In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Nederlands
HAVO 3
Check: oordopjes + telefoon uit/onzichtbaar :-)
Slide 1 - Tekstslide
Meenemen
Boek Nederlands, Op Niveau
schrift (met lijntjes)
pen+ potlood
leesboek
woordenboek
laptop
Slide 2 - Tekstslide
Vooruitblik toets 1
SO BLOK 1 over taal
Grote toets BLOK 1
FICTIE (BOEK 1)
Slide 3 - Tekstslide
Vandaag
Woordstrategieën
BLZ. 26 en 27 opdracht 1 en 2 maken
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
Kun je de verschillende woordstrategieën opnoemen
Kun je herkennen welke woordstrategie wanneer ingezet wordt bij het lezen van een onbekend woord.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Epibreren...
Kende je dit woord al?
Wat doe jij als een woord ziet waarvan je de betekenis niet kent?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Vijf woordstrategieën
1. Synoniem
2. Omschrijving of definitie
3. Voorbeeld
4. Tegengestelde betekenis
5. Herkennen van woorden
Slide 9 - Tekstslide
Wat is een synoniem?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal
Slide 10 - Quizvraag
Wanneer spreek je van een tegenstelling?
A
Woord staat verderop in de tekst
B
Er staat een omgekeerde betekenis in de tekst.
C
Er staat een voorbeeld in de tekst.
D
Je herkent een gedeelte van het woord.
Slide 11 - Quizvraag
Bij welke woordstrategie kijk je naar de context?
A
Synoniem
B
Voorbeeld
C
Omschrijving of defintiie
D
Tegengestelde betekenis
Slide 12 - Quizvraag
Welke strategie wordt hier gebruikt? Als je op jezelf woont, krijg je te maken met allerlei instanties, zoals verzekeringsmaatschappijen, banken en scholen.
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent evident?
Het talent van de toneelspeelster is evident, maar of ze ook het doorzettingsvermogen heeft dat voor grote rollen noodzakelijk is, is onduidelijk.
Slide 14 - Tekstslide
Wat betekent 'evident'?
Slide 15 - Open vraag
Welke woordraadstrategie heb je gebruikt?
Het talent van de toneelspeelster is evident, maar of ze ook het doorzettingsvermogen heeft dat voor grote rollen noodzakelijk is, is onduidelijk.
evident= duidelijk
Slide 16 - Tekstslide
Welke woordraadstrategie heb je gebruikt?
A
synoniem
B
voorbeeld
C
deel van woord bekend
D
tegenstelling
Slide 17 - Quizvraag
Tegenstelling
Het talent van de toneelspeelster is evident, maar of ze ook het doorzettingsvermogen heeft dat voor grote rollen noodzakelijk is, is onduidelijk.
evident= duidelijk
Slide 18 - Tekstslide
Wat betekent interpretatie?
Bij internationale conferenties geeft de interpretatievan de slotverklaring vaak problemen, doordat de verschillende partijen een andere uitleg aan die tekst geven.
Slide 19 - Tekstslide
Wat betekent 'interpretatie'?
Slide 20 - Open vraag
Welke woordraadstrategie heb je gebruikt?
Bij internationale conferenties geeft de interpretatievan de slotverklaring vaak problemen, doordat de verschillende partijen een andere uitleg aan die tekst geven.
interpretatie = uitleg
Slide 21 - Tekstslide
Welke woordraadstrategie heb je gebruikt?
A
synoniem
B
bekend uit andere taal
C
deel van woord bekend
D
tegenovergestelde
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent specerijen?
Veel specerijen, zoals peper, kanaal en kruidnagel, werden door handelsreizigers naar Europa gebracht.
Slide 23 - Tekstslide
Wat betekent 'specerijen''?
Slide 24 - Open vraag
Welke woordraadstrategie heb je gebruikt?
Veel specerijen, zoals peper, kaneel en kruidnagel, werden door handelsreizigers naar Europa gebracht.
specerijen = (gedroogde) kruiden
Slide 25 - Tekstslide
Welke woordraadstrategie heb je gebruikt?
A
synoniem
B
voorbeeld
C
definitie
D
tegenovergestelde
Slide 26 - Quizvraag
Voorbeeld
Veel specerijen, zoals peper, kaneel en kruidnagel, werden door handelsreizigers naar Europa gebracht.
specerijen = (gedroogde) kruiden
Slide 27 - Tekstslide
Opdracht maken
blz. 26 en 27 opdracht 1 en 2
Klaar?
Taalbeschouwing blz. 27 en 28 opdracht 3 en 4 maken.