Thema 4, Basisstof 1 t/m 3

Thema 4, basisstof 1-3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4, basisstof 1-3

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 1

Slide 2 - Tekstslide

Primair
  • De geslachtskenmerken die bij de geboorte al aanwezig zijn
  • Jongetje: penis en balzak
  • Meisje: vagina en schaamlippen

Slide 3 - Tekstslide

Secundair
  • Rond je puberteit gaat je lichaam en geest (meer) veranderen
  • Lichamelijke veranderingen van je geslachtskenmerken in de puberteit: secundaire geslachtskenmerken

Slide 4 - Tekstslide

Secundair
  • De man: Gespierdere lichaamsbouw, baard in de keel, lichaamshaar, eerste zaadlozing
  • De vrouw: Rondere lichaamsvormen, lichaamshaar, menstruatie
  • Welke geestelijke veranderingen?

Slide 5 - Tekstslide

Basisstof 2

Slide 6 - Tekstslide

De man (XY)
  • Wat maakt het mannelijke orgaan?
  • Zaadcellen worden gemaakt in de teelballen
    Ze worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen

Slide 7 - Tekstslide

De man (XY)
  • De zaadleiders brengt ze langs de zaadblaasjes en de prostaat
  • Na dat er vocht aan wordt toegevoegd, heet het sperma

Slide 8 - Tekstslide

Hormonen
  • Wat zijn hormonen?
  • Signalen naar specifieke organen
  • De hypofyse zorgt ervoor dat de zaadcellen en testosteron (?) wordt aangemaakt

Slide 9 - Tekstslide

Zaadlozing
  • De zwellichamen in een penis kunnen zich vullen met bloed, een erectie treed op
  • Bij de prikkeling van de eikel kan een zaadlozing optreden

Slide 10 - Tekstslide

Zaadlozing
  • Bij een zaadlozing komen wel 100-400 miljoen zaadcellen vrij
  • Een zaadlozing kan op verschillende manieren plaatsvinden

Slide 11 - Tekstslide

Basisstof 3

Slide 12 - Tekstslide

De vrouw (XX)
  • In de eierstokken worden eicellen gemaakt
  • Hoe wordt de aanmaak aangestuurd?
  • Door hormoonklieren, de hypofyse

Slide 13 - Tekstslide

De vrouw (XX)
  • In de eierstokken zitten eicellen omgeven met andere cellen, het heet een follikel
  •  Vanaf de puberteit komt één follikel elke 4 weken tot rijping:

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De vrouw (XX)
  • We noemen dit ovulatie, of eisprong
  • De follikel neemt vocht op en barst open
  • De eicel wordt door de eileiders vervoerd richting de baarmoeder

Slide 16 - Tekstslide

Bevruchting
  • Als een zaadcel de eicel bevrucht, deelt het zich en verplaatst het naar het baarmoederslijmvlies
  • Het gaat innestelen

Slide 17 - Tekstslide

  • Clitoris
  • Kleine en grote schaamlippen
  • Maagdenvlies

Slide 18 - Tekstslide