H2 klinkerwisseling

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoorden met klinkerwisseling
Werkwoorden met klinkerwisseling o/u-ue.

Wat weet je na deze les?
- hoe je werkwoorden met een klinkerwisseling vervoegt
- hoe je werkwoorden met een klinkerwisseling toepast.


Slide 2 - Tekstslide

Dormir
Volver
Jugar
Yo
duermo
vuelvo
juego
duermes
vuelves
juegas
Él/ ella/ust
duerme
vuelve
juega
Nosotros
dormimos
volvimos
jugamos
Vosotros
dormís
volvís
jugáis
Ellos/ellas
duermen
vuelven
juegan

Slide 3 - Tekstslide


Mis padres (volver)_____a casa a las diez.
A
volven
B
volvéis
C
vuelven
D
vuelvéis

Slide 4 - Quizvraag

Chicos, ¿(poder)____abrir la ventana?

Slide 5 - Open vraag

Mis amigos (jugar)___en un equipo de fútbol.

Slide 6 - Open vraag

Mónica, ¿(poder)___comprar leche?
A
pode
B
puedes
C
puede
D
pode

Slide 7 - Quizvraag

Mañana nosotros (jugar)___un partido de baloncesto.

Slide 8 - Open vraag

Esta noche yo no (poder)____ir al cine.

Slide 9 - Open vraag

Vosotras (dormir)_____muchas horas.
A
duerméis
B
dorméis
C
duermen
D
dormís

Slide 10 - Quizvraag

Bij de volgende opdracht moeten jullie de werkwoorden eerst vertalen voordat je ze vervoegt.
Poder: kunnen/mogen
Mostrar: laten zien
Contar: vertellen
Encontrarse: elkaar ontmoeten
Dormir: slapen
Volver: teruggaan 
Jugar: spelen

Slide 11 - Tekstslide

Rafael Nadal (spelen)____al tenis.
A
juega
B
duerme
C
cuenta
D
muestra

Slide 12 - Quizvraag

Durante la siesta, mi abuelo (slapen,dormir)___una hora en el sofá.

Slide 13 - Open vraag

Hola Alberto, ¿(kunnen)_____contarme algo sobre tu vida?
A
cuentas
B
vuelves
C
muestras
D
puedes

Slide 14 - Quizvraag

Mis amigos (spelen,jugar)______al fútbol en el jardín.

Slide 15 - Open vraag

Yo (terugkeren)_____al colegio a las cuatro.
A
vuelvo
B
puedo
C
duermo
D
cuento

Slide 16 - Quizvraag

Mi profesor cuente una historia bonita.
Goed of fout?
Goed
Fout

Slide 17 - Poll

¿Vosotros jugáis un partido de fútbol?
Goed of fout?
Goed
Fout

Slide 18 - Poll

Max Verstappen (kunnen, poder)______ganar la Fórmula 1.

Slide 19 - Open vraag