Oefenen voor de toets 3Q

In welke zin worden de roaring twenties het best omschreven?
A
De consumptiemaatschappij bloeide op doordat er veel nieuwe, aantrekkelijke en goedkope huishoudelijke apparaten te koop waren
B
Door de Drooglegging werd de Amerikaanse misdaad bijna geheel vernietigd
C
In de nieuwe consumptiemaatschappij werden de verschillen tussen rijk en arm kleiner en discriminatie en racisme namen af.
D
Door de welvaartsgroei verdween de invloed die de KKK had op de armere delen van de bevolking
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

In welke zin worden de roaring twenties het best omschreven?
A
De consumptiemaatschappij bloeide op doordat er veel nieuwe, aantrekkelijke en goedkope huishoudelijke apparaten te koop waren
B
Door de Drooglegging werd de Amerikaanse misdaad bijna geheel vernietigd
C
In de nieuwe consumptiemaatschappij werden de verschillen tussen rijk en arm kleiner en discriminatie en racisme namen af.
D
Door de welvaartsgroei verdween de invloed die de KKK had op de armere delen van de bevolking

Slide 1 - Quizvraag

Wat was de Beurskrach van 1929?
A
Revolutie in de Verenigde Staten tegen de leningen aan Duitsland
B
Plotselinge daling van de aandelenkoersen.
C
Revolutie in Duitsland tegen de terugbetalingen.
D
Plotselinge stijging van de aandelenkoersen.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een van de oorzaken van de Beurskrach?
A
Duitsland heeft te grote schulden
B
Amerikanen lenen te veel
C
Amerikanen verkopen massaal hun aandelen
D
Amerikanen kochten massaal aandelen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de dolkstootlegende
A
Complottheorie dat Frankrijk de oorlog niet had verloren als ze door hadden gevochten
B
Complottheorie dat de Duitse legerleiding ontvoerd was door de Fransen
C
Complottheorie dat de Duitse ministers de vrede sloten zonder overleg met de legerleiding
D
Complottheorie dat de Duitse legerleiding de vrede had getekend zonder overleg met de Duitse Keizer

Slide 4 - Quizvraag

fascisme is ...
A
politieke beweging die gelooft in militarisme, nationalisme en antidemocratie
B
politieke beweging die gelooft in gelijkheid en militairisme
C
politieke beweging die geloofd in antisemitisme
D
politieke beweging die gelooft in gelijkheid en democratie

Slide 5 - Quizvraag

Passen de uitspraken bij het fascisme?
Hieronder lees je een aantal dingen die mensen zeggen over het fascisme. Past het er wel bij of niet?
Klik op mij om te luisteren.
Wel fascisme
Geen fascisme
“Je moet niet teveel nadenken. Doe gewoon wat je gevoel zegt, dan komt het meestal wel goed.”
“Ons land moet een democratie worden! Als we maar één leider hebben, gaat ons land ten onder.”
“Ons land en ons volk zijn geweldig. We moeten alles doen wat we kunnen om ons land en ons volk te verdedigen.”
“Geweld is nooit goed. Als je ruzie hebt, moet je die ruzie uitpraten. Dieren vechten, mensen niet.”

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is communisme?
A
Politiek streven om alle rijkdom en bezit aan één iemand te geven.
B
Politiek streven om alle rijkdom en bezit aan alle vrouwen te geven.
C
Politiek streven om alle rijkdom en bezit te verdelen, zodat iedereen in alles gelijk is.
D
Dat is een wapen waarmee werd gevochten in de oorlog.

Slide 7 - Quizvraag

De NSDAP is de politieke partij van Hitler. De letters betekenen:
A
nationaal socialistische democratische partij
B
nationaal socialistische Duitse arbeiderspartij
C
nieuw sociale democratischeh partij
D
Niet sociale democratische partij

Slide 8 - Quizvraag

Welke van deze vier uitspraken past bij de NSDAP van Hitler?
A
"Duitsland moet zo snel mogelijk de schade uit de Eerste Wereldoorlog vergoeden."
B
"Duitsland moet zorgen voor goede contacten met Frankrijk en Groot-Brittannië."
C
"In Duitsland is iedereen - katholiek of protestant, jood of christen - gelijk."
D
"In Duitsland zijn, dankzij ons, over een paar jaar geen werklozen meer te vinden."

Slide 9 - Quizvraag

Waarom kwam de Rijksdagbrand goed uit voor de nazi's?
A
Door Marinus van der Lubbe te executeren, kon hij als voorbeeld worden gebruikt voor andere politieke tegenstanders.
B
Doordat de dader Nederlands was, had Hitler een excuus om Nederland de oorlog te verklaren.
C
De nazi's wilde van het Rijksdaggebouw af, dus de brand kwam hen goed uit.
D
De noodtoestand werd uitgeroepen, waardoor ze communisten en andere politieke tegenstanders konden oppakken

Slide 10 - Quizvraag

In het door nazi-Duitsland bezette Europa kwamen onder de bevolking drie houdingen voor tegenover de nazi's. Welke drie houdingen zijn dit?
A
Opstand, verzet, collaboratie
B
Aanpassing, collaboratie, verzet
C
Aanpassing, opstand, verzet
D
Collaboratie, revolutie en opstand

Slide 11 - Quizvraag

Wat vind deze tekenaar van de appeasement politiek?
  • Wat moet je weten?
  • Wat zie je? 
  • Schrijf beeldelementen op
  • Waar staan deze beeldelementen voor?
  • Interpreteren

Slide 12 - Tekstslide

Wat wil de tekenaar zeggen met deze spotprent?

Slide 13 - Open vraag

Waarom kwam de Rijksdagbrand goed uit voor de nazi's?
A
Door Marinus van der Lubbe te executeren, kon hij als voorbeeld worden gebruikt voor andere politieke tegenstanders.
B
Doordat de dader Nederlands was, had Hitler een excuus om Nederland de oorlog te verklaren.
C
De nazi's wilde van het Rijksdaggebouw af, dus de brand kwam hen goed uit.
D
De noodtoestand werd uitgeroepen, waardoor ze communisten en andere politieke tegenstanders konden oppakken

Slide 14 - Quizvraag

Waarom kwam de Rijksdagbrand goed uit voor de nazi's?
A
Door Marinus van der Lubbe te executeren, kon hij als voorbeeld worden gebruikt voor andere politieke tegenstanders.
B
Doordat de dader Nederlands was, had Hitler een excuus om Nederland de oorlog te verklaren.
C
De nazi's wilde van het Rijksdaggebouw af, dus de brand kwam hen goed uit.
D
De noodtoestand werd uitgeroepen, waardoor ze communisten en andere politieke tegenstanders konden oppakken

Slide 15 - Quizvraag

Verzet
Aanpassen
Collaboratie

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Welke titel past bij deze afbeelding?
A
D-Day
B
Operatie Barbarossa
C
De slag om Arnhem
D
De mars naar Rome

Slide 18 - Quizvraag

In de winter van 1944 stierven meer dan 20.000 Nederlanders, waar kwam dit door?
A
De gevechten in Arnhem waren enorm gewelddadig en hier vielen heel veel slachtoffers.
B
De nazi's wisten dat ze langzaam de oorlog aan het verliezen waren en wilde nog zoveel mogelijk Joodse mensen vermoorden.
C
Er was groot tekort aan voedsel en brandstoffen in het westen en noorden van Nederland, deze winter wordt de hongerwinter genoemd.
D
D-Day vond plaats op het strand bij Den Haag, hier woonde veel Nederlanders die het slachtoffer werden van de gevechten.

Slide 19 - Quizvraag

Zet de gebeurtenis op volgorde. Wat eerst gebeurde eerst.

 ‘Anschluss’ van Oostenrijk 
 





Begin WO II 

Russische soldaten veroveren Berlijn

Bezetting Nederland 


Aanval op                               Pearl Harbor 


 
Legering Duitse troepen in het Rijnland 

Slide 20 - Sleepvraag