Het gebruik van overdrijvingen en ironie in teksten

Het gebruik van overdrijvingen en ironie in teksten
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het gebruik van overdrijvingen en ironie in teksten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma t/m herfstvakantie
Vandaag: uitleg H5 + controle H3 + H4
Vrijdag: uitleg H6
Maandag 9/10: Controle H5 + H6 + bespreken rep. Lezen
Donderdag 12/10: GR-les (uitdelen eindopdracht).
Vrijdag 13/10: geen les 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat overdrijvingen en ironie zijn en hoe schrijvers ze gebruiken in teksten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is overdrijving en wat is ironie?
Bespreek met je buurtje. Geef evt. een voorbeeld.

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Overdrijving
Schrijvers maken gebruik van overdrijvingen om iets extra op te laten vallen door het groter, mooier, erger of beter te maken dan het eigenlijk is.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld overdrijving
Het was een doodsaaie les.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ironie
Schrijvers gebruiken ironie om iets op een grappige of spottende manier te zeggen, waardoor de lezer weet dat het niet serieus bedoeld is.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld ironie
Geweldig hoor, die twee voor je toets!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf gebruiken weleens ironie
Als je wilt dat de ander weet dat je het niet serieus bedoelt, zet je er vaak een emoticon achter.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactieve oefening
Bekijk de volgende zin: 'Wat een heerlijk weer vandaag!' Is dit een voorbeeld van overdrijving of ironie?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
In deze les hebben we geleerd wat overdrijvingen en ironie zijn en hoe schrijvers ze gebruiken om teksten afwisselender en aantrekkelijker te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een overdrijving
en een voorbeeld van ironie.
timer
5:00

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.