H3 beknopte bijzin

Grammatica zinsdelen
 beknopte bijzinnen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen
 beknopte bijzinnen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 
Aan het einde van deze les weet je wat een beknopte bijzin is en kun je het type en de functie van een beknopte bijzin bepalen. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Theorie - deel 1
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken > verkorte bijzin.

gewone bijzin: Nadat ze de catwalk verlieten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.

beknopte bijzin: Na de catwalk te hebben verlaten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.





Slide 4 - Tekstslide

Theorie - deel 2
  • Onderwerp en persoonsvorm ontbreken in een beknopte bijzin.
  •  Het onderwerp is ‘verzwegen’ --> verzwegen onderwerp kun je afleiden uit de hoofdzin (het is daar het ow, lv of mv).

 Dromend over zijn toekomst (bekn. bz.) viel hij in slaap. 
Verzwegen onderwerp = hij 

Slide 5 - Tekstslide

Theorie - deel 3 - herkennen beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm kan de beknopte bijzin bevatten:

  • een voltooid deelwoord:
 Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.
  • een onvoltooid deelwoord: 
 Naar huis fietsend bedacht Mark zich, keerde om en reed terug.
  •  ‘te + infinitief’: 
 Na zijn kast te hebben leeggehaald vond Tim de shirts die hij zocht.

Slide 6 - Tekstslide

Loerend op haar prooi sloop de oude leeuwin over de savanne
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 7 - Quizvraag

Heeft Aline je uitgelegd hoe je snel een fietsband kunt plakken?
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 8 - Quizvraag

Vanmiddag zei de loodgieter dat hij alle kranen had vervangen.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 9 - Quizvraag

Na drie verloren finales eindelijk kampioen geworden, dankte de tennisser zijn ouders en staf.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 10 - Quizvraag

De hopman waarschuwde zijn scouts op tijd aanwezig te zijn.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 11 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzinnen
even oefenen 

Slide 12 - Tekstslide

Beknopte bijzin: welk onderwerp is weggelaten?
Napratend over de wedstrijd, verlieten de toeschouwers het stadion.
A
de voetballers
B
de toeschouwers
C
het stadion
D
de wedstrijd

Slide 13 - Quizvraag

Napratend over de wedstrijd, verlieten de toeschouwers het stadion.
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Welk onderwerp is weggelaten?

Kletsnat van de regen thuisgekomen, smaakte de warme chocomelk mij wel.
A
de warme chocomelk
B
ik
C
de regen
D
mij

Slide 15 - Quizvraag

Kletsnat van de regen thuisgekomen, smaakte de warme chocomelk mij wel.

Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag


Na de koning uitgezwaaid te hebben, vertrok de helikopter.
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quizvraag

Wachtend op de bus, kusten zij elkaar.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quizvraag

Alvorens te tekenen, dient u alle consequenties van uw besluit te overwegen.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

Luid gillend werd zijn verstandskies getrokken.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een beknopte bijzin?
Een bijzin zonder....

Slide 23 - Open vraag

Wanneer is een beknopte bijzin foutief?

Slide 24 - Open vraag