Als een land een gemeenschappelijke vijand heeft, wordt de nationale identiteit sterker en beter zichtbaar.
Op een 'onschuldige' manier is dit ook in Nederland goed zichtbaar bij grote voetbaltoernooien. Heel Nederland is oranje gekleurd en de tegenstander is 90 minuten lang de grote vijand.
Als een land in oorlog is of wordt aangevallen zal de nationale identiteit ook sterker worden. In de VS gebeurde dat sterk na de aanslagen van 11 september 2001. Het land kreeg een gezamenlijke vijand, het terrorisme, en stond bijna als een man achter de president. Ook gedurende de daaropvolgende oorlogen in Afghanistan en Irak werden de Amerikanen trotser op hun land.