H2.3 De Inuit in het poolgebied

§2.3 De Inuit in het Poolgebied
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§2.3 De Inuit in het Poolgebied

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les ken je deze begrippen:
  • noordpoolcirkel
  • toendra (klimaat)
  • taiga (klimaat)
  • permafrost
  • landijs
  • zee-ijs
  • pool (klimaat)

Slide 2 - Tekstslide

Noordpoolcirkel: 66,5 graden NB

Slide 3 - Tekstslide

Sneeuw en ijs
Hoe noorderlijker we komen, hoe kouder het wordt. Je hebt er geen plantengroei en alleen sneeuw

Je vindt op de Noordpool landijs en zee-ijs
Dit zijn dikke lagen sneeuw samengeperst door ijs.

Hier is alleen wat mee aan de hand.....

Slide 4 - Tekstslide

Landijs en Zee-ijs
  • Zee-ijs: bevroren zeewater. De Noordpool is vooral zee-ijs. uitzondering: Groenland = landijs.
  • Soorten zee-ijs: pakijs en drijfijs
  • Soms wel 3 km dik ijspakket
  • Landijs: dikke laag sneeuw geperst tot ijs. Vooral te vinden op de Zuidpool (Antarctica) hier vind je ook zee-ijs. Sneeuw van duizenden jaren oud!

Slide 5 - Tekstslide

Zee-ijs en landijs

Slide 6 - Tekstslide

Smeltende ijskap
Oorzaak?

Gevolg?

Slide 7 - Tekstslide

Permafrost

  • Permafrost: grond die nooit ontdooit. Water loopt moeilijk weg. Zomers meer een moeras (muggen!)

Slide 8 - Tekstslide

Het poolgebied
(Pool)Woestijn             Toendra                        Taiga

Slide 9 - Tekstslide

Toendra
* permafrost
* gras en mos
* 9 maanden winter, bedekt met sneeuw

Slide 10 - Tekstslide

Taiga
* Naaldbos
* Warme zomers

Slide 11 - Tekstslide

Poolklimaat
  • Sneeuw en ijs
  • Temperatuur komt bijna nooit boven 0 graden
  • IJsberen op de Noordpool
  • Pinguïns op de Zuidpool
  • Geen planten

Slide 12 - Tekstslide

terugblik vragen
  1. Noem een kenmerk van toendra.
  2. Noem een kenmerk van taiga.
  3. Waar komt permafrost voor?
  4. Noem een verschil tussen land en zee ijs

Beantwoord in tweetallen deze vragen binnen 2 minuten 
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Luchtstreken
  • gebieden die aangeven hoe warm of koud het daar kan worden
  • dit kan door middel van breedtecirkels of door gebieden van gelijke temperatuur met elkaar te verbinden door een lijn

Slide 14 - Tekstslide

Poolstreken/polaire zone
  • vanaf 66.5 N.B. of Z.B.
  • bijna altijd onder de 0 graden
  • in de zomer bijna 24 uur licht
  • in de winter bijna 24 uur donker

Slide 15 - Tekstslide

Naaldbos
  • groeien in het taiga klimaat
  • kunnen tegen -3 graden maar hebben ook een warme (10+) zomer nodig

Slide 16 - Tekstslide

Loofbos
  • komt voor in de gematigde , tropische en subtropische zone
  • heeft een warme periode van 10+ graden nodig

Slide 17 - Tekstslide

Gematigde zone
  • tussen de 23.5 en 66.5 N.B. en Z.B.
  • niet te warm of te koud. in winter vriest het weinig en niet lang/vaak 30 graden

Slide 18 - Tekstslide

Subtropen
  • niet zo warm en vochtig als de tropen
  • warmer dan de gematigde zone
  • minder regen dan beide zones
  • tussen 23.5 en 40° noorderbreedte en 23.5 - 40° zuiderbreedte

Slide 19 - Tekstslide

Tropen
  • hele jaar door warm
  • tussen de 23.5 N.B. en de 23.5 Z.B. 

Slide 20 - Tekstslide

Keerkringen
  • 21 Juni langste dag op noordelijk halfrond
  • de zon staat dan loodrecht op de Kreeftskeerkring (23,5 Graden N.B.)
  • december langste dag op zuidelijk halfrond
  • zon staat dan loodrecht op de steenbokskeerkring (23,5 Graden  Z.B.)

Slide 21 - Tekstslide

polaire zone
gematigde zone
subtropen
tropische zone

Slide 22 - Sleepvraag

Terugblikvragen
  1. benoem de verschillende luchtstreken
  2. noem een kenmerk van één van de luchtstreken
  3. noem één verschil tussen een loofbos en naaldbos

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video