5H-LELY-LUNES 1-11-21

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VLeerroute 5

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

EL DÍA
LA FECHA

Slide 2 - Tekstslide

OBJETIVOS
  • Je leert over een festiviteit in Latijns-Amerika (México).
  • Je leert de vervoeging van de regelmatige en onregelmatige werkwoorden.
  • Tijdens deze les oefen we met kijkluisteren.

Slide 3 - Tekstslide

MÉXICO

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Para el habitante de NuevaYork, París, o Londres,
la Muerte es la palabra que jamás se pronuncia porque quema los labios. El mexicano, en cambio, la acaricia, duerme con ella, la festeja. Es uno de sus juguetes favoritos y su amor más permanente.
Octavio Paz

LA TRADUCCIÓN
Voor de inwoner van New York, Parijs, of Londen,
de dood is het woord dat nooit wordt uitgesproken omdat het de lippen verbrandt. De Mexicaan, daarentegen, streelt het, slaapt ermee, viert het. Het is een van zijn favoriete speeltjes en zijn meest blijvende liefde.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

El día de muertos es una tradición llena de ........... y ..............
A
dolor, simbolismo
B
color, tradicion
C
color, simbolismo
D
amor, simbolimo

Slide 10 - Quizvraag

Wat doen de Mexicanen op 2 november?

Slide 11 - Open vraag

Wat staat er op de altaars?
A
calaveras y velas
B
mariachi y velas
C
fotos y comida
D
fotos y velas

Slide 12 - Quizvraag

Wat doen ze op het kerkhof?

Slide 13 - Open vraag

Op welke dag bezoeken de Mexicanen hun dierbaren op het kerkhof?

Slide 14 - Open vraag

VOCABULARIO
1. Prehispánica:
Pre-Spaans, voOr de komst van de Spanjaarden
2. cosecha: oogst
3. pueblos indígenas: inheemse volksstammen

Slide 15 - Tekstslide

VOCABULARIO
5. ofrenda: offer
6. tumba: graf
7.  cementerio: begraafplaats
8. Todos los Santos y Fieles Difuntos: Allerheiligen en Allerzielen

Slide 16 - Tekstslide

TUMBA con OFRENDA

Slide 17 - Tekstslide

Flor de cempasúchil
Deze Azteekse bloem symboliseert de zon en dus de oorsprong van alles. De bloem dient als gids voor de overledene.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

PREPARA TU TELÉFONO

Slide 22 - Tekstslide

6

Slide 23 - Video

00:33
El día de muertos es una tradición llena de ........... y ..............
A
dolor, simbolismo
B
color, tradicion
C
color, simbolismo
D
amor, simbolismo

Slide 24 - Quizvraag

01:42
Op welke dag bezoeken de Mexicanen hun dierbaren op het kerkhof?

Slide 25 - Open vraag

02:13
Wat doen de Mexicanen op 2 november?

Slide 26 - Open vraag

02:23
Wat doen ze op het kerkhof?

Slide 27 - Open vraag

02:38
Wat staat er op de altaars?
A
calaveras y velas
B
mariachi y velas
C
fotos y comida
D
fotos y velas

Slide 28 - Quizvraag

03:21
Wat voor 'ofrenda' gebruiken ze voor
de kinderen die dood zijn?

Slide 29 - Open vraag

Que el cielo no ___ azul ay mi amor
A
es
B
somos
C
sois
D
soy

Slide 30 - Quizvraag

4

Slide 31 - Video

00:45
Que el cielo no.....azul ay mi amor
A
es
B
soy
C
somos
D
son

Slide 32 - Quizvraag

01:00
Me traes .... poco loco
A
un
B
una

Slide 33 - Quizvraag

01:06
estoy adivinando qué (tú) .......
A
puede
B
quieres
C
quiero
D
puedo

Slide 34 - Quizvraag

01:12
me ______ un poco loco
A
vuelve
B
vuelvo
C
vuelves
D
volvo

Slide 35 - Quizvraag

Todo ___ un poco loco
A
es
B
soy

Slide 36 - Quizvraag

¿Qué dice el personaje?
A
Busco a un niño vivo
B
Busca a un niño vivo
C
Buscan a un niño vivo
D
Buscamos a un niño vivo

Slide 37 - Quizvraag

Me traes ___ poco loco
A
un
B
una

Slide 38 - Quizvraag

LOS VERBOS REGULARES EN ESPAÑOL
¿CÓMO FUNCIONAN?
timer
1:00

Slide 39 - Tekstslide

Werkwoorden
Pers. vnw.
yo
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes
AR
o
as
a
amos
áis
an
ER
o
es
e
emos
éis
en
IR
o
es
e
imos
ís
en
5 x

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Klinkerwisseling: e-ie
De stamklinker "e" verandert in "ie" bij alle personen behalve bij nosotros en vosotros. 
  • Stap 1: vind de stam van het werkwoord.
                   Hoe?
  • Stap 2: bepaal welke uitgang erachter moet.
  • Stap 3: vervang de "stam e" door "ie" indien nodig.
AR/ER/IR eraf halen

Slide 42 - Tekstslide

Pas de 3 stappen toe.
  1. Yo ________________(querer) el menú del día. 
  2. Nosotros _________________(empezar) a las ocho.
  3. Ellos ____________________(preferir) el gazpacho.
  4. El supermercado ________________(cerrar) a las dos.
  5. ¿Tú ___________________(entender) al profesor?
  6. ¿En qué ________________(pensar) vosotros?
  7. Paco no ___________________(entender) el inglés.
  8. Pepe y yo ___________________(preferir) la paella.
quiero
empezamos
prefieren

cierran

entiendes

pensáis
entiende
preferimos
timer
5:00

Slide 43 - Tekstslide

Klinkerwisseling: e-i
De stamklinker "e" verandert in "i" bij alle personen behalve bij nosotros en vosotros. 
  • Stap 1: vind de stam van het werkwoord.
                   Hoe?
  • Stap 2: bepaal welke uitgang erachter moet.
  • Stap 3: vervang de "stam e" door "i" indien nodig.
AR/ER/IR eraf halen

Slide 44 - Tekstslide

Pas de 3 stappen toe.
  1. ¿Yo___________________(pedir) la cuenta?
  2. El cuchillo __________________(servir) para cortar.
  3. ¿Paco y tú __________________(elegir) el español?
  4. Javi y Carmen _________________(pedir) agua mineral.
  5. Los vasos ___________________(servir) para beber.
timer
3:00
pido
sirve
elegís
piden
sirven

Slide 45 - Tekstslide

Klinkerwisseling: o-ue
De stamklinker "o" verandert in "ue" bij alle personen behalve bij nosotros en vosotros. 
  • Stap 1: vind de stam van het werkwoord.
                   Hoe?
  • Stap 2: bepaal welke uitgang erachter moet.
  • Stap 3: vervang de "stam e" door "ie" indien nodig.
AR/ER/IR eraf halen

Slide 46 - Tekstslide

Pas de 3 stappen toe.
  1. Yo ________________(dormir) mucho el sábado. 
  2. Nosotros ______________(volver) a casa a las ocho.
  3. Ellos _________________(poder) ir al mueso este sábado.
  4. El profesor _______________(almorzar) a las dos.
  5. ¿Tú ___________________(dormir) tan pocor?
  6. María y tú ¿a qué hora ___________(volver) a casaos?
  7. Paco no ____________(poder) jugar al fútbol mañana.
  8. Yo __________________(acostarse) sobre las 22.00
duermo
volvemos
pueden

almuerza

duermes

volvéis
puede
me acuesto
timer
10:00

Slide 47 - Tekstslide