5.4 Zenuwstelsel

Zenuwstelsel
Nodig:
- Inloggen bij LessonUp-app (laptop/ telefoon/ tablet)
- Boek op blz. 102 & 103
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zenuwstelsel
Nodig:
- Inloggen bij LessonUp-app (laptop/ telefoon/ tablet)
- Boek op blz. 102 & 103

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Terugblik op vorige les
- Leerdoelen deze les
- Uitleg + vragen over zenuwstelsel
- Huiswerk
- Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les gemist?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de functie van het netvlies?
A
Het geeft bescherming aan het oog
B
Het vangt lichtprikkels op en zet deze om in impulsen
C
Het geleidt de impulsen naar de hersenen
D
Hierdoor lopen de bloedvaten van het oog

Slide 4 - Quizvraag

Door welke onderdelen van het oog gaat het licht? Zet ze in de goede volgorde. Maak gebruik van de volgende woorden:

Glasachtig lichaam - hoornvlies - pupil - netvlies - lens

Slide 5 - Open vraag

Leerdoelen
-  Je kunt de bouw van het zenuwstelsel beschrijven.
- Je kunt de functies van het zenuwstelsel beschrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet jij al over
het zenuwstelsel?

Slide 7 - Woordweb

De regelkamer met alle netwerkverbindingen
Je hersenen zijn de regelkamer van je lichaam. Je hersenen verwerken alle informatie en sturen het lichaam aan.
Het kan zijn dat de aansturingen niet de plaats bereiken door bijv. een dwarslaesie (zie afb.). 

Maar knappe koppen van TU Delft hebben een exoskelet ontworpen waardoor lopen mogelijk wordt.

Dit exoskelet neemt opdrachten van de persoon aan, waardoor iemand met een dwarslaesie weer kan bewegen. 

Slide 8 - Tekstslide

Zintuigen - Prikkels -  Impulsen
Een prikkel is een invloed in de omgeving.
De zintuigcellen in de zintuigen vangen die prikkels op. In de zintuigcellen ontstaan dan impulsen.

Een impuls is een elektrisch signaaltje. Dat signaaltje gaat door een zenuw naar je hersenen. De impulsen gaan ook van de hersenen via de zenuwen naar bijvoorbeeld spieren en klieren. Een aantal impulsen gaat door het ruggenmerg.

Zintuig : waarneming
- oren     : Je hoort wat de ander je vertelt.
- ogen    : Je ziet, want je leest dit.
- tong     : Je proeft wat de smaak van kaas is.
- neus     : Je kunt ruiken dat het eten aanbrandt.
- huid     : Je kunt voelen aan een kopje of de thee heet is.

Slide 9 - Tekstslide

De bouw van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen.

Centrale zenuwstelsel:
Hersenen + ruggenmerg (bestaat uit zenuwen)

Zenuwen: verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

Slide 10 - Tekstslide

Te vergelijken met...

Slide 11 - Tekstslide

Geef de onderdelen van het centrale zenuwstelsel
A
Hersenen, ruggenmerg, zenuwen
B
Hersenen, ruggenmerg
C
Hersenen

Slide 12 - Quizvraag

Werking van zenuwstelsel
In de huid worden warmtprikkels omgezet tot impulsen in de warmtezintuigcellen.
1
De impulsen worden via de zenuwen naar het centrale zenuwstelsel geleid.
2
De impulsen komen via de zenuwen in het ruggenmerg. Vanuit hier gaan ze door naar de hersenen.
3
In de hersenen komen de impulsen aan. Hier wordt je je bewust van de warmte.
4

Slide 13 - Tekstslide

Functies van het zenuwstelsel
Als je je bewust wordt van dingen die je waarneemt, kun je ook bewust reageren. Er ontstaan dan impulsen in je hersenen.
Er ontstaan impulsen in je hersenen.
1
De impulsen worden van de hersenen door zenuwen naar spieren in de arm geleid. Hierdoor kan de spier samentrekken (bewegen van de arm)
2
Er kunnen ook impulsen van de hersenen door zenuwen naar klieren (bijv. speekselklieren) worden geleid. Hierdoor wordt er speeksel aangemaakt.
3
Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijv. zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.

Slide 14 - Tekstslide

Welke rol neemt het robotpak van Sjaan (begin van de les) over?
A
Het verwerken van prikkels van zintuigcellen
B
Het geleiden van impulsen naar de hersenen
C
Het aanmaken van impulsen in de hersenen
D
Het geleiden van impulsen naar de spieren

Slide 15 - Quizvraag

Het robotpak wat dus deels de taak van het zenuwstelsel overneemt.
Je hersenen zijn de regelkamer van je lichaam. Je hersenen verwerken alle informatie en sturen het lichaam aan.
Bij het robotpak geeft de persoon de aansturingen, waardoor de signalen door het robotpak naar de 'robotbenen' wordt verstuurd.

De robotbenen zullen dan in beweging komen, net zoals de hersenen ook spieren kunnen aansturen. 

Slide 16 - Tekstslide

De prikkel wordt in een zintuigcel omgezet tot een impuls.
F
De impuls wordt via een zenuw naar het ruggenmerg geleid.
C
De impuls wordt via het ruggenmerg naar de hersenen geleid.
A
De impulsen worden in de hersenen verwerkt. Je wordt je bewust van de stekende wesp.
G
In de hersenen ontstaan nieuwe impulsen om het lichaam aan te sturen.
B
De impuls wordt via het ruggenmerg naar de spier geleid.
E
De impuls komt via een zenuw aan bij een spier. De spier zal samentrekken, waardoor de arm beweegt.
D

Slide 17 - Sleepvraag

De bouw van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen.

Centrale zenuwstelsel:
Hersenen + ruggenmerg (bestaat uit zenuwen)

Zenuwen: verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

Slide 18 - Tekstslide

Werking van zenuwstelsel
In de huid worden warmtprikkels omgezet tot impulsen in de warmtezintuigcellen.
1
De impulsen worden via de zenuwen naar het centrale zenuwstelsel geleid.
2
De impulsen komen via de zenuwen in het ruggenmerg. Vanuit hier gaan ze door naar de hersenen.
3
In de hersenen komen de impulsen aan. Hier wordt je je bewust van de warmte.
4

Slide 19 - Tekstslide

Functies van het zenuwstelsel
Als je je bewust wordt van dingen die je waarneemt, kun je ook bewust reageren. Er ontstaan dan impulsen in je hersenen.
Er ontstaan impulsen in je hersenen.
1
De impulsen worden van de hersenen door zenuwen naar spieren in de arm geleid. Hierdoor kan de spier samentrekken (bewegen van de arm)
2
Er kunnen ook impulsen van de hersenen door zenuwen naar klieren (bijv. speekselklieren) worden geleid. Hierdoor wordt er speeksel aangemaakt.
3
Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijv. zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Hoe kan ik nog slimmer worden?
Kun je makkelijk de leerdoelen uitleggen en heb je een goede score voor de test jezelf 5.4 Zenuwstelsel? Hieronder een interessant filmpje:

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag met...
- Ga naar Malmberg Online (Biologie voor Jou)
- Maak opdr. 2, 3, 5, 6, 7, 8 (online of in je boek)

Slide 23 - Tekstslide