevoerd te worden naar concentratiekampen kwam hun woning ‘vrij’. Joden mochten geen vastgoed meer bezitten, en dus zagen NSB’ers hun kans om deze woningen te claimen. Zij konden deze woningen voor een schijntje kopen of kregen ze zomaar in handen. Zo kon het dat een huis van de een op andere dag, zonder officiële verkoop of toestemming van de voormalige Joodse eigenaren, veranderde van bewoners. Een woning werd officieel van een NSB’er, en de oorspronkelijke eigenaren hadden er geen aanspraak meer op. Zo kon het zijn dat je als Joods persoon na de oorlog terugkwam uit een concentratiekamp, maar geen plek meer had om naar thuis te komen. In jouw huis woonde nu een nieuw gezin, die voor de overheid de ‘rechtmatige’ eigenaar was van jouw woning. Als Joods slachtoffer had je niks meer te vertellen.  
Het lot van de familie Ganz
Dit gebeurde ook op de Postweg 26. De familie Ganz ontvluchtte Nijmegen en dook onder in Amsterdam. In 1942 zijn zij opgepakt en werd hun huis onteigend. Hermanus Arts kon als lid van de NSB aanspraak maken op een jodenwoning, en zo kwam hij met zijn gezin te wonen op de Postweg 26. De familie Ganz en hun nabestaanden zijn niet gecompenseerd voor het geforceerde verlies van hun huis.  

Slide 6 - Tekstslide

Bronnenaanlyse: Bronnen analyseren van de Postweg 26. Wat zie je? 

Slide 7 - Tekstslide

Westenbergkazerne, Schalkaar
 anno 2023

Slide 8 - Tekstslide

Politie Opleidings Bataljon
De komst van het Politie Opleidings Bataljon (POB)
Tijdens de oorlog heeft de Nederlandse Politie op grote schaal gecollaboreerd met de Duitsers. Na de overgave van Nederland was Duitsland de baas in Nederland. Dat betekende dat de Nederlandse regering moest luisteren naar de Duitsers. Ook mensen die in dienst van de overheid werkten zoals docenten en de politie 
De Duitsers wilden dat Nederlandse politieagenten de ideeën van de Nazi’s aanhingen. Daarom werd in Schalkhaar, een dorp naast Deventer, het Politie Opleidings Bataljon (POB) gevestigd. Het Bataljon werd geplaatst in de Westenbergkazerne, een militair post die eigenlijk bedoeld was voor de verdediging van Nederland. (Westenbergkazerne – Dorpsarchief Schalkhaar, z.d. 
De Duitse autoriteiten hadden met het Politie Opleidings Bataljon (POB) een duidelijk doel voor ogen. De Nederlandse politie moest genazificeerd worden. Zodat zij goed zou kunnen functioneren binnen de Duitse autoriteiten. Het hoofd van de POB werd de heer Rost van Tonningen. 
Wie waren deze jongemannen?
Veel agenten sloten zich op vrijwillige basis aan bij het Bataljon. Maar vanaf mei 1941 werd een opleiding bij de POB voor iedere nieuwe politieagent een verplichting. De opleiding duurde ongeveer een half jaar. De POB’ers kregen een soort militaire training. Waarin zij veel sporten, marcheerden en leerden schieten. Daarnaast werden zij bijgeschoold in de Nazi-ideologie. Deze politieagenten kregen al snel de bijnaam ‘Schalkhaarders’ en ‘de Zwarte Tulpen’.  
Door de POB kreeg het dorp Schalkhaar een beruchte naam tijdens de oorlog. Ondanks dat echte Schalkhaarders bijna niets meekregen van wat er allemaal gebeurde binnen de muren van de Westenbergkazerne. 
Waren de POB’ers dan door en door slecht? De meeste waren gewone jonge mannen die carrière wilden maken in het politiekorps. Maakt dat hen direct slecht, want ieder persoon heeft toch de drang om een succesvolle carrière te willen maken (Kelder, 1990) & (Van Liempt, 2013). 
Villa Zonneheuvel
Gelegen aan de Koningin Wilhelminalaan te Schalkhaar.
Dit was één van de huizen van Meinoud Rost van Tonningen, Hij was  het hoofd van de POB.
Spionnen van het verzet?
Uit onderzoek van Blessing (2005) is later gebleken dat sommige POB’ers zich hebben verzet tegen de nationaalsocialistische lesstof en weigerden zich te laten omscholen. Enkele hiervan waren undercover namens verzetsorganisatie. Zij voerden spionagewerk uit om informatie door te geven aan het verzet. 
Herman Sonnenberg, de dorpsarchivist van Schalkhaar kan zich nog goed herinneren dat hij ooit de vraag kreeg: “Wat wisten jullie als inwoners van Schalkhaar eigenlijk over de POB?” (Blessing et al., 2005).  
Schiet oefeningen
De politieagenten kregen ook schieten oefeningen. Maar niet met gewone politie wapens. Ze voerden deze oefeningen uit met Mauer, het oefenwapen van het Duitse leger.
Het Orkest van de POB
Het Politie Opleidings Bataljon had zijn eigen orkest, deze bestond uit zowel politieagenten in opleiding die een instrument bespeelden als professionals. Het orkest speelde o.a. Duitse marcheer liederen.
Nazificatie
De politieagenten krijgen les over de nazi-ideologie. Het volgen deze lessen was verplicht. Het doel was om de Nederlandse politie klaar te stomen om te kunnen functioneren in het systeem van de Duitse bezetter.
Hitlergroet
Op deze afbeelding zie je een ochtendritueel, de officieren groeten elkaar met de Hitlergroet. Vervolgens moesten alle politieagenten in opleiding de groet ook uitvoeren

Slide 9 - Tekstslide

De paradox van het minste kwaad  
De Zwarte Dag van de Nijmeegse Politie
In de nacht van 17 op 18 november 1942 kreeg het Nijmeegse politiekorps de opdracht om alle joden in Nijmegen op te pakken. Er was geen enkele agent die de opdracht weigerde uit te voeren. Er heeft één weigering plaatsvonden: in april 1943 weigerde politieagente Jeannette Geldens om deel te nemen aan een razzia. Het gevolg was dat zij zelf gearresteerd werd en later afgevoerd naar Kamp Vught (Vrijheidsmuseum Groesbeek, 2021). 
Onmogelijke keuzes
Politieagenten moesten tijdens de oorlog de Duitse bezetters ondersteunen bij operaties. Van politieagenten werd geëist dat zij hielpen bij het begeleiden van razzia’s, het oppakken van onderduikers en allerlei andere soorten operaties. Als zij dit niet deden zouden zij hun baan verliezen en/of zelf naar een werkkamp bijv. Kamp Vught gestuurd worden. Dit was voor veel agenten de reden dat zij meewerkten met de Duitsers.  
Daarnaast zou zij het niet zouden doen dan zou iemand hun baan krijgen en de operatie uitvoeren, toch? Deze gedachte spookte veel door de hoofden van politieagenten. De operatie zou toch worden uitgevoerd met of zonder hen.  
De politieagenten moesten zichzelf en hun gezinnen onderhouden, dus kozen de meeste agenten om mee te werken aan deze operaties. Ze kozen ervoor om te collaboreren. Maar hun redenen om dit te doen verschilden van elkaar (Van Liempt, 2013). 
"Als ik het niet doe, doet iemand anders het wel"

Slide 10 - Tekstslide

Eindopdracht: Ethisch debat
Afspraken: ?



Slide 11 - Tekstslide

Collaborateurs hadden na de oorlog niet gestraft moeten worden. 

Slide 12 - Tekstslide


Hoe komen mensen tot collaboreren?

Slide 13 - Open vraag