Klas 2 basis- Herhaling thema 5 (bs 1 tm 4)
1 / 31
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet het als iemand wordt geboren met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken?
A
transgender
B
intersekse
C
bi-seksueel
D
primaire geslachtskenmerken
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar worden de zaadcellen geproduceerd
A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Teelbal
Slide 3 - Quizvraag
Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Hoe heet het deel dat met nummer 2 wordt aangegeven?
A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Zwellichaam
Slide 4 - Quizvraag
Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Hoe lang kunnen zaadcellen blijven leven in het voortplantingsstelsel van de vrouw?
A
0-12 uur
B
12-24 uur
C
2-5 dagen
D
7-10 dagen
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar in het voortplantingsstelsel van een vrouw vindt bevruchting plaats?
A
Baarmoeder
B
Vagina
C
Eileider
D
Eierstok
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het kijken van porno valt onder seksualiteit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.
Hoe heet nummer 1?
Hoe heet nummer 1?
A
eileider
B
eierstok
C
baarmoeder
D
vagina
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.
Hoe heet nummer 4?
Hoe heet nummer 4?
A
eileider
B
eierstok
C
baarmoeder
D
vagina
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.
In welk van de genummerde delen groeit een baby als de vrouw zwanger is?
In welk van de genummerde delen groeit een baby als de vrouw zwanger is?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw is het meest gevoelig voor seksuele prikkels?
A
clitoris
B
vagina
C
kleine schaamlippen
D
grote schaamlippen
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw worden eicellen gevormd
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tijdens de puberteit vinden er geestelijke veranderingen plaats, welke?
A
Penis en balzak
B
Borsthaar en baardgroei
C
Baard in de keel en gespierd lichaam
D
Zelfstandiger worden en belangstelling voor seksualiteit
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De ovulatie van een vrouw vindt plaats rond de 14de dag van haar cyclus.
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een ander woord voor ovulatie is .
A
ongesteldheid
B
loslating
C
eierensprong
D
eisprong
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een vrouw doet een prenataal onderzoek nadat de baby geboren is.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een voorbeeld van een secundair geslachtskenmerk?
A
De penis
B
Hoe je je voelt
C
Baardgroei
D
Eierstokken
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe wordt onderdeel 4 genoemd?
A
Blaas
B
Eikel
C
Teelbal
D
Voorhuid
Slide 18 - Quizvraag
Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Na de overgang heeft een vrouw geen menstruatie meer
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
hoe lang duurt de menstruatie cyclus gemiddeld?
A
4 dagen
B
28 dagen
C
14 dagen
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de functie van het vruchtwater
A
dient als voeding
B
zorgt voor zuurstof
C
beschermd de baby tegen uitdroging
D
beschermd de baby tegen bewegingen
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zowel mannen als vrouwen hebben zwellichamen
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat veroorzaakt een erectie bij een man?
A
Spieren in de penis
B
het bot in de penis
C
Zwellichamen die zich vullen met bloed
D
Zwellichamen die zich vullen met sperma
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is sperma?
A
mannelijk zaad
B
vrouwelijk zaad
C
zaad, met vocht uit de zaadblaasjes en prostaat
D
Zaad, met vocht uit de bijbal
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een eicel heeft een zweepstaart en kan daardoor bewegen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk deel wordt weggesneden bij besnijdenis bij de man?
A
deel van de eikel
B
een deel van de voorhuid
C
de zaadleider
D
de balzak
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 29 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 30 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 31 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
