In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
H3 KRACHTEN
§1 Krachten meten en tekenen
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Herhaling vorige les + checkvraag (5 min)
Uitleg §3.1 (15 min)
Oefen met opgave (30 min)
Slide 2 - Tekstslide
H3 KRACHTEN
§3.1 Krachten herkennen
Je kan een verschillende soorten krachten herkennen en je weet hoe deze werken.
Slide 3 - Tekstslide
Een kracht kun je zien
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Voor meer snelheid is een kracht nodig
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Een stofzuiger werkt op elektrische kracht
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Een volleyballer blokt een bal: het belangrijkste effect is, de bal:
A
gaat sneller
B
gaat in een andere richting
C
vervormt
Slide 7 - Quizvraag
Je fietst van een heuvel. het belangrijkste effect is, de fiets:
A
gaat sneller
B
gaat in een andere richting
C
vervormt
Slide 8 - Quizvraag
Krachten kunnen:
Een voorwerp laten versnellen of vertragen
Een voorwerp van richting laten veranderen
Een voorwerp van vorm veranderen
Slide 9 - Tekstslide
opdracht 1 t/m 7 (blz 47)
timer
7:00
Slide 10 - Tekstslide
Huiswerk §7.1
Nakijken van het huiswerk + vragen
Leerroute-⨀: 1 t/m 10, 12
Leerroute-✱: 1, 3, 5, 7, 9 t/m 15
timer
10:00
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoel
§3.1 Krachten tekenen
Je kan het aangrijpingspunt van een kracht bepalen en een kracht als vector in de juiste schaal weergeven
Slide 12 - Tekstslide
Krachten meten
De eenheid van kracht is Newton (N)
Om aan te geven dat het om een kracht gaat, zet je bij de pijl een letter F (van force = kracht).
Fz is de zwaartekracht, Fs of Fspan is de spankracht en Fv of Fveer is de veerkracht.
Slide 13 - Tekstslide
Krachten tekenen
Een krachtpijl noem je een vector.
Slide 14 - Tekstslide
Krachten tekenen
Drie eigenschappen belangrijk:
Het aangrijpingspunt: een punt van het voorwerp waarop de kracht werkt.
De richting: een kracht heeft altijd een richting. Werkt de kracht naar links, naar rechts, boven of onder?
De grootte: hoe groter de kracht des te groter de vector
Slide 15 - Tekstslide
Een krachtenpijl met schaal
Stap 2
Je zoekt de krachtenschaal op, of je maakt deze zelf. Zo weet je hoeveel centimeter je moet tekenen.
2
Stap 1
Je zoekt uit hoe groot de kracht is. Dit is gegeven in de vraag of je hebt dit berekend.
1
Stap 3
Je tekent de pijl, zo lang als deze moet zijn met de gegevens uit stap 1 en stap 2. Vergeet niet een einde (het puntige uiteinde) te maken om de richting van de kracht aan te geven.
3
Slide 16 - Tekstslide
Krachten tekenen
Aangrijpingspunt, grootte en richting van een kracht teken je met een pijl.
Het aangrijpingspunt is het begin van de pijl.
De richting van de pijl is de richting van de kracht.
De lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is. Een grotere kracht teken je met een langere pijl. Bij de pijl zet je een letter F.
Slide 17 - Tekstslide
Kenmerken van een kracht
Een krachtenpijl heeft altijd drie kenmerken:
Een aangrijpingspunt
Een richting
Een grootte
Slide 18 - Tekstslide
krachten tekenen
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Aan de slag
Maak de opdrachten op het blaadje.
timer
15:00
Slide 21 - Tekstslide
In welke figuur is Fz goed getekend?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 22 - Quizvraag
De volgende begrippen hebben te maken met krachten. Wat past bij elkaar? Sleep de correcte betekenis naar de begrippen.