Schrijfvaardigheid C1: Lees blz. 236, 237 & maak blz. 238, 239
Maak tekstvragen: 1; 3 of 4;
Maak de verdiepings/onderzoeksvragen, kies uit 5, 6 of 7: 5 (nieuwe woorden); 6 (framing); 7 (zelf taalonderzoekje doen)
Schrijfvaardigheid C2: Lees blz. 240 & maak blz. 241, 242, 243
Maak vragen blz. 241: 1 t/m 5, 6 overslaan; 8, 9 of 10 >>> 8 (individueel), 9 (groep van 5 tot 10), 10 (groep van min. 8)
Schrijfvaardigheid C3: Lees blz. 244 & maak blz. 245, 246, 247
Maak vragen 1 t/m 3; 4 of 5; 6 t/m 8
Schrijfvaardigheid C4: Lees blz. 248 & maak blz. 249, 250, 251
Maak vragen 1 t/m 8; 9 of 10;
Schrijfvaardigheid C5: Lees blz. 252 & maak blz. 253, 254, 255
Maak vragen 1 t/m 8; 10, 11 of 12;