In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Telefoon in telefoontas
jassen aan de kapstok
Tassen van tafel
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Terugblik
Leerdoelen 3.3
Uitleg 3.3
Vragen
Leerdoelen checken
Aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een prikkel?
A
Een invloed uit je omgeving (waargenomen via je zintuigen)
B
elektrische signalen die door zenuwen worden vervoert
Slide 4 - Quizvraag
prikkel
impuls
hersenen
Slide 5 - Sleepvraag
Je mobieltje maakt geluid. Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde. a De zenuwen vervoeren het bericht naar de hersenen. b Het bericht komt aan in de hersenen. c Het gehoorzintuig vangt een prikkel op. d Het gehoorzintuig zet een prikkel om in een bericht voor de hersenen. e Hier ontstaat bewustwording van het geluid. Je hoort nu je mobieltje.
Slide 6 - Open vraag
Tekst
licht zintuig
gehoor zintuig
reuk zintuig
Tast zintuig
smaak zintuig
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is het pupilreflex?
A
scherp stellen, focus
B
pupil wordt groter/kleiner om licht door te laten
Slide 8 - Quizvraag
Je ooglens kan platter of boller worden. Wanneer zie je dichtbij scherp?
A
Met een platte lens
B
Met een bolle lens
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het netvlies? Wat is het vaatvlies?
A
R=Netvlies
S=Vaatvlies
B
R=Netvlies
Q=Vaatvlies
C
S=Netvlies
R=Vaatvlies
D
S=Netvlies
Q=Vaatvlies
Slide 10 - Quizvraag
Met welk nummer is de traanbuis aangegeven?
A
Nummer 1
B
Nummer 6
C
Nummer 7
D
Nummer 8
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de namen van de onderdelen van je gehoorzintuig benoemen
Je kunt uitleggen hoe je oren werken
Je kunt uitleggen hoe je geluiden kunt horen
Slide 13 - Tekstslide
Hoe zien onze oren eruit?
Slide 14 - Tekstslide
Hoe hoor je geluiden?
Geluid: zijn trillingen in de lucht.
Een gitaar kan geluid maken, doordat deze de lucht laat trillen.
Slide 15 - Tekstslide
0
Slide 16 - Video
Hoe hoor je geluiden?
Slide 17 - Tekstslide
De weg van geluidstrillingen
Oorschelp: vangt trillingen op
Gehoorgang
oorsmeerkliertjes: maken oorsmeer -> beschermd tegen uitroden en vuil
Slide 18 - Tekstslide
De weg van geluidstrillingen
Trommelvlies: lijkt op een vel dat over een trommel is gespannen. Trillende lucht laat trommelvlies trillen
Trommelholte: hier bevinden zich de gehoorbeentjes
Slide 19 - Tekstslide
De weg van geluidstrillingen
Gehoorbeentjes: als het trommelvlies trilt gaan ook de gehoorbeentjes trillen
Slide 20 - Tekstslide
De weg van geluidstrillingen
Slakkenhuis: hier liggen duizenden zintuigcellen met haartjes. De haartjes gaan meebewegen met de trillingen
De zintuigcellen zetten trillingen om in berichten
Slide 21 - Tekstslide
De weg van geluidstrillingen
De zintuigcellen zetten trillingen om in berichten
via gehoorzenuw naar de hersenen.
Bewustwording
Slide 22 - Tekstslide
Hoe hoor je geluiden?
Slide 23 - Tekstslide
Welke geluiden kun je horen?
Hertz (Hz) = aantal trillingen per seconde
Hoe lager de toon hoe minder vaak de lucht per seconde trilt.
Slide 24 - Tekstslide
Welke geluiden kun je horen?
onderstegehoorgrens Laagste toon die een organisme kan horen
bovenste gehoorgrens hoogste toon die een organisme kan horen
Gehoorbereik = Tonen die je kunt horen gebied tussen beide gehoorgrenzen
Slide 25 - Tekstslide
welke geluiden kun je horen
Hertz (Hz) = aantal trillingen per seconde
Hoe lager de toon hoe minder vaak de lucht per seconde trilt.
Slide 26 - Tekstslide
Toonhoogte
Slide 27 - Tekstslide
Welke geluiden kun je horen
Rode pijl: bovenste gehoorgrens mens
Gele pijl: onderste gehoorgrens
Gehoorbereik: tussen beide gebieden
Slide 28 - Tekstslide
Van welke geluiden word je doof?
De geluidssterkte geeft aan hoe hard of hoe zacht een geluid is. Je meet de geluidssterkte in decibel