Lesson 6: Present Continuous

Present Continuous 
(onvoltooid tegenwoordige tijd)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Present Continuous 
(onvoltooid tegenwoordige tijd)

Slide 1 - Tekstslide

Om de present continuous te maken heb je altijd 2 werkwoorden nodig. Namelijk een vervoeging van to be + werkwoord met -ing erachter
Wanneer gebruik je de PC?
Als iets nu aan de gang is  
Ik ben aan het zingen
Ik ben aan het luisteren
Signaalwoorden: right now, now, at the moment.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je de PC?

1. Als iets een bepaalde tijd voortduurt en op dit moment bezig is:
I’m living in Rotterdam at the moment. – Ik woon in Rotterdam op dit ogenblik.
2. Bij iets dat in de toekomst zeker zal gebeuren, dat men van plan is of dat afgesproken wordt:
 We are leaving next month. – Wij vertrekken volgende maand.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Om de present continuous te maken gebruik je altijd een vorm van 'to be' (am/are/is) + werkwoord + ing 
Persoonlijk voornaamwoord
Vorm van 'to be'
Werkwoord+ing
I
am
drinking
he/she/it
is
drinking
you/we/they
are
drinking

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
Quiz time!

Kies de juiste vorm van de present continuous

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We ... the dishes right now

A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Look! They ... him his present
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ... a book for school right now
A
am read
B
am reading
C
was read
D
was reading

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She ... her bag all by herself as we speak
A
is carrying
B
was carried
C
was carrying
D
is carry

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He ... in the Alps this weekend
A
is skied
B
was skiing
C
was skied
D
is skiing

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tommy ... a lovely sweater for his daughter
A
is knot
B
was knitting
C
is knitting
D
was knitted

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Go practise yourself! 
Do exercise 4ab, page 24. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies