wk8 toets die Wolke - bijv nw + spreken

Dienstag, der 22. Februar
Die Wolke: boektoets en schrijftoets
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dienstag, der 22. Februar
Die Wolke: boektoets en schrijftoets

Slide 1 - Tekstslide

Hausaufgaben
L. Wörter 1 und 2,
dl. bijv. naamwoord (C, S. 119).
Neem je grammatica boekje mee

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir mit K3?
- meer tekstjes op de toets (dus lezen!)
- woordjes Kap. 3 (aangepaste woordenlijst die ik maak)
- bijvoeglijk naamwoord
- keuzevoorzetsels (niet de vaste!) 
- Konjunktionen en Adverbien

Slide 3 - Tekstslide

Mittwoch, der 23. Februar
Sprechen über Essen
Uitleg: bijv. nw, m. opdrachten 37, 38
m. 12 en 16

Slide 4 - Tekstslide

Sprechen 11
Bereite vor mit Stichwörte: 5 minuten (alleine!)
Dann erzähl deinem Nachbar deine Meinung (ungefähr 1.5 Minute). Der Nachbar stellt eine Frage, du beantwortest
Tauscht die Rollen

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 3: Hoofdstuk 8 of 9
Vraag 9: Hoofdstuk 6

Slide 6 - Tekstslide

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Der-Gruppe

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Ein-Gruppe

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Null-Gruppe

Slide 10 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord: der en ein groep

Slide 11 - Tekstslide

Van welke vier factoren hangt de uitgang van een bijvoeglijk naamwoord af?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Woord dat eraan voorafgaat (der- of ein - Gruppe)
B
Of het zelfstandig naamwoord in meervoud of enkelvoud staat
C
De naamval van de woordgroep
D
Geslacht van het zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quizvraag

Hoe kan ik de uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord onthouden?
5 / 7
A
met een auto
B
met een huis
C
met een dier
D
met een sleutel

Slide 13 - Quizvraag

Schema bijvoeglijk naamwoord:
Vul de ontbrekende uitgang in.
Unser.. neu.. Lehrer verlangt gut... Leistungen von uns.
A
unserer neuer - gute
B
unserer neuer - guten
C
unser neuer - gute
D
unser neuer - guten

Slide 14 - Quizvraag

Vul de uitgang in.

Mein Vater trinkt immer kühl--- Bier (o).
Staat hier een woord uit de der- of ein-Groep voor het bijvoeglijk naamwoord?
A
-en
B
-e
C
-es
D
-er

Slide 15 - Quizvraag

Vul de juiste uitgangen in:
Wir suchen ein__ ruhig__ Zimmer (o) in ein___ billig___ Hotel (o)
A
ein ruhig, ein billig
B
ein ruhiges, ein billige
C
eines ruhige, einem billigen
D
ein ruhiges, einem billigen

Slide 16 - Quizvraag

Vul de juiste uitgangen in:
Der neu___ Volkswagen ist ein__ sehr geräumig__ Wagen (m)
A
neuer, ein sehr geräumiger
B
neue, einen sehr geräumigen
C
neuer, einer sehr geräumige
D
neue, ein sehr geräumiger

Slide 17 - Quizvraag

Vul de uitgang in.

Mein Vater isst immer frisch--- Brot (o).
Staat hier een woord uit de der- of ein-Groep voor het bijvoeglijk naamwoord?
A
-en
B
-e
C
-es
D
-er

Slide 18 - Quizvraag

Maak nu opdracht 37 en 38

Slide 19 - Tekstslide

Hausaufgaben
afm. 12, 37 en 38
l. Wörter 1-3

Slide 20 - Tekstslide