Opdracht: Bespreek in duo's:
- Welke taalhandelingen zie je bij de drie opgaves?
- Wat kun je zeggen bij oefening 1 (20 seconden)?
- Wat kun je zeggen bij oefening 2 (20 seconden)?
- Wat kun je zeggen bij oefening 3 (30 seconden)?
Klaar? Bekijk de lijst met signaalwoorden in je boek. Welke signaalwoorden gebruik je vaak? Welke niet? Zoek de betekenis en het gebruik van nieuwe signaalwoorden op.