passé composé
De passé composé
Wat weet je nog?
Wat weet je nog?
1 / 13
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
De passé composé
Wat weet je nog?
Wat weet je nog?
Slide 1 - Woordweb
Welk hulpwerkwoord gebruik je bij de passé composé?
A
avoir
B
être
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van parler?
A
parle
B
parlons
C
parlé
D
parlez
Slide 3 - Quizvraag
Passé composé
Présent
J'ai mangé
il parle
je téléphone
nous écoutons
vous regardez
Tamara a marché
nous avons trouvé
on cherche
Elisa rencontre
tu as raconté
Slide 4 - Sleepvraag
Je dansé.
A
Goed
B
Fout
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Elle_________ (danser) avec sa soeur.
A
dansé
B
a dansé
C
avez danser
D
ai dansé
Slide 7 - Quizvraag
Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé
Slide 8 - Quizvraag
J'ai parlé.
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quizvraag
Tu (écouter) in de passé composé:
A
as écouté
B
a écouté
C
ont écouté
D
e écouté
Slide 10 - Quizvraag
Zet in de goede zinsvolgorde.
Ik heb mijn telefoon gevonden.
timer
1:00
1
2
3
Je
J'ai
J'
trouve
trouvé
mon portable
Slide 11 - Sleepvraag
Zet in de goede zinsvolgorde.
Jij hebt televisie gekeken.
timer
1:00
1
2
3
tu
tu as
regardé
regarde
regardes
j'ai
la télé
