Lektion 1.3/1.4 1h1

Guten Morgen
Wie geht es dir?
- Laptop op tafel
- Boek op tafel
- Schrift op tafel
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Guten Morgen
Wie geht es dir?
- Laptop op tafel
- Boek op tafel
- Schrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Dagopening
Geld uitgeven

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1. Samen weektaken nakijken
2. haben/sein herhalen
3. Video
4. Spreken
5. Opdracht 3 und 5
5. Weektaken bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Aufgabe 1 (Wiederholung)
Bladzijde 23
1. 9. neun                                           4. 91. einundneunzig
2. 49. neunundvierzig                 5. 8. acht
3. 58. achtundfünfzig                 6. 66. sechsundsechzig

Slide 4 - Tekstslide

Aufgabe 2
Bladzijde 23/49
Der Bruder von meiner Mutter ist mein...
Die Mutter von meinem Vater ist meine...
Meine Schwester ist die... meines Vaters
Mein Vater und meine Mutter sind meine...
Mein Bruder ist der... meiner Eltern

Slide 5 - Tekstslide

Aufgabe 3, 4 und 5
Het antwoordenblad staat op ItsLearning

Slide 6 - Tekstslide

haben/sein
Seite 18


sein
ich ...
du ....
er/sie/es ...
wir ....
ihr ....
sie/Sie ....
Ich bin ...........
haben
ich ....
du ....
er/sie/es ...
wir .....
ihr ....
sie/Sie .....
Ich habe .............

Slide 7 - Tekstslide

Ja, ich .... eine Schwester
(Ja, ik heb een zus)
A
hat
B
habe
C
haben
D
hast

Slide 8 - Quizvraag

Sie ... 9 Jahre alt
A
sind
B
bist
C
ist
D
seid

Slide 9 - Quizvraag

Nein, wir ..... einen Hund
(Nee, we hebben een hond)
A
hast
B
habt
C
habe
D
haben

Slide 10 - Quizvraag

Ihr .... nicht so nett
(Jullie zijn niet zo aardig)
A
seid
B
sind
C
ist
D
bist

Slide 11 - Quizvraag

Zusammen lesen/Samen lezen
Seite 49
Redemittel sprechen

Slide 12 - Tekstslide

4

Slide 13 - Video

01:03
Wie heißt er?
Er heißt...

Slide 14 - Open vraag

01:33
Wie alt ist Walt?
Er ist...

Slide 15 - Open vraag

02:22
Wat betekent de vraag:
"Hast du Geschwister?"
A
Heb je een hond thuis?
B
Woon je alleen?
C
Heb je broers en zussen?
D
Heb je een zus?

Slide 16 - Quizvraag

02:34
Hoeveel broers en zussen heeft Walt?
A
1 broer
B
1 zus
C
2 broers en 1 zus
D
1 broer en 1 zus

Slide 17 - Quizvraag

Sprechen
Beantwoord de vragen eerst zelf.
Gebruik hiervoor bladzijde 49.

Daarna oefen je met je buurman/-vrouw.
De één stelt vragen, de ander geeft antwoorden.
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Aufgabe 3 
Opdracht 3 op bladzijde 29

Samen lezen. Daarna de vragen beantwoorden.




Slide 19 - Tekstslide

Aufgabe 4
Opdracht 4 op bladzijde 30

Slide 20 - Tekstslide

Weektaak

Slide 21 - Tekstslide