H3: Arm en rijk in NL

H3: Arm en rijk in Nederland
§1: Arm en rijk binnen steden




De Geo 3 VMBO-KGT



1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H3: Arm en rijk in Nederland
§1: Arm en rijk binnen steden




De Geo 3 VMBO-KGT



Slide 1 - Tekstslide

Benodigdheden:
- gekleurde blaadjes voor lagen
- klei voor sedimentgesteente
Is er armoede in Nederland?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 3.1
◉ Je kunt uitleggen wat de omstandigheden in de tijd waarin wijken zijn gebouwd, te maken hebben met de welvaart van de bewoners in de wijk nu.
◉ Je kunt arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan woningtype, woningprijs en woningeigendom.
◉ Je kunt arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan de bebouwingsdichtheid en de voorzieningen in een wijk.
◉ Je kunt kenmerken geven van de bewoners van arme en rijke wijken in Nederlandse steden.
◉ Je kunt kenmerken geven van leefbaarheid in Nederlandse stadswijken.
◉ Je kunt voorbeelden geven van arme en rijke wijken in je eigen omgeving.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

H3: Arm en rijk in Nederland
§2: Veranderingen in oude arbeiderswijken




De Geo 3 VMBO-KGT



Slide 11 - Tekstslide

Benodigdheden:
- gekleurde blaadjes voor lagen
- klei voor sedimentgesteente
Leerdoelen 3.2
◉ Je kunt uitleggen wat opleidingsniveau en structurele werkloosheid met elkaar te maken hebben.
◉ Je kunt uitleggen waarom de integratie van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in oude arbeiderswijken moeizaam verliep.
◉ Je kunt uitleggen waarom de integratie van kinderen van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in oude arbeiderswijken soms nog steeds lastig is.
◉ Je kunt uitleggen wat sociale cohesie en sociale onveiligheid met elkaar te maken hebben.
◉ Je kunt uitleggen waarom mensen in achterstandswijken vaak een ongezonde leefstijl hebben.
◉ Je kunt vertellen wat de gevolgen zijn van een ongezonde leefstijl.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen?
Maak de opdrachten van 3.1 af
Maak de opdrachten van 3.2

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!
-Zit op je vast plek in STILTE
- Jas uit /capuchon af/ oortjes uit
- Tas van tafel
- Mobiele telefoons uit en in je tas
- Kauwgom in de prullenbak weggooien
- Leerboek en werkboek op tafel
- Geen toilet bezoek!








timer
2:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 3.4
◉ Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen sanering en renovatie.
◉ Je kunt voorbeelden geven van manieren waarop een gemeente de inrichting van een wijk kan verbeteren.
◉ Je kunt twee voorbeelden geven van manieren waarop de leefbaarheid in een wijk door armoedebeleid kan verbeteren.
◉ Je kunt voorbeelden geven van hoe stedelijke vernieuwing bestaat uit het verbeteren van gebouwen en de omgeving, en door het organiseren van activiteiten.
◉ Je kunt uitleggen voor welke leeftijdsgroep het erg belangrijk is om ondersteuning te krijgen om armoede goed tegen te gaan.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!
-Zit op je vast plek in STILTE
- Jas uit /capuchon af/ oortjes uit
- Tas van tafel
- Mobiele telefoons uit en in je tas
- Kauwgom in de prullenbak weggooien
- Leerboek en werkboek op tafel
- Geen toilet bezoek!








timer
2:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 3.5
◉ Je kunt uitleggen wat besteedbaar inkomen is.
◉ Je kunt uitleggen wat de armoedegrens is.
◉ Je kunt voorbeelden geven van rijke en arme gebieden (provincies) in Nederland.
◉ Je kunt uitleggen welke mensen van de landelijke gebieden naar de steden verhuizen en waarom ze dat doen.
◉ Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van de trek naar de stad voor de leeftijdsopbouw en het gemiddelde inkomen van de mensen die achterblijven.
◉ Je kunt uitleggen wat sociaal-economische status is.
◉ Je kunt uitleggen wat de sociaal-economische status van mensen te maken heeft met leefstijl en levensverwachting.
◉ Je kunt positieve kenmerken noemen van het wonen op het platteland, die laten zien dat je voorzichtig moet zijn met het trekken van conclusies over arm en rijk als je alleen naar inkomen kijkt.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EVEN LEZEN..
Lees 3.5 in stilte door
Na het lezen vraag ik je waar het over gaat.
timer
5:00

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies