4.1.1 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.
4.1.2 Je kunt met voorbeelden toelichten hoe je stoffen van elkaar kunt scheiden.
4.1.3 Je kunt beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.
4.1.4 Je kunt vijf stofeigenschappen benoemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.
4.1.5 Je kunt uitleggen waarom aan keukenzout soms jodium wordt toegevoegd. (extra stof)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.1 Stofeigenschappen
4.1.1 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.
4.1.2 Je kunt met voorbeelden toelichten hoe je stoffen van elkaar kunt scheiden.
4.1.3 Je kunt beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.
4.1.4 Je kunt vijf stofeigenschappen benoemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.
4.1.5 Je kunt uitleggen waarom aan keukenzout soms jodium wordt toegevoegd. (extra stof)
Slide 1 - Tekstslide
Moleculen
Molecuul: Kleinste deeltje van een stof met nog de eigenschappen van die stof
Elke stof bestaat uit moleculen.
Elke stof zijn eigen soort moleculen.
Hoe hoger de temperatuur hoe snelle
moleculen bewegen.
Moleculen trekken elkaar aan.
Slide 2 - Tekstslide
Atomen
Moleculen bestaan uit 2 of meer atomen.
Er bestaan meer dan 100
verschillende soorten atomen.
Alle atomen hebben een afkorting:
C, H, O, N, Cl, He, Fe, Au, Ag, Al, Cu, S, Ni, Na
Slide 3 - Tekstslide
Zuivere stof / mengsel
Zuivere stof:
Bestaat uit 1 soort moleculen
Mengsel:
Bestaat uit 2 of meerdere
soorten moleculen.
Slide 4 - Tekstslide
Filtreren
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Indampen
De stof in het indampschaaltje noemen we het RESIDU
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Zuiveren
Als je een stof gaat zuiveren, ben je eigenlijk de moleculen aan het sorteren.
Alle moleculen van dezelfde soort bij elkaar sorteren
Dat sorteren en zuiveren doe je door scheidingsmethodes te gebruiken.
Voorbeeld
Het zuiveren van suiker. Suikerbieten die in de fabriek worden verwerkt, bestaan voor ongeveer 20% uit suiker. Stap voor stap wordt de suiker gescheiden van de andere stoffen. Uiteindelijk blijven er dan witte kristallen over die voor meer dan 99% uit suiker bestaan.
Afbeelding 12
Een mengsel van 3 stoffen
Afbeelding 13
3 zuivere stoffen
Slide 9 - Tekstslide
Stofeigenschappen
Stofeigenschap: een eigenschap van een stof die nooit verandert.
Bekende stofeigenschappen: fase, kleur, geur, oplosbaarheid in water, kookpunt, smeltpunt, geleiding van elektriciteit, dichtheid
Andere stofeigenschappen: geleiding van warmte ,geleiding van geluid, uitzetting en inkrimping, verspaanbaarheid , mogelijkheid tot verbinden en samenstellen , corrosiebestendigheid , vervormen
Eigenschappen die wel veranderen als de hoeveelheid stof veranderd zijn geen stofeigenschappen
Slide 10 - Tekstslide
Dichtheid
De massa van 1cm3 van een stof heet dichtheid.
Dichtheiden:
Slide 11 - Tekstslide
Dichtheid
Dichtheid: geeft aan wat de stof per volume weegt.
cm3g
Slide 12 - Tekstslide
Met welke scheidingsmethode kan je een opgeloste stof scheiden van het oplosmiddel?
A
Filtreren
B
Indampen
Slide 13 - Quizvraag
Met welke scheidingsmethode kan je een vaste stof scheiden van een vloeistof?
A
Filtreren
B
Indampen
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer noem je een stof een zuivere stof?
A
Als de stof gefiltreerd is
B
Als de stof een mengsel is
C
Als de stof een schoon oppervlak heeft
D
Als de stof uit één soort moleculen bestaat
Slide 15 - Quizvraag
Je kunt een stof zuiveren. Je bent de stof dan aan het...
A
Schoonmaken
B
Mengen
C
Sorteren
Slide 16 - Quizvraag
Hoe noem je een stof die uit 1 soort moleculen bestaat
Slide 17 - Open vraag
Hoe noem je een stof die uit meerdere soorten moleculen bestaat