Past Simple - regular and irregular verbs

Past Simple - regular & irregular verbs
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Past Simple - regular & irregular verbs

Slide 1 - Tekstslide

Today's goal:
  • I know how to make the Past Simple with regular verbs
  • I know how to make the Past Simple with irregular verbs

  • I know when to use the Past Simple

Slide 2 - Tekstslide

Past simple 

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple 
wanneer?: 
Als iets in het verleden is gebeurd en afgelopen is.

signaalwoorden: 
yesterday, last week/year/month, when I was young.

Slide 4 - Tekstslide

Uitzonderingen:
Situatie
Regel
Voorbeeld
ww eindigt op -e
ww + d
live > liveD
ww eindigt op medekl. + -y
-ied ipv -y
study > studIED
ww eindigt op 1 klinker + 1 medekl.
medekl. verdubbeld +ed
stop > stopPED
ww eindigt op klinker + L
-L verdubbeld
cancel > cancelLED

Slide 5 - Tekstslide

Vragen & Ontkenningen




Let op! Bij het werkwoord 'to be' werkt het anders
Situatie
Regel
Voorbeeld
Vraagzin
Did ow hele ww
Did he go to school?
Ontkenning
didn't + hele ww
did not + hele ww
He didn't go to school
He did not go to school
Vraagzin
was/were vooraan
Was he at school?
Ontkenning
wasn't/weren't
He wasn't at school

Slide 6 - Tekstslide


Past Simple
Wanneer gebruik je de Past Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 7 - Quizvraag

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - ed
B
shit-regel = hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 8 - Quizvraag

Past simple: je maakt de past simple ontkennend met:
A
do not + hele werkwoord
B
did not + -ed/2e rij onregelmatig
C
did not + hele werkwoord
D
do not + -ed/2e rij onregelmatig

Slide 9 - Quizvraag

PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?

A
Did you eat eggs for breakfast yesterday?
B
Do you always eat breakfast in the morning?
C
Have you eaten breakfast yet?
D
Has she seen the movie?

Slide 10 - Quizvraag

PAST SIMPLE:
in welke zin wordt de past simple gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 11 - Quizvraag

Past Simple:
Welke zin gebruikt de Past Simple?
A
She was living in the city.
B
She lived in the city.
C
She has lived in the city.
D
She has been living in the city.

Slide 12 - Quizvraag

PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?
A
I was hearing my mother.
B
I have heard my mother.
C
I heard my mother.
D
I hear my mother.

Slide 13 - Quizvraag

Past simple regelmatige werkwoorden

Past simple onregelmatige werkwoorden
cut
clean
break
cook
catch
be

Slide 14 - Sleepvraag

Past simple van:
cut

Slide 15 - Open vraag

Past Simple van: bring

Slide 16 - Open vraag

past simple van:
carry

Slide 17 - Open vraag

Past simple van : be

Slide 18 - Open vraag

Past Simple van: watch

Slide 19 - Open vraag

Maak de zin:
(+)
she / to watch / tv / yesterday.

Slide 20 - Open vraag

Maak de zin:
(?)
They / to talk / about the test yet?

Slide 21 - Open vraag

Maak de zin:
(-)
I / to look / that well when I / to cross / the street.

Slide 22 - Open vraag

Maak de zin:
(?)
He / to have / his appointment already?

Slide 23 - Open vraag

I know how to make the Past Simple with regular and irregular verbs
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll