Fotografie les 4 Driehoek

• Keuzedeel
• MBO
• Studiejaar 1

Fotografie 

Fotografie

- Leer je het snelst door te doen

- Door te durven en te oefenen

- Neem altijd genoeg foto's

- De mooiste foto's ontstaan onverwachts

- Leer kijken en opnieuw kijken

Fotografie les 4

Je leert deze les:

- Met camera fotograferen in de A-stand

- Wat sluitertijd, diafragma en lichtgevoeligheid zijn

- Wat de belichtingsdriehoek is

-Scherpte & diepte in een foto krijgen

-Achtergronden maken

Deze les bevat 2 opdrachten

Werken met de camera

Je hebt tot nu toe gefotografeerd met je smartphone en een systeemcamera.

Deze camera is compacter (kleiner) dan een spiegelreflexcamera, maar werkt bijna hetzelfde.

Werken met de camera

Links is de spiegelreflexcamera

Rechts is de systeemcamera

Werken met de camera

Links kijk je door de zoeker en dan via een spiegel door de lens. Rechts kijk je in de zoeker waarop het beeld van de sensor digitaal geprojecteerd wordt.

zoeker

zoeker

Werken met de camera

De camera werkt helemaal automatisch, net zoals bij een smartphone. Je drukt op het knopje en er rolt een mooie foto uit.

De camera is echter ook helemaal handmatig in te stellen. Dan moet je dus zelf het diafragma, de sluitertijd en de lichtgevoeligheid (iso) instellen. Dat ga je de komende lessen dus leren.

Werken met de camera

De camera werkt helemaal automatisch, net zoals bij een smartphone. Je drukt op het knopje en er rolt een mooie foto uit.

De camera is echter ook helemaal handmatig in te stellen. Dan moet je dus zelf de lichtgevoeligheid (ISO), de sluitertijd en het diafragma instellen. Dat ga je de komende lessen leren.

LSD

L ichtgevoeilge sensor

S luiter

D iafragma

Instelknop D iafragma

Instelknop S luitertijd

Instelknop 

L ichtgevoeligheid

LSD

Deze vormen de belichtingsdriehoek

Belichtingsdriehoek

- Lichtgevoeiligheid (ISO)

- Sluitertijd

- Diafragma

Deze drie werken als een "puzzel". Door alle drie op een goede manier in te stellen (dus de stukjes passend maken waardoor de puzzel compleet is), krijg je een goede foto.

Fotografie = licht

Fotografie heeft met licht te maken. Zonder licht geen foto! 

Als fotograaf bepaal je dus tijdens het maken van een foto, de hoeveelheid licht om een goede foto te maken. 

De hoeveelheid licht stel je in met je Lichtgevoeligheid, Sluitertijd en Diafragma.

D

S

L

De grote fotografie quiz!

Welk onderdeel zorgt ervoor dat er beweging op de foto komt?

1. Het diafragma
2. De sluitertijd
3. De lichtgevoeligheid (ISO)
4. Alle drie

Wat moet je allemaal instellen voor het maken van een goede foto?

1. Het diafragma en de sluitertijd
2. De sluitertijd en de lichtgevoeligheid
3. Het diafragma en de lichtgevoeligheid
4. Het diafragma, de sluitertijd en de ISO

Het diafragma zorgt voor scherptediepte (diepte in de foto). Welk diafragma is gebruikt bij de foto hiernaast?

1. Een groot diafragma (= een KLEIN getal)
2. Een klein diafragma (= een GROOT getal)

Als je in een donkere kelder staat met heel weinig licht, dan moet je de lichtgevoeligheid (ISO) op een hoog getal zetten.

1. Dat is juist
2. Dat is onjuist

Dit noem je een "bevroren beweging". Met welke sluitertijd krijg je het voor elkaar om zo'n foto te maken?

1. 1/3 van een seconde
2. 1/60 van een seconde
3. 1/1000 van een seconde
4. 1 seconde

Als het een zonnige dag is met veel licht dan kun je een diafragma gebruiken met een groot getal (= kleine opening)

1. Dat is juist
2. Dat is onjuist

Opdracht 1a

Module les 4 maken +module les 5 maken

Ga in groepjes van drie beweging fotograferen.

Zet het fototoestel op A(automatic / F-getal instellen).

Maak foto's met:

- laag F-getal middel F-getal en Hoog F-getal

Opdracht 1b

Ga in groepjes van drie verschillende scherptediepte fotograferen.

Zet het fototoestel op A

- diafragma 2.0

- diafragma 5.6

- diafragma 8

7e en 8e : Achtergronden maken