Formative Grammar - Irregular Verbs

Irregular Verbs
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Irregular Verbs

Slide 1 - Tekstslide

Irregular Verbs
Irregular verbs zijn de onregelmatige werkwoorden waar geen vaste regel voor is. Je hebt deze eerder al uit je hoofd geleerd. 

Hierna volgen onregelmatige werkwoorden, kies steeds de juiste vorm. 

Slide 2 - Tekstslide

Which one is correct?
A
buy-bought-bought
B
teach-teached-teached
C
come-come-come
D
break-broke-broke

Slide 3 - Quizvraag

Which one is correct?
A
cut-cutter-cutting
B
let-let-let
C
cut-cut-cutter
D
fly-flew-flying

Slide 4 - Quizvraag

Which ones are correct?
A
flew-flew-flied
B
forget-forgot-forgotten
C
break-broke-broken
D
see-seeing-saw

Slide 5 - Quizvraag

Which ones are correct?
A
see-saw-seen
B
understand-understood-understood
C
be-was/were-been
D
begin-began-begin

Slide 6 - Quizvraag

Welke werkwoorden zijn onregelmatig? Klik ze allemaal aan.
A
make-made
B
dance-danced
C
stand-stood
D
walk-walked

Slide 7 - Quizvraag

teach - taught - .....

Slide 8 - Open vraag

steal - stole - ......

Slide 9 - Open vraag

forgive - .... - forgiven

Slide 10 - Open vraag

Einde van de oefening
Controleer hoeveel fouten je had (zonder spel/hoofdletter fouten) en besluit aan de hand hiervan of je naar de extra uitleg gaat of niet. 

Slide 11 - Tekstslide