Leerjaar 2 GL, 1.2 hoeken berekenen in driehoeken vlakke figuren (G&R 12e editie)

Hoofdstuk 1 Vlakke figuren 

1.2 Hoeken berekenen in driehoeken

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 Vlakke figuren 

1.2 Hoeken berekenen in driehoeken

Slide 1 - Tekstslide

Planning:
  • Doel van de les
  • voorkennis ophalen
  • Instructie
  • Slim + controle weektaak
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide


Weekdoel
 
                        &
                                    
                                   Lesdoel

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van deze week...
... weet je het verschil uitleggen tussen 2D en 3D
... weet je de namen van vlakke figuren
... weet je het verschil tussen rechthoekige, gelijkzijdige en gelijkbenige driehoek.
... kun je 1 of 2 hoeken uit rekenen met de gegevens uit de som

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Voorkennis ophalen in groepen
  • Leren hoe je 1 of 2 hoeken in een driehoek kan berekenen vanuit de som.

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis activeren

Slide 6 - Tekstslide

Voorkennis activeren
  • Verschillende eigenschappen van vlakken figuren. (evenwijdig, gelijkzijdig, loodrecht)
  • 1D, 2D en 3D
  • Namen van de verschillende soorten driehoeken
  •  Namen van verschillende soorten vlakken figuren
 Wat weten we al?

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1:
  1. Pak allemaal een driehoek
  2. Vergelijk jouw driehoek met die van jouw buurman/buurvrouw
  3. Hoe noem je deze driehoek? 
    schrijf dit op je driehoek

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 2:
  1. Scheur / knip de hoeken van de driehoek af.
     Ongeveer zo, je kunt een stip zetten
    om aan te geven welke kant de hoek is. 
  2. Leg de drie hoeken naar elkaar toe
  3. Schuif de hoeken tegen elkaar aan
    Op deze manier -->
  4. Wat valt op?

Slide 10 - Tekstslide

Conclusie
  • De drie hoeken van een driehoek vormen altijd een rechte lijn
  • Een rechte lijn = 180 graden 
  • de drie hoeken van een driehoek zijn samen altijd 180 graden = hoekensom driehoek 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Hoeveel graden zijn de 3 hoeken van een driehoek samen?
A
90
B
180
C
270
D
360

Slide 14 - Quizvraag

In een gelijkzijdige driehoek zijn alle hoeken
A
50 graden
B
60 graden
C
70 graden
D
80 graden

Slide 15 - Quizvraag

Hoe groot is hoek C?
A
210 graden
B
55 graden
C
30 graden
D
Kun je zo niet berekenen, driehoek is niet rechthoekig.

Slide 16 - Quizvraag

In een driehoek is een hoek 40 graden en een andere hoek is 65 graden. Hoe groot is de derde hoek?
A
95 graden
B
55 graden
C
75 graden
D
85 graden

Slide 17 - Quizvraag

In een driehoek is :
Hoek A 90 graden
Hoek B 60 graden
Hoe groot is hoek C?
A
0
B
30
C
60
D
90

Slide 18 - Quizvraag

Weekopdracht


Week:     22 aug-26 aug

Maak:      1.1 som 1 t/m 10

Klaar? :   1.1 som 11 t/m 19

                 1.2 som 20 t/m 31


Succes!


Niet overleggen, geen vragen         ZS      -->
Niet overleggen, wel vragen            ZF      -->
Overleg én vragen wel toegestaan ZW   -->

Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?
  • De hoeken van een driehoek samen zijn altijd 180 graden.
  • Dit noemen we de hoekensom & dit gebruiken we om hoeken te berekenen in een driehoek.

Slide 20 - Tekstslide

Plannen weekopdracht:


Week:     22 aug-26 aug

 1.1 som 1 t/m 10

 1.1 som 11 t/m 19

 1.2 som 20 t/m 31

Succes!


Slide 21 - Tekstslide