5.3 Versneld- eenparig - vertraagd les 6

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

H5 Bewegen

Les 5

5.3: Versneld- eenparig- vertraagd

Voorkennis

Wanneer kreeg jij de grootste vertraging die jij je kan 

herinneren ?

Lesdoel

De afstand,tijd-diagrammen van een eenparige, versnelde en vertraagde beweging tekenen en de gemiddelde snelheid hieruit bepalen.

Nut van het lesdoel

Je kunt gecombineerde opdrachten van paragraaf 1,2 en 3 goed doen, waar de stroboscoop, de forumule voor gemiddelde snelheid en diagrammen in voorkomen.

Je begrijpt verschillende grafieken en kunt hierdoor makkelijker opdrachten oplossen, ook de komende leerjaren.

Eenparige beweging: 

- afstand in 2 opvolgende foto's

steeds even groot. 

Versnelde beweging: 

- afstand steeds groter tussen 2 opvolgende 
foto's. 

Vertraagde beweging:

- de tussenruimtens tussen 2

foto's wordt steeds kleiner. 

Tegenkomen

Bram y = 3x

Lisa: y = -x + 40

3x = -x + 40

4 x = 40

x = 10

t = s/v = 40/4 =10s

Controle van begrip

Schets in één afstand,tijd-diagram;

een versnelde beweging (1)

vertraagde beweging (2)

eenparige beweging (3)

Controle van begrip

Uitwerking oliespoor

a De afstand is gelijk tussen de druppels.

b  Geg: s = 20 m

t = 5 s ( 5 x 1 s, de eerste stip niet meetellen !)

Gevr: vgem

Opl; vgem = s/t 

vgem = 20/5 = 4 m/s

a De afstand is gelijk tussen de druppels.

b  Geg: s = 20 m

t = 5 s ( 5 x 1 s, de eerste stip niet meetellen !)

Gevr: vgem

Opl; vgem = s/t 

vgem = 20/5 = 4 m/s

a stil voor stoplicht

b eenparig 4 m/s

c remt af voor stoplicht

d stapt op de fiets

e eenparig 6 m/s

f rijdt weg groen stoplicht

g arriveert op school

versnelde beweging

eenparige beweging

vertraagde beweging

1

2

3

4

5

6

7

berekening maken

Voorkennis (vraag ontleden)

• om de gemiddelde snelheid uit te rekenen maak je gebruik van een formule (4 stappen)
• de formule is:
• als je de gemiddelde snelheid moet uitrekenen moet je dus weten welke tijd en afstand er zijn afgelegd in het totaal.

v​gem​​=​t​​s​​

berekening

• noteer de vraag (2)
• noteer de formule (1)
• noteer de gegevens (2)
• noteer de som (3)
• noteer de antwoordzin (4) 

vraag: v = ?

gegevens:

s = 280 m

t = 105 s

v​gem​​=​t​​s​​

v​gem​​=​105​​280​​

v​gem​​=2,67​s​​m​​

Huiswerk 

Leren §5.3

Maken 1 t/m 6

Leren §5.3

Maken 7 t/m 11