BS3 Een man

2. Het voortplantingsstelsel van een man
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2. Het voortplantingsstelsel van een man

Slide 1 - Tekstslide

Planning:
  • 10 gouden regels
  • Leerdoelen
  • Herhaling BS 2
  • Uitleg basisstof 3 
  • Paar vragen...
  • Aan het werk
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

10 gouden regels
  1. Luister naar elkaar.
  2. Accepteer elkaars mening.
  3. Veroordeel de ander niet, ook al ben je het er niet mee eens of vind je het vreemd.
  4. Lach elkaar niet uit.
  5. Gebruik geen grove woorden. Het is een serieus onderwerp.
  6. Noem geen namen wanneer je een verhaal vertelt.
  7. Alles wat binnen de klas besproken wordt, blijft binnen de klas.
  8. Je bepaalt zelf wat je wel of niet wilt vertellen.
  9. Geen één vraag is raar.
  10. Nog een regel, vul in: 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen..


Slide 4 - Tekstslide

Gevoelig voor prikkels.
Hier vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Hier vindt de ontwikkeling van het ongeboren kind plaats.
Hier komt het sperma bij de geslachtsgemeenschap.
Vervoeren van eicellen.
Vormen slijm waardoor de toegang tot de vagina gladder wordt.
Elk orgaan van het vrouwelijke voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
eierstokken
binnenste schaamlippen
baarmoeder
clitoris
eileiders
vagina

Slide 5 - Sleepvraag

De eisprong vindt plaats in de baarmoeder.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag


Waarin worden de eicellen rijp?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Eierstok
D
Vagina

Slide 7 - Quizvraag

Hierin ontwikkelt een embryo zich:
A
eileider
B
baarmoeder
C
vagina
D
eierstok

Slide 8 - Quizvraag

Lesdoelen
- Je kent de onderdelen van het voortplantingsstelsel van de man en hun functies.
- Weet je hoe zaadcellen geproduceerd worden en waar. 
- Weet je wat sperma is. 
- Weet je wat een erectie is. 
- Weet je wat een zaadlozing is. 

Slide 9 - Tekstslide

Het voortplantingsstelsel van de man

Slide 10 - Tekstslide

Buitenkant
Aan de buitenkant zie je maar een klein deel van de voortplantingsorganen van de man. 
Het grootste deel ligt in de onderbuik. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bijballen
Je ziet hier de balzak. 
In deze huidplooi liggen de teelballen. 
Teelballen maken zaadcellen.
Zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

penis
De penis bestaat uit de eikel, de voorhuid, zwellichamen en de urinebuis. 
Door de urinebuis komt ook sperma naar buiten. 

Slide 16 - Tekstslide

Erectie
Kijk naar het plaatje. De rode delen heten 'zwellichamen'.
Zwellichamen vullen zich met bloed. Zo krijgt een man een stijve penis. 
Een ander woord voor stijve penis is 'erectie'. 

Slide 17 - Tekstslide

Orgasme
Een ander woord voor orgasme is 'klaarkomen'.  
Een man krijgt dan een zaadlozing. 
Hierbij komt het sperma uit de penis. 

Slide 18 - Tekstslide

Zaadcel of Spermacel
Een spermacel heeft een kop en een zweepstaart.
Met de zweepstaart kan hij zich voortbewegen. 
Mannen kunnen tot op hoge leeftijd sperma produceren. 
Zaadleiders vervoeren de zaadcellen. 

Slide 19 - Tekstslide

Sperma
Sperma bestaat uit vocht met zaadcellen. 
Het vocht komt uit de zaadblaasjes en de prostaat. 
die liggen in de onderbuik. 
Sperma is kleverig en wit van kleur. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Tekstslide

de eerste zaadlozing

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Hygiëne
Het is belangrijk om de penis elke dag te wassen met warm water.

Je moet de voorhuid terugtrekken en goed onder het randje van de eikel wassen. 
Zo voorkom je ontstekingen en nare geurtjes. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat klopt er NIET over de zaadlozing?
A
Bij een zaadlozing komt sperma komt met schokken uit de penis.
B
1 zaadlozing bevat tussen de 100 en 400 miljoen zaadcellen.
C
Een zaadlozing kan 's nachts spontaan gebeuren.
D
Een zaadlozing komt zowel bij mannen als bij vrouwen voor.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de functie van de zaadleider in het voortplantingsstelsel van de man?
A
Slaat zaadcellen op
B
Vervoert de zaadcellen
C
Ontstaan zaadcellen
D
Voegen zaadvocht toe

Slide 28 - Quizvraag

Door wie wordt de cel hiernaast aangemaakt?
A
Man
B
Vrouw

Slide 29 - Quizvraag

Gevoelige deel van de penis
Hier worden zaadcellen gemaakt
Vervoeren van zaadcellen
Eikel
Bijballen
Hier worden zaadcellen opgeslagen
Teelballen
Zaadleiders

Slide 30 - Sleepvraag

Hier worden de zaadcellen aangemaakt
A
prostaat
B
bijballen
C
zaadblaasjes
D
teelballen

Slide 31 - Quizvraag

Bij een zaadlozing komt het sperma uit de urinebuis.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Zaadleider
Bijballen
teelballen
Zaadblaasje
Prostaat
Urinebuis
Zwellichamen
Eikel
Balzak
Voorhuid

Slide 33 - Sleepvraag

Aan het werk: 
  • Wat? : Opdracht 1 t/m 8 en 10 (blz.31 t/m 36)
  • Tijd?: 15 min
  • Hoe?: Individueel
  • Hulp?: Je buurman/buurvrouw/boek/docent
  • Klaar?: Pak je laptop > Ga naar leermiddelen > biologie >Flitskaarten

timer
15:00

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen..


Slide 35 - Tekstslide