10.9. Sophie 2, zw ww, Wanderlust 3

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programm, Dienstag 10.9. 
Wörter
Sophie
Regelmäßige Verben
Wanderlust 2

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wörterliste S. 394
Schreib 2 lange, sinnvolle Sätze mit Wörtern aus der Wörterliste !
Zähl die Wörter

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sophie Scholl




Maak aantekeningen!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Zwakke werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

spielen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
spiele
spielt
spielst
spielen
spielt
spielen
spiel
spielest
spielten

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voltooid deelwoord
wohnen
irritieren
auslachen
gebrauchen
hoffen
probieren
irritiert
gegebraucht
gewohnd
geirritiert
geprobiert
ausgelacht
gewohnt
geauslacht
gehofft
gebraucht
hofft
probiert

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trennbare Verben

auflegen                        ->  aufgelegt
zusammenfügen      ->  zusammengefügt


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ausnahmen!
Werkwoorden waarvan de klemtoon niet op de 1de lettergreep valt!

überqueren                          hat überquert
verlangen                              hat verlang
notieren                                 hat notiert

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bei welchen Stämmen muss man aufpassen?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Was war die Regel bei Verben mit Stamm der auf s/ss/ß/z endet?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

gießen (gieten)
du ......

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Was war die Regel bei Verben mit Stamm der auf d/t endet?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden met d/t in stam


(arbeiten)


(melden)
ich
arbeit - e
meld-e
du
arbeit -  est
meld- est 
er/sie/es
arbeit - et
meld-et
wir
arbeit - en
meld- en
ihr
arbeit - et
meld - e
sie/Sie
arbeit - en
meld - en
!!!
ge - arbeit -et
ge - meld - et

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mieten

ihr
A
miete
B
mietest
C
mietet
D
miett

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

reden

er ...
A
rede
B
redest
C
redet
D
redt

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Warum hast du nicht(warten) ............. ?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sonderfälle
(ademen)     atmen               atm-              du atmest, er/ihr atmet
(openen)      öffnen               öffn-             du öffnest, er/ihr öffnet
(rekenen)     rechnen            rechn-         du rechnest, er/ihr rechnet
(regenen)     regnen              regn-            es regnet
(tekenen)      zeichnen         zeichn-        du zeichnest, er zeichnet

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Üben
Übung 1
Übung 3  (voltooid deelwoord)
Übung 4 (voltooid deelwoord)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literatur
Wanderlust

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 'Wanderlust'
  • Je kan je leeservaring en vragen verwoorden
  • Je kan participeren aan een inhoudelijke discussie over      literatuur
  • Je kan omgaan met onbekende Duitse woorden in een tekst

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handelingsdeel      8 oct
Werkboek inleveren

Extra opdracht maken

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgabe für Dienstag 17.9.
Lernen:     Wörterliste Seite 396
Machen:   Wanderlust 3.5


Nächste Stunde: Buch + Material Wanderlust

Slide 25 - Tekstslide

EHBL Karten austeilen
Übersetzt:
1. der Abiturient
2. jemandem Bescheid       sagen
3. die Stelle
4. zunächst

5.  nodig hebben
6.  succesvol
7.   moeilijk
8.  van plan zijn

Slide 26 - Tekstslide

1. de examenleerling
2. iemand informeren
3. de plaats, plek, baan
4. allereerst
'
5. brauchen
6. erfolgreich
7. schwierig, schwer
8. vorhaben, beabsichtigen