H1A Thema 2 bs 4 cellen en microscoop

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

 BS4:  Cellen
BS4: Cellen

Slide 2 - Tekstslide

Les-opzet 
  • wat weten  we nog van vorige les?
  • uitleg/theorie cellen
  • Practicum microscoop-->bekijken en tekenen plantencellen!
  • opruimen
  • afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Organisatieniveau
    
    ?      -        ?       -         ?     -      ?     -   ?


Slide 4 - Tekstslide

Organisatieniveau
    Cel         -         weefsel         -         orgaan        -         orgaanstelsel     -   organisme


Slide 5 - Tekstslide

weefsels
Een groep cellen met   ??????? en ???????????   noem je een weefsel.

bijvoorbeeld de botcellen samen vormen het botweefsel.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

weefsels samen 
Organen bestaan uit verschillende weefsels 

Weefsels werken samen 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Cellen, hoe zien ze eruit?
De vorm van een cel heeft te maken met zijn functie

Slide 11 - Tekstslide

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Er zijn veel verschillende cellen.

Jij bestaat uit wel 30 biljoen cellen!

Slide 12 - Tekstslide

organen.
ons lichaam is opgebouwd uit organen.

een orgaan voert bepaalde taken uit. 

als organen "samenwerken" met hun taken dan horen deze bij een orgaanstelsel

Slide 13 - Tekstslide

Pantoffeldiertje

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Celorganellen

Delen van een cel die een eigen functie hebben, noem je celorganellen

Bijvoorbeeld: celkern, vacuole, plastiden

Slide 16 - Tekstslide

Cellen, hoe zien ze eruit?

Slide 17 - Tekstslide

Dierlijke cellen
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
  • Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA
  • Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt
  • Kernplasma: 

Slide 18 - Tekstslide

Celmembraan

Niet alles kan door het celmembraan heen (glucose niet, zuurstof wel). Voor sommige stoffen zitten er speciale eiwitten in het celmembraan
Nuttige stoffen worden opgenomen, afvalstoffen kunnen naar buiten

Slide 19 - Tekstslide

Cel-organellen.
cellen zijn opgebouwd uit organellen.

een organel voert bepaalde taken uit. 


Slide 20 - Tekstslide

Plantaardige 
Cellen

Hebben extra celonderdelen:
  • Vacuole: blaasje gevuld met vocht, opslag van stoffen en stevigheid
  • Plastiden: korrels met speciale functie
    (bladgroenkorrels, kleurstofkorrels, zetmeelkorrels)
  • Celwand: laag om celmembraan, zorgt voor stevigheid. Is eigenlijk geen onderdeel van de cel maar tussencelstof!

Slide 21 - Tekstslide

Plastiden

  • Bladgroenkorrels: in groene delen van plant, fotosynthese
  • Kleurstofkorrels: geven bloemen en vruchten een gele, oranje of rode kleur
  • Zetmeelkorrels: opslag van zetmeel

Korrels kunnen van ene type overgaan in het andere type!

Slide 22 - Tekstslide

Plantencellen en hun organellen
  • de plastiden
  • de vacuole
     
  • de celwand*
    (officieel geen organel) 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Microscopie
 
Lesdoel:
plantencel en de organellen in de plantencel herkennen 

Slide 25 - Tekstslide

Cellen
Alle organismen bestaan uit cellen. Cellen zijn de bouwstenen van een organisme. Cellen zijn erg klein. Je kunt ze alleen zien onder een microscoop. Cellen zijn doorzichtig. Om ze goed te kunnen zien onder een microscoop, worden ze gekleurd.

Slide 26 - Tekstslide

weefsels in planten
Ook een blaadje bestaat uit meerdere weefsels!

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat ga je doen?
  • Preparaat maken van cellen van waterpest
  • Bekijken onder de microscoop
  • Tekening maken

Slide 29 - Tekstslide

Benodigdheden 
Microscoop
Prepareer materiaal 
Waterpest
Teken materiaal 
Water

Slide 30 - Tekstslide

Preparaat maken

Slide 31 - Tekstslide

0

Slide 32 - Video

Hoe ga je te werk
  • Individueel pak je een microscoop
  • je pakt een potlood en papier (tekenen wat je ziet!)
  • je maakt een preparaat van waterpest
  • je maakt een tekening bij 400x vergroting
  • je tekent minimaal 3 cellen
  • je benoemd de verschillende onderdelen in je tekening
  • Vragen? steek je hand op, niet lopen!



timer
45:00

Slide 33 - Tekstslide

Ik heb de leerdoelen van deze les onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Werk op het tekenblad alleen met potlood (liefst HB).
· Maak GROTE tekeningen. 
· Schets eerst met een dunne lijn de omtrek en dan de details. Niet te hard op je potlood drukken.
· Daarna maak je de lijnen duidelijker en strakker, waarna je de schetslijnen uitgumt.
· Niet kleuren of arceren.
· De dikte van een onderdeel wordt door twee lijnen aangegeven en niet door een lijn dikker te maken.
· Teken precies wat je ZIET en niet wat je volgens het boek zou moeten zien.





Teken-regels

Slide 35 - Tekstslide

40-100-400 x vergroten
Dit wil je graag zien als je 400 x hebt vergroot.

Je kiest bij 40 x al een duidelijke mooie cel met nogal wat bladgroenkorrels.

Je weet dat je bij 400 x op verschillende lagen kunt scherpstellen.

Kies de laag die duidelijk is, DAN kun je gaan tekenen

Slide 36 - Tekstslide

Microscopie

Slide 37 - Tekstslide

Plantencellen leven!
Onderdelen van een plantencel
Wat is de functie?

Slide 38 - Tekstslide

Wat vind je lastig?
Waar zou je meer over willen weten?

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

De microscoop opruimen
  1. Kleinste objectief draaien
  2. Tafel helemaal omlaag draaien
  3. Preparaat wegpakken
  4. Lampje uit
  5. Vastpakken aan statief, hander onder voet

Slide 42 - Tekstslide

Klaar met tekening?
Laat je tekening controleren

goedgekeurd? --> in de les  beginnen met huiswerk:
Th2, Basisstof 4, opgave 1 t/m7

Slide 43 - Tekstslide