Present & past simple/ continuous

Wat weet je nog over de present simple ?
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog over de present simple ?

Slide 1 - Open vraag

Wat weet je nog over de present continuous?

Slide 2 - Open vraag

Present simple of continuous?
  1. Does he go to school by bike?
  2. London is a large city.
  3. My parents live in Bergeijk.
  4. I am drawing a bird.
  5. I am eating a sandwich.
  6. Jack doesn't work on Saturdays.

Slide 3 - Tekstslide

Typ zo veel mogelijk signaalwoorden van de present simple (regelmaat)

Slide 4 - Open vraag

Typ zo veel mogelijk signaalwoorden van de present continuous (nu bezig)

Slide 5 - Open vraag

To be vormen
  • I ...
  • He ... 
  • She ...
  • It ...
  • You ... 
  • We ...
  • They ...

Slide 6 - Tekstslide

Present simple
  • Feiten
  • Gewoonten
  • Dingen die we met regelmaat doen 


Hulpwoorden: usually, often, always, never, sometimes, frequently, on Saturdays

Slide 7 - Tekstslide

Present continuous
  • Iets gebeurt NU of iemand is NU ergens mee bezig
  • Irritatie
Tip:
Bij de present continuous kun je aan de zien meestal 'right now' toevoegen

Slide 8 - Tekstslide

Present simple
Present continuous
I walk to school everyday
I am cooking pasta right now.
He/ she/ it: hele werkwoord+ s
Hele werkwoord + ing
Am / are werkwoord+ ing
I am carrying my backpack
The sky is blue
Gebruik van do/does bij een vraagzin

Slide 9 - Sleepvraag

Maak de zin af:
You ... ....... (stare) at me right now.

Slide 10 - Open vraag

Maak de zin af:
I .. ....... (drink) tea.

Slide 11 - Open vraag

Maak de zin af:
I ... (run) every morning.

Slide 12 - Open vraag

Maak de zin af:
You ... (be) my wife.

Slide 13 - Open vraag

Kies de juiste vorm:
I .. ....... (get) married on 15th of June
A
am getting
B
are getting
C
get
D
am get

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
.. you .... (have)a question?
A
Does have
B
Do have
C
Have
D
Do has

Slide 15 - Quizvraag

Wat weten jullie nog over de past simple ?

Slide 16 - Open vraag

Past simple 
  • Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en nu afgelopen is.

Slide 17 - Tekstslide

He ..... in the United States in 1988.
A
is living
B
was living
C
lived
D
lives

Slide 18 - Quizvraag

When I ..... (be) young I .... (live) in Mexico.

Slide 19 - Open vraag

Maak de zin af:
My mother .... (give) birth to my younger sister a month ago.

Slide 20 - Open vraag

The dog ..... (stop) in front of his basket.

Slide 21 - Open vraag

The baby ....... (cry) when she ...... (fall) on the floor.

Slide 22 - Open vraag