4.4 Inklemmen

Inklemmen met een dubbele tabel.
4.4
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Inklemmen met een dubbele tabel.
4.4

Slide 1 - Tekstslide

Welk getal is de exponent?
A
2
B
6

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de somformule
die hoort bij formules
A en B?
A
b = 6a + 4
B
b = 10 a + 4
C
b = -6a -4
D
b=10a2+4

Slide 3 - Quizvraag

Bij welke formule is de grafiek een parabool?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 4 - Quizvraag

Welke vorm heeft deze grafiek
A
Stijgende rechte lijn
B
Dalende rechte lijn
C
Bergparabool
D
Dalparabool

Slide 5 - Quizvraag

Hoe precies moet je antwoord geven bij inklemmen?
A
gehele getallen
B
1 getal na de komma
C
2 getallen na de komma
D
dat verschilt per som

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Inklemmen met een dubbele tabel
Uitegfilmpje:

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Stappenplan inklemmen
1     Schat de x-waarde van het snijpunt.
2     Maak een "dubbele" tabel
x
y = ....
y = ....
3     Vul de tabel in
4     Bepaal de twee x-waarden waar het  "omslaat".
5     Bepaal de verschillen in de y-waarden.
Verschil

Slide 10 - Tekstslide

y=4xx2
y=2
Voorbeeld inklemmen  Nu kun je het niet meer precies aflezen!

Slide 11 - Tekstslide

y=4xx2
Schat de x-waarde van het rechter snijpunt, zet deze waarde in het midden.(bovenin de dubbele tabel)
y=2
Stap 1
x=3,4

Slide 12 - Tekstslide

y=4xx2
Maak een dubbele tabel
y=2
Stap 2
x=3,4
x
3,4
y=4xx2
y=2

Slide 13 - Tekstslide

Vul de tabel verder in
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
2,56
2,31
2,04
1,75
1,44
2
2
2
2
2
y=2
y=4xx2
x
Stap 3
y=2
y=4xx2

Slide 14 - Tekstslide

Vul de tabel verder in
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
2,56
2,31
2,04
1,75
1,44
2
2
2
2
2
y=2
y=4xx2
x
Stap 3
y=2
y=4xx2

Slide 15 - Tekstslide

Vul de tabel verder in
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
2,56
2,31
2,04
1,75
1,44
2
2
2
2
2
y=2
y=4xx2
x
Stap 3
y=2
y=4xx2

Slide 16 - Tekstslide

Bepaal de twee x-waarden waar het "omslaat"
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
2,56
2,31
2,04
1,75
1,44
2
2
2
2
2
y=2
y=4xx2
x
Stap 4
y=2
y=4xx2

Slide 17 - Tekstslide

Bepaal de twee x-waarden waar het "omslaat"
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
2,56
2,31
2,04
1,75
1,44
2
2
2
2
2
y=2
y=4xx2
x
Stap 4
y=2
y=4xx2

Slide 18 - Tekstslide

Bepaal de verschillen in de y-waarden.
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
2,56
2,31
2,04
1,75
1,44
2
2
2
2
2
y=2
y=4xx2
x
Stap 5
y=2
y=4xx2
 verschil
0,04
0,25

Slide 19 - Tekstslide

Bepaal de verschillen in de y-waarden.
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
2,56
2,31
2,04
1,75
1,44
2
2
2
2
2
y=2
y=4xx2
x
Stap 5
y=2
y=4xx2
 verschil
0,04
0,25
Bij x=3,4 is het verschil in de y -waarden het kleinst.

Slide 20 - Tekstslide

Bepaal de verschillen in de y-waarden.
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
2,56
2,31
2,04
1,75
1,44
2
2
2
2
2
y=2
y=4xx2
x
Stap 5
y=2
y=4xx2
 verschil
0,04
0,25
Bij x=3,4 is het verschil in de y -waarden het kleinst.
De coördinaten van het rechter snijpunt zijn: (3,4 ; 2)

Slide 21 - Tekstslide

Probeer nu zelf het linker snijpunt te vinden met inklemmen.
1 Schat de x-waarde van het snijpunt.
2 Maak een "dubbele" tabel
3 Vul de tabel in
4 Bepaal de twee x-waarden waar het "omslaat".
5 Bepaal de verschillen in de y-waarden.

Stappenplan inklemmen
De coördinaten van het linker snijpunt weet je voor de helft al : ( x-waarde; 2) 

Slide 22 - Tekstslide

Op volgende dia 
staat het antwoord

Slide 23 - Tekstslide

De  x-waarde is 0,6
De coördinaten van het linker snijpunt zijn :
(0,6 ; 2)

Slide 24 - Tekstslide