Week 2 - dagplanning Dinsdag 12-01-2021

Dinsdag 12 januari 2021
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
4BBL LockdownMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 12 januari 2021

Slide 1 - Tekstslide

Dagplanning
1e uur: Nederlands
2e uur: Engels
10:00 uur inbellen via teams met Denise
3e uur: Dubbelklik
4e uur: Dubbelklik
5e uur: Economie
6e uur: Economie

Slide 2 - Tekstslide

Nederlands
Je bent vorige week vrijdag begonnen aan H4 Woordenschat. Je gaat vandaag verder met deze paragraaf. 
Maak opdr. 4, 5, 6 en 7.

Zie Dia hierna voor een uitleg video!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is een voorbeeld van synoniemen?
A
groot en groter
B
viool en trompet
C
stuk en kapot
D
dag en nacht

Slide 5 - Quizvraag

Engels
Kijk op blz. 77 van je textbook.  Daar staat een uitleg (groene stukje) over de grammatica van If-zinnen. 

Maak opdrachten; 12, 13 en 15. 
Op de dia's hierna vind je herhalingsdia's van de grammatica. Morgen krijgen jullie via Lessonup een Quiz die je moet doen w.b. de grammatica. 

Slide 6 - Tekstslide

GRAMMAR
Herhaling

Slide 7 - Tekstslide

If kan je op 3 manieren gebruiken


1. Gebruiken bij feiten, aan beiden kanten van de if is het werkwoord in present simple.

Water boils if you heat it to 100 degrees
If you heat water to 100 degrees it boils

Slide 8 - Tekstslide

  1. Gebruiken als je het bijna zeker weet dat het gaat gebeuren. Aan de ene kant van de komma/if will + hele werkwoord en aan de andere kant van de komma/if present simple

I will send him a card if I have is address
If I have his address, I will send him a card.

Slide 9 - Tekstslide

  1. Als je bijna zeker weet dat het NIET gaat gebeuren. Aan de ene kant van de komma/if would + hele werkwoord en aan de andere kant van de komma/if past simple

I would buy a computer if I had money
If I had money, I would buy a computer

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Some / any
Some gebruik je in bevestigende zinnen of in vragende zinnen waarop je verwacht dat het antwoord 'ja' zal zijn.
  • I have some good friends. 
  • Can I have some apples, please?

Any gebruik je in ontkennende zinnen of in vragende zinnen.
  • I don't have any friends. 
  • Did any of your photos come out well?

Slide 12 - Tekstslide

many
much

Slide 13 - Tekstslide

FEW or LITTLE?

Slide 14 - Tekstslide

If you can count it, you use FEW
If you can NOT count it, you use LITTLE

Slide 15 - Tekstslide

Dubbelklik
Vandaag ga je basistaak 7 maken van de module Vakantiepark. 
7.2 en 7.6 mag je overslaan.

Je werkt zelfstandig en gaat dus zelf je eigen droomvakantie samenstellen. Daar maak je uiteindelijk ook een powerpoint over. Doe niet meer dan dat er wordt gevraagd, dan houd je het overzichtelijk en makkelijk voor jezelf. Succes!

Slide 16 - Tekstslide

Economie
Economie gaat niet door. Omdat je als het goed is, ALLES van H4 af hebt! Is dit niet het geval? Dan maak je het natuurlijk wel af.
Zorg ook dat je rekentrainers af zijn.

In plaats daarvan wil ik dat je checkt of je met Dubbelklik helemaal bij bent en met je taalportfolio. 
Zet 'm op!

Slide 17 - Tekstslide







Goed gewerkt, tot morgen!

Slide 18 - Tekstslide