ComVa P2 les 4 Factoren en valkuilen bij observeren

ComVa les 4
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ComVaMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ComVa les 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke observatietechniek is dit?
A
Participerend observeren
B
Niet participerend observeren

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke observatietechniek is dit?
A
Participerend observeren
B
Niet participerend observeren

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke methode kun je het beste toepassen wanneer de observatievragen nog niet concreet zijn?
A
Vrije observatie
B
Gestructureerde observatie
C
Intervalobservatie
D
Contextuele observatie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer je wilt weten of het moment van de dag invloed heeft op het observatiedoel, kun je het beste de volgende methode gebruiken..
A
Gestructureerde observatie
B
Vrije observatie
C
Intervalobservatie
D
Protocollaire observatie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel: Je gaat een collega observeren hoe vaak hij/zij in een gesprek samenvat. Welke observatiemethode gebruik je dan?
A
Contextuele observatie
B
Vrije observatie
C
Protocollaire observatie
D
Gestructureerde observatie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je begint je dienst bij een dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking. Er ligt een formulier klaar waarop precies staat waar jij op moet letten die dag. Welk observatiemethode gebruik je?
A
Protocollaire observatie
B
Contextuele observatie
C
Gestructureerde observatie
D
Intervalobservatie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke factoren hebben
invloed op jouw observatie?

Slide 8 - Woordweb

Bespreek het woordweb na door studenten voorbeelden te laten noemen bij iedere factor én de consequentie voor de observatie.
Evaluatie lesdoelen
* De student kan benoemen wat participerend observeren en wat niet-participerend observeren is.
* De student kan de 5 factoren benoemen die de observatie kunnen beïnvloeden.
* De student kan de 3 valkuilen bij een observatie benoemen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan de 3 factoren benoemen die een evaluatie kunnen beïnvloeden
05

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik ken de 3 valkuilen bij observeren.
Ik weet er 1
Ik weet er 2
Ik weet ze alle 3!

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Mijn tip/top voor Anna is....

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies