Democratische revoluties

Democratische revoluties
8.3 Burgers aan de macht
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Democratische revoluties
8.3 Burgers aan de macht

Slide 1 - Tekstslide

kenmerkend aspect
de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze week kun je:
- oorzaken noemen van de democratische revoluties
- het verband aangeven tussen de revoluties
- gevolgen van de revoluties uitleggen

Slide 3 - Tekstslide

Casus 8.3
Burgers aan de macht

Slide 4 - Tekstslide

Democratische Revoluties
- Amerikaanse Revolutie (1775-1783)
- Bataafse Revolutie (1787-1799)
- Franse Revolutie (1789-1815)

Slide 5 - Tekstslide

Amerikaanse Revolutie

Slide 6 - Woordweb

Amerikaanse Revolutie (1775-1783)
Dertien Engelse kolonies sinds 17e eeuw in Amerika
* godsdienstige vluchtelingen
* avonturiers
* misdadigers
* handelaren

Slide 7 - Tekstslide

Amerikaanse Revolutie (1775-1783)
Engelse kolonie:
- Indianen worden verdreven
- plantage-economie
- geen strak Engels bestuur

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken Amerikaanse Revolutie
- beperking van macht en rijkdom
Navigation Acts (reeks Engelse wetten die vanaf 1651 de scheepvaart door niet-Engelse schepen van en naar Engeland en de Engelse koloniën inperkten.)

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijke gebeurtenissen
- Boston Tea Party (17 december 1773)
- Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783)
- Declaration of Independence (4 juli 1776)
- Amerikaanse Grondwet + Bill of Rights (1787)

Slide 10 - Tekstslide

Belangrijke personen
George Washington (1732 -1799) was generaal, opperbevelhebber van de koloniën in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, slavenhouder en de eerste president van de Verenigde Staten van 1789 tot 1797.
George III (1738-1820) was koning van het Verenigd Koninkrijk van 25 oktober 1760 tot aan zijn dood. 
Thomas Jefferson (1743-1826) was een Amerikaans staatsman, filosoof, architect, slavenhouder, kunstenaar en de derde president van de Verenigde Staten. Het ontwerp van de Onafhankelijkheidsverklaring van 1776 (aangenomen op de 4e juli van dat jaar) was grotendeels zijn verdienste.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Franse Revolutie

Slide 13 - Tekstslide

Frankrijk had met allerlei problemen aan de vooravond van de revolutie. Noem er een paar.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Lodewijk XVI
Frankrijk is failliet, Lodewijk XVI roept in 1789 voor het eerst in 175 jaar het parlement bij elkaar voor nieuwe belastingen.

In het parlement werd per stand gestemd. De derde stand is hier zeer ontevreden over.

Slide 17 - Tekstslide

Bij welke stand hoorde je in Frankrijk als je arts was?
A
1ste
B
2de
C
3de
D
geen

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel procent van de bevolking hoorde bij de derde stand?
A
42
B
50
C
75
D
98

Slide 19 - Quizvraag

De koning zag in dat er problemen waren en wat gedaan moest worden. De Staten-Generaal werd bijeengeroepen. Een probleem was de manier van stemmen. Wat was er zo oneerlijk?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Twee revoluties voor de prijs van één
Eerste revolutie (1789-1792):
  • Constitutionele monarchie
  • Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger
  • Grondwet

Tweede revolutie (1792-1794):
  • Jacobijns bewind
  • Onthoofding vorst
  • Terreur tegen tegenstanders

Slide 22 - Tekstslide

Directoire en Napoleon 
Directoire (1795-1799):
  • Vijfmanschap (later drie man) die orde en rust na terreur moesten herstellen
  • Mislukking

Napoleon (1799-1814):
  • Een van de directeuren, neemt de macht over van de rest
  • Zeer populair, en weet orde te herstellen
  • Verspreidt Verlichtingsideeën (Code Napoléon)

Slide 23 - Tekstslide

Congres van Wenen

Slide 24 - Tekstslide

Conservatieve orde (1814-1815)
De liberale tendensen van de grote revoluties werden de kop in gedrukt.
Onder meer:
  • Franse koningshuis hersteld
  • Nederland en België worden een koninkrijk (onder leiding van Willem I)
  • Afspraak dat landen elkaar zouden helpen wanneer er liberale opstanden ergens zouden plaatsvinden (bijvoorbeeld in Griekenland in 1922)

Slide 25 - Tekstslide

De Bataafse Revolutie (1787-1799)
  • Lees 8.3
  • Wat waren de oorzaken van de Bataafse Revolutie?
  • Welke gebeurtenissen waren sleutelmomenten in de revolutie?
  • Noem drie belangrijke personages die verbonden waren met de revolutie.


Slide 26 - Tekstslide

De Republiek in 18de eeuw
  • De bloeitijd van de Republiek was voorbij.
  • Stadhouderloze tijdperk
  • De corruptie onder de regenten nam toe.
  • 1747 De Franse inval zorgde voor de terugkomst van de stadhouder.
  • De stadhouder Willem IV werd steeds machtiger// stadhouderschap erfelijk


Slide 27 - Tekstslide

Bataafse Revolutie (1787-1799)
Republiek:
* stadhouder Willem V
* corruptie
* slechte economische situatie
* patriotten
* Vierde Engelse Oorlog (1780-1784)

Slide 28 - Tekstslide

Oorzaken Bataafse Revolutie
- politiek
zwak bestuur van Willem V
- economie
VOC failliet

Slide 29 - Tekstslide

Belangrijke gebeurtenissen
- Goejanverwellesluis (28 juni 1787)
- Bataafse Republiek (19 januari 1795)
- grondwet (1798)
- Koninkrijk Holland (1806-1810)

Slide 30 - Tekstslide

Belangrijke personen
Willem V (1748 -1806), prins van Oranje, vorst van Oranje-Nassau, was de laatste erfstadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1751-1795).
Joan Derk van der Capellen tot den Pol  (1741-1784) was een Nederlands politicus en edelman die als grondlegger wordt beschouwd van de patriottenbeweging. Van der Capellen steunde de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, had kritiek op het politieke bestel en regentenstelsel. Hij is vooral bekend als de auteur van het anoniem gepubliceerde pamflet Aan het Volk van Nederland, dat in de nacht van 25 op 26 september 1781 in alle grote steden van de Republiek werd verspreid.
Lodewijk Napoleon (1778-1846) was de jongere broer van keizer Napoleon I en de vader van de latere Franse keizer Napoleon III. In 1806 werd hij op last van zijn broer Napoleon koning van Holland.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Welke Revolutie was eerst?
A
Franse Revolutie
B
Amerikaanse Revolutie
C
Bataafse Revolutie
D
Belgische Revolutie

Slide 35 - Quizvraag

Waar was het volk NIET ontevreden over rond 1789?
A
Voedselprijzen
B
Politieke inspraak
C
Belastingen
D
Amerikaanse Revolutie

Slide 36 - Quizvraag

De onderstaande gebeurtenissen over de democratische revoluties in chronologische volgorde.
1
2
3
4
5
6
De Bataafse Republiek wordt gesticht.
Napoleon wordt keizer van Frankrijk.
De Declaration of Independence wordt ondertekend.
De bestorming van de Bastille
Robespierre is de leider van de radicalen in Frankrijk en handhaaft de macht met behulp van een gruwelijke terreur.
Wilhelmina van Pruisen wordt gearresteerd bij Goejanverwellesluis door patriotten.

Slide 37 - Sleepvraag

1
3
2
Boston Tea Party
Lodewijk Napoleon wordt koning van Holland
In Frankrijk wordt voor het eerst een grondwet ingevoerd

Slide 38 - Sleepvraag

1
3
2

Slide 39 - Sleepvraag

Amerikaanse Revolutie
Franse Revolutie
Bataafse Revolutie
Verklaring van de rechten van de mens en burger
standensamenleving wordt afgeschaft
federatie met eigen grondwet
patriotten
guillotine
idealen uit de Verlichting

Slide 40 - Sleepvraag

Amerikaanse Revolutie
Franse Revolutie
Bataafse Revolutie
O, Landgenoten! Nog eens, wapent u allen tezamen en draag zorg voor de zaken van het hele land. Het land behoort aan U allen met elkaar, en niet aan de Prins met zijn groten alleen.

Slide 41 - Sleepvraag

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

Vergelijk de revoluties
Vergelijk de drie democratische revoluties met elkaar.

- Schrijf een handleiding voor een democratische revolutie
- Formuleer een stappenplan dat een absolutistisch land/staat moet doorlopen om een democratie te worden
- Minimaal 5 stappen 
timer
10:00

Slide 46 - Tekstslide