Klinisch redeneren Terminale zorg

Klinisch redeneren binnen de palliatieve & terminale zorg 


Paige Ouwens 
Week 7 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Klinisch redeneren binnen de palliatieve & terminale zorg 


Paige Ouwens 
Week 7 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
De student:
• Kent de meest voorkomende problemen bij terminale zorgvragers
• Voert specifieke verpleegkundige onderzoeken uit en beoordeelt uitkomsten m.b.t.  exposure problematiek
• Herkent en onderkent eventuele belemmering bij het onderzoeken van de exposure bij een zorgvrager
• Is instaat de invloed van een verstoorde exposure op de andere onderdelen van de ABCDEFG uit te leggen
• Is instaat de invloed van een verstoorde familie op de andere onderdelen van de ABCDEFG uit te leggen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over palliatieve zorg?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van palliatieve zorg?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel palliatieve zorg 
Een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te realiseren, 
door te voorkomen en verlichten van lijden. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg is gericht op?
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
voorbereiden op een operatie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteiten van vpk in palliatieve zorg

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegkundige taken 
  • Signalerende taken 
  • Uitvoerende taken 
  • Coördinerende taken 

Maar ook....
Op de hoogte zijn van gewoonten binnen religie 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg begint als het moment van sterven dichterbij komt?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg heeft ook betrekking op de naasten van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteit van leven is ook afhankelijk van de normen en waarden van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg is gericht op het vergroten van de autonomie van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terminale zorg is gericht op
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
stervensbegeleiding

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen terminale zorg en palliatieve zorg?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verschil:
Terminale zorg is gericht op de kwaliteit van sterven.
Palliatieve zorg is gericht op de kwaliteit van leven.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat palliatieve sedatie voor?
A
verhogen van bewustzijn zodat de zorgvrager zo min mogelijk lijdt
B
om kwaliteit van sterven te verbeteren
C
om kwaliteit van leven te verbeteren
D
verlagen van het bewustzijn zodat de zorgvrager zo min mogelijk lijdt

Slide 19 - Quizvraag

in de volgende dia krijg je uitleg van een arts over palliatieve sedatie

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zorgpad stervensfase
  • Vaak in organisatie verwerkt
  • Bijvoorbeeld in patiëntendossier (HIX)
  • Arts start dit zorgpad 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als verzorgende/verpleegkundige als iemand overlijdt?
- Ogen dicht, mond dicht
- Arts & familie bellen
- Dossier sluiten
- Melding maken (receptie & medebewoners)
- Afspraken met familie (afleggen & opbaren)
- Mortuarium of uitvaartbedrijf 


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen van sterven?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen van sterven
  • niet of nauwelijks meer eten en drinken
  • ernstige vermoeidheid en verzwakking leidend tot volledige bedlegerigheid 
  • verminderde urineproductie
  • snelle, zwakke pols
  • koud aanvoelende, soms cyanotische extremiteiten, lijkvlekken
  • spitse neus 
  • verminderd bewustzijn
  • toenemende desoriëntatie (‘terminal restlessness' = terminaal delier)
  • hoorbare, reutelende ademhaling
  • onregelmatige ademhaling kort voor overlijden (Cheyne-Stokes-ademhaling)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking lesdoelen met ABCDEFG

• Voert specifieke verpleegkundige onderzoeken uit en beoordeelt uitkomsten m.b.t.  exposure problematiek
• Herkent en onderkent eventuele belemmering bij het onderzoeken van de exposure bij een zorgvrager
• Is instaat de invloed van een verstoorde exposure op de andere onderdelen van de ABCDEFG uit te leggen
• Is instaat de invloed van een verstoorde familie op de andere onderdelen van de ABCDEFG uit te leggen

Werk deze lesdoelen uit in groepjes van 4 studenten. 10 minuten de tijd om dit klinisch te beredeneren. Daarna klassikale bespreking. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je van deze les mee en hoe kijk je terug op deze manier van kennisoverdracht?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor jullie aandacht!
Volgende week... 

CRM & patiëntveiligheid

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies