Les 16 december

Woensdag 16 december
Wat gaan we doen vandaag?

  • Hoofdstuk 4 herhalen
  • Paragraaf 4.7 out of stock

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelskennisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 16 december
Wat gaan we doen vandaag?

  • Hoofdstuk 4 herhalen
  • Paragraaf 4.7 out of stock

Slide 1 - Tekstslide

Omzet = € 3.000.000
Inkoopwaarde van de omzet = € 2.300.000
Hoe wordt het verschil genoemd?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Het brutowinstpercentage bedraagt 35% van de omzet. De omzet in 2019 is €2.500.250,-. Hoeveel is de IWO in 2019?
A
€1.625.162,50
B
€1.825.165,50
C
€1.325.142,50
D
€1.125.362,50

Slide 4 - Quizvraag

Hoe bereken je de omzetsnelheid?
(IWO = inkoopwaarde v/d omzet)
A
Gemiddelde voorraad : IWO
B
Bestelgrootte : Jaarafzet
C
Jaarafzet : Bestelgrootte
D
IWO : Gemiddelde voorraad

Slide 5 - Quizvraag

Beginvoorraad is €25.550
Eindvoorraad is €24.880
Omzet is €80.500
Brutowinst is €23.250
Wat is de omzetsnelheid?
A
3,23
B
2,27
C
1,49
D
4,12

Slide 6 - Quizvraag

Beginvoorraad is                                         €25.550
Eindvoorraad is                                           €24.880
Omzet is                                                        €80.500
Brutowinst is                                                €23.250
Wat is de omzetsnelheid?
IWO = Omzet - Brutowinst
€80.500 - €23.250 = €57.250
Gemiddelde voorraad = (Begin + Eind) / 2
(€25.550 + €24.880) / 2 = €25.215
Omzetsnelheid = IWO / gemiddelde voorraad
€57.250 / €25.215 = 2,27

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent 'bestelfrequentie'?
A
De hoeveelheid artikelen per verpakkingseenheid
B
Het aantal keer dat je per jaar bestelt
C
Het tijdstip dat je de bestelling plaatst

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent 'jaarafzet'?
A
Hoe vaak je de gemiddelde voorraad in een jaar verkoopt
B
De tijd dat de gemiddelde voorraad in de winkel ligt, voordat het verkocht wordt
C
De hoeveelheid producten die je per jaar verkoopt
D
Totale hoeveelheid geld die een bedrijf ontvangt, door de verkoop

Slide 9 - Quizvraag

Je jaarafzet is 300 magnetrons. De bestelgrootte is 20 magnetrons. Wat is de bestelfrequentie?

Slide 10 - Open vraag


A
€74,30
B
€60,83
C
€730
D
€812

Slide 11 - Quizvraag

Verzendkosten 
€22,50 x 20 bestellingen = €450,-



Personeelskosten
Tarief per uur: €42,- : 3 = €14 per 20 minuten
€14 x 20 bestellingen = €280,-
Bestelkosten (jaar) = Verzendkosten + Personeelskosten
€450 + €280 = €730
Bestelkosten per maand: €730,- : 12 maanden = €60,83 

Slide 12 - Tekstslide

Wat denk je dat 'out of stock' betekent'?

Slide 13 - Open vraag

4 oplossingen bij out of stock
  • Goederen worden op korte termijn geleverd
  • Er is een andere locatie waar de goederen liggen
  • Het gevraagde ligt bij de retourgoederen
  • De goederen kunnen besteld worden 

Slide 14 - Tekstslide

Out of stock

Slide 15 - Woordweb

Huiswerk
Als het goed is, heb je tot en met 37 gemaakt
Het huiswerk is 45 t/m 51
 (48 t/m 51 krijg je morgen uitleg over)

Slide 16 - Tekstslide

vragen
VRAGEN? 

Slide 17 - Tekstslide