2HV - H4.1 Draagkracht en H4.2 Voedselproductie

1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aardrijkskunde | klas 2 | Hoofdstuk 4
op weg naar een duurzame wereld

Slide 2 - Tekstslide

Programma

  • Hoe groot is jouw voetafdruk, en hoe berekenen we dat eigenlijk?
  • Waarom hebben rijkere landen een grotere voetafdruk dan armere landen?
  • Wat gaat er gebeuren als mensen in arme landen meer gaan verdienen?
  • Wat gaat er gebeuren als er steeds meer mensen op aarde komen?
  • Afronding

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video


leerdoelen H4.1
  • Je weet wat draagkracht en een ecologische voetafdruk zijn.
  • Je begrijpt waardoor de draagkracht van de aarde in gevaar komt en waarom we duurzaam moeten gaan leven.
  • Je kunt de ecologische voetafdruk van verschillende landen van een kaart aflezen.

Slide 5 - Tekstslide

Hernieuwbare bronnen
Niet hernieuwbare bronnen
Hout
Aardolie
Steenkool
Voedsel
Goud

Slide 6 - Sleepvraag

Bevolkingsprognose




Meer mensen = meer verbruik

Meer welvaart = meer verbruik

Landen worden steeds rijker (welvarender) 

Slide 7 - Tekstslide

Duurzaam
Duurzaam
Niet-duurzaam
Niet-duurzaam

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is een ecologische voetafdruk?
A
De hoeveelheid ruimte die je gebruikt om te kunnen werken
B
De hoeveelheid energie die je gebruikt om te kunnen leven
C
De hoeveelheid ruimte die je gebruikt om te kunnen leven
D
De hoeveelheid water dat je gebruikt om te kunnen werken

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een ecologische voetafdruk?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Wat is jouw ecologische voetafdruk?

Maak de test!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Je hebt een opdracht gemaakt over jouw voetafdruk. Je weet dus nu hoeveel ruimte jij in beslag neemt. Dat weten we ook van mensen in andere landen.
Hoe groot is jouw voetafdruk?
Sleep het voetje naar de categorie waar je in valt.
Welk land komt het dichtste in de buurt?
Afghanen
0.5 ha
Colombianen
1.6 ha
Polen
3.9 ha
Zweden
5.7 ha
Nederlanders
6.3 ha
Amerikanen
8 ha
0 tot 1
hectare
1 tot 2
hectare
2 tot 3
hectare
3 tot 4
hectare
4 tot 5
hectare
5 tot 6
hectare
6 tot 7
hectare
7 tot 8
hectare
Huiswerk nog niet
gemaakt? Dan
moet je hier in de
hoek gaan staan..

Slide 14 - Sleepvraag


Jouw voetafdruk
  • Toen je uitrekende hoe groot je voetafdruk was, moest je behoorlijk wat vragen beantwoorden.

  • Sommige dingen zijn makkelijk om te rekenen naar oppervlakte. De oppervlakte van de akker waar jouw kroppen sla groeien, bijvoorbeeld

  • Sommige dingen zijn helemaal lastig om te rekenen naar oppervlakte. Een vliegreis, bijvoorbeeld..

  • In de komende lessen gaan we kijken naar hoe al deze dingen meewegen
Landbouw
Veel dingen die je eet zijn afkomstig van landbouw. In je eilandopdracht was dit ook een belangrijk onderdeel. Soms eet je dingen die groeien in de landbouw zelf op. Als je vlees eet, moeten de dieren die je eet ook gevoerd worden. Ook dat kost landbouwgrond!
Bos
In jouw stukje wereld groeit ook bos. Dat heb je nodig, want je gebruikt ongetwijfeld dingen die van hout zijn. De tafel waar je aan werkt bijvoorbeeld, of het papier van het boek wat je gebruikt.
Koolstofdioxide
Bij heel veel dingen die je doet of gebruikt, komt koolstofdioxide vrij. Waarschijnlijk weet je nog wel dat dit slecht is voor het klimaat. Een beetje is niet erg, teveel wel. Gelukkig kan de aarde ook wat koolstofdioxide uit de lucht opnemen. Dan moeten we wel allemaal oppassen dat we niet teveel uitstoten. Ook jij.
Weiland
Veel mensen gebruiken producten die van dieren afkomstig zijn. Dat kan vlees zijn, maar ook melk en eireren. Die dieren hebben een bepaalde oppervlakte nodig om rond te lopen. Voor vegetariers en veganisten is dit minder of zelfs helemaal niet nodig! Dat scheelt nogal in voetafdruk. In een latere les gaan we precies kijken hoe jouw eetpatroon je voetafdruk beïnvloedt.
Bebouwing
Natuurlijk woon je ook nog ergens! Weet je nog hoeveel hoeveel grond er voor jou beschikbaar was? Een enorm huis neemt natuurlijk meer ruimte in. En denk ook eens aan het sportveld, waar je regelmatig op staat? Toch is uiteindelijk de bebouwing maar een heel klein deel van je voetafdruk.
Industrie
Alles wat je koopt of gebruikt is ooit gemaakt. Daarvoor moeten grondstoffen worden gebruikt. Grondstoffen zijn er niet oneindig veel, en daarom moeten ze eerlijk worden verdeeld. Hoeveel grondstoffen zijn er  gebruikt om spullen voor jou te maken?
Bij het bepalen van jouw voetafdruk wordt     
  gekeken naar heel veel manieren waarop
     mensen de aarde belasten. Hier zie je
                                                er een paar.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe kun je de term 'ecologische voetafdruk' het beste omschrijven?
A: De ecologische voetafdruk zegt iets over hoeveel jij van de aarde gebruikt

B: De ecologische voetafdruk gaat over hoeveel ruimte jij inneemt

C: De ecologische voetafdruk heeft alleen te maken met het gebruik van het landoppervlak

D: De ecologische voetafdruk zegt iets over de bevolkingsdichtheid in een land


                                                             Antwoord invullen op volgende slide!

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kun je de term 'ecologische voetafdruk' het beste omschrijven?
A
De ecologische voetafdruk zegt iets over hoeveel jij van de aarde gebruikt
B
De ecologische voetafdruk gaat over hoeveel ruimte jij inneemt
C
De ecologische voetafdruk heeft alleen te maken met het gebruik van het landoppervlak
D
De ecologische voetafdruk zegt iets over de bevolkingsdichtheid in een land

Slide 17 - Quizvraag

Vragen tot zo ver?
Graag alleen iets invullen als je een vraag hebt. Geen vragen? Niks invullen: ook geen nee of niks.

Slide 18 - Open vraag

aan de slag // AK taak 13 en 14
De vaarroute in het Suezkanaal werd dinsdagavond 23 maart geblokkeerd door het containerschip Ever Given van rederij Evergreen. Het schip is in de problemen geraakt door een combinatie van harde wind en een zandstorm. Het schip raakte daardoor uit de koers en kwam overdwars te liggen op de waterweg.

Je leert in deze opdracht meer over het Suezkanaal, de schepen die er varen en containers. Check links naar de opdracht en meer in magister.me

Slide 19 - Tekstslide

AK les livestream
einde

Slide 20 - Tekstslide

AK les livestream
klas 2 - H4.1 en H4.2 De voedselproductie

Slide 21 - Tekstslide

Weinig draagkracht
Veel draagkracht

Slide 22 - Tekstslide

Welke stellingen over draagkracht zijn
waar, en welke zijn niet waar?
WAAR
NIET
WAAR
In landen met een hoge draagkracht is het oké om een grote voetafdruk te hebben
Landen met een hoge draagkracht maken vaak veel voedsel en producten voor de rest van de wereld
Een lage draagkracht betekent dat een stuk land weinig oplevert.
Een hoge draagkracht betekent dat veel mensen van één stukje land kunnen leven.
Gebieden met een goed klimaat en een vruchtbare grond hebben een hoge draagkracht.
Als landen arm zijn, is hun draagkracht ook altijd laag.

Slide 23 - Sleepvraag

Van arm..
Naar rijk

Slide 24 - Tekstslide

Valt er al iets op?
  Arme landen                                            Rijke landen
Grote
voetafdruk








Kleine
voetafdruk

Je hebt gezien dat mensen in rijke
landen een grotere voetafdruk
hebben dan mensen in arme
landen. Hoe komt dat eigenlijk?
We gaan uitzoeken wat mensen
in arme en rijke landen doen en
wat dat doet met hun voetafdruk.
Sleep de groene vakjes naar de
juiste plek
Dingen die ze doen in rijke landen en die zorgen voor een grote voetafdruk
Dingen die ze doen in rijke landen en die zorgen voor een kleine voetafdruk
Dingen die ze doen in arme landen en die zorgen voor een grote voetafdruk
Dingen die ze doen in arme landen en die zorgen voor een kleine voetafdruk
Verre vliegreizen maken
Uit eten gaan en biefstuk bestellen
De allernieuwste kleren dragen
Een enorme TV aan de muur hangen
Vaak hetzelfde dragen
Als het donker wordt geen licht aan, maar naar bed
Eenvoudig eten: rijst met groenten
Te voet naar het werk

Slide 25 - Sleepvraag


Steeds minder armoede
  • Natuurlijk zijn er nog veel arme landen, maar de wereld werkt er hard aan om armoede te stoppen

  • Het tegengaan van armoede is natuurlijk goed! Maar je hebt net al ontdekt dat hoe rijker mensen worden, hoe groter hun voetafdruk wordt. Als mensen rijker worden, zeggen we ook wel dat hun welvaart groeit.

  • Op de kaart zie je waar nu nog arme landen zijn. Als je op de link klikt, zie je hoe dat de afgelopen 20 jaar veranderde

  • Met name in Azië en in Zuid-Amerika is nu minder armoede. In die werelddelen wonen 5.2 miljard mensen. Dat is 70% procent van de wereldbevolking. Kan de wereld het aan, als die mensen allemaal gaan leven zoals wij?
Je ziet dan hoeveel mensen er per jaar in armoede leven.

Slide 26 - Tekstslide

Waar komt nu nog de meeste armoede voor?
A: In Afrika

B: In Noord- en Zuid-Amerika

C: in Azië

D: in Europa


                                                             Antwoord invullen op volgende slide!

Slide 27 - Tekstslide

Waar komt nu nog de meeste armoede voor?
A
In Afrika
B
In Amerika
C
In Azië
D
In Europa

Slide 28 - Quizvraag


En steeds meer mensen
  • Bekijk de video hiernaast. Deze video gaat over het aantal mensen op aarde. Dat worden er steeds meer.
  • Al deze mensen moeten straks ook eten en willen ook graag kleren kopen. Ze hebben allemaal een stukje van de aarde nodig om op te leven.

  • Bedenk of je bereid zou zijn om een stukje van jouw voetafdruk af te staan voor deze mensen.

Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
Niemand weet zeker hoeveel mensen er in 2050 leven. Toch weten we zeker dat het er meer zijn dan nu.
 
Weet je nog hoe het komt dat in sommige landen de bevolking sneller groeit dan in andere landen?

Slide 29 - Tekstslide

Waar groeit, volgens het filmpje, de 
bevolking het hardste?
A: In Afrika

B: In Noord- en Zuid-Amerika

C: in Azië

D: in Europa


                                                             Antwoord invullen op volgende slide!

Slide 30 - Tekstslide

Waar groeit, volgens het filmpje, de bevolking het hardste?
A
In Afrika
B
In Amerika
C
In Azië
D
In Europa

Slide 31 - Quizvraag

Wat is waar?
A: In veel arme landen groeit de bevolking én de welvaart

B: In veel arme landen groeit de bevolking. De welvaart wordt minder.

C: In veel rijke landen groeit de bevolking én de welvaart

D: In veel rijke landen groeit de bevolking, maar daalt de welvaart


                                                             Antwoord invullen op volgende slide!

Slide 32 - Tekstslide

Wat is waar?
A
In veel arme landen groeit de bevolking én de welvaart
B
In veel arme landen groeit de bevolking. De welvaart wordt minder.
C
In veel rijke landen groeit de bevolking én de welvaart
D
In veel rijke landen groeit de bevolking, maar daalt de welvaart

Slide 33 - Quizvraag

Vragen tot zo ver?
Graag alleen iets invullen als je een vraag hebt. Geen vragen? Niks invullen: ook geen nee of niks.

Slide 34 - Open vraag

We hebben dus een beetje een probleem,
maar problemen zijn er om op te lossen.
Steeds meer
mensen....
Steeds meer
welvaart....
Steeds grotere voeten....
Steeds minder ruimte....

Slide 35 - Tekstslide

Dat was H4.1...
Ga nu voor jezelf na of je alles begrepen hebt.

Rechts zie je de onderwerpen die in deze les behandeld zijn. Ben je klaar voor de toets, of heb je hier nog hulp bij nodig? Sleep de leerdoelen naar de vakjes hieronder.
NEE!
Ik begrijp dit
echt niet
Ik vind dit nog steeds
heel moeilijk
Ik begin het
te snappen!
Volgens mij begrijp
ik dit!
JA!
Kom maar door
met die toets!
Je weet wat draagkracht en ecologische voetafdruk zijn
Je begrijpt waardoor de draagkracht van de aarde in gevaar komt
Je kunt de ecologische voetafdruk van verschillende landen verklaren

Slide 36 - Sleepvraag

Vragen tot zo ver?
Graag alleen iets invullen als je een vraag hebt. Geen vragen? Niks invullen :-)

Slide 37 - Open vraag

                          
                            Aardrijkskunde

H4.2
 De voedselproductie

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide


Schaalvergroting
  • Bij schaalvergroting maken ze een heel groot bedrijf wat één soort voedsel produceert.

  • Dit scheelt geld. Boeren hoeven zo minder verschillende machines aan te schaffen om al het werk te doen.

  • Ook proberen de boeren zoveel mogelijk opbrengst te halen van een dier of een hectare grond. Dit heet intensivering

  • Door maar één gewas te laten groeien, neemt de biodiversiteit af. Dat betekent dat er minder soorten planten en dieren voorkomen op aarde. Gewassen of dieren waar we niets aan hebben, sterven uit.
Schaalvergroting
 Dit is makkelijk voor de
  boeren. Ze kunnen enorme
  stukken land in één keer
 oogsten. Alleen groeit
hier ook niks anders meer.
Zonder schaalvergroting
Hier groeien veel meer
soorten planten. Dit is goed  
voor de biodiversiteit, maar    
het werk van de boer    
wordt wel moeilijker  
en duurder

Slide 42 - Tekstslide

Door de focus op een beperkt aantal gewassen te hebben zal de biodiversiteit
A
Toenemen
B
Afnemen

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

Duurzame voedselproductie
1. Minder weggooien (dus geen gekke vormen van een komkommer weggooien, kopen wat je nodig hebt)
2. Ruimte besparen door voedselfabrieken te bouwen (bron 9)
3. Biologische landbouw (geen / minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken)
4. Genetische modificatie (gewassen aanpassen zodat ze tegen droogte en ziekten kunnen)

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Slide 47 - Tekstslide

Het tropisch regenwoud moet plaats maken voor akkers. Door de akkers neemt de biodiversiteit in het gebied
A
toe
B
af

Slide 48 - Quizvraag

De kap van het tropisch regenwoud zorgt ervoor dat er ....... CO2 wordt opgenomen. Wat moet er op de puntjes staan
A
Minder
B
Meer

Slide 49 - Quizvraag

Zijn de volgende stellingen goed of fout?
I. Met genetische modificatie wordt de opbrengst van een gewas vergroot.
II. Als gevolg van schaalvergroting zijn er nu minder boerenbedrijven dan vroeger
A
I is goed, II is fout
B
I is fout, II is goed
C
Beide zijn goed
D
Beide zijn fout

Slide 50 - Quizvraag

Leg uit dat er bij biologische landbouw meer ruimte nodig is om dezelfde opbrengst te behalen dan bij intensieve landbouw

Slide 51 - Open vraag

Leg uit waarom de voedselfabriek (bron 9 boek) een goede manier is om de ecologische voetafdruk te verkleinen

Slide 52 - Open vraag

Heb je nog een vraag?

Geen vraag=niks invullen

Slide 53 - Open vraag

aan de slag // AK taak 15 en 16
Introductie H4 en H4.1

Slide 54 - Tekstslide

AK les livestream
einde

Slide 55 - Tekstslide