In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Instructies
lesdoelen
Je leert wat economische groei is en wat voor gevolgen dit heeft voor de burgers en de overheid.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 6
De overheid en ons inkomen
Slide 1 - Tekstslide
Belangrijke onderwerpen en vaardigheden
6.1
Wat is economische groei?
Wat is een recessie?
Wat zijn de gevolgen van de economische groei voor de overheidsfinanciën?
Wat merken burgers van economische groei?
Hoe kan de overheid de economie stimuleren?
Slide 2 - Tekstslide
§6.1 Groei of krimp?
Slide 3 - Tekstslide
lesdoelen
Je leert:
wat groei betekent voor de economie
wat de gevolgen ervan zijn voor de overheidsfinanciën
wat burgers merken van economische groei
Slide 4 - Tekstslide
economische groei
Slide 5 - Woordweb
BBP = Nationaal inkomen
= De optelsom van alle inkomens/beloningen van de productiefactoren (loon, rente, huur, pacht, winst).
Productiefactoren: KANO -
Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerschap
De verandering van het BBP = economische groei/krimp
Slide 6 - Tekstslide
Als het BBP langdurig daalt (krimpt), is er sprake van:
A
Recessie
B
Crisis
C
Veel werk
D
Toename van de totale productie van een land
Slide 7 - Quizvraag
Waar staat BBP voor?
A
bruto buitenlands product
B
bruto binnenlands product
Slide 8 - Quizvraag
Het nationaal inkomen is...
A
de som van alle inkomens in een land
B
de som van alle inkomens in de wereld
C
de som van alle beloningen van de productiefactoren
D
Antwoord A & C zijn juist
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn de 4 productiefactoren?
Slide 10 - Open vraag
Economische groei..
Economische groei
bbp en productie neemt toe
investeringen nemen toe
werkloosheid daalt
Meer belasting inkomst.
nationaal inkomen stijgt
Slide 11 - Tekstslide
Economische crisis / recessie
Recessie:
Als groei langdurig daalt en lager is dan gemiddeld.
Economische crisis:
Als recessie langdurig aanhoudt of als het BBP krimpt.
Gevolgen:
Overheid - Inkomsten (belasting) dalen - Uitgaven uitkeringen nemen toe
Werkenden - Er is minder werk - Premies + belasting omhoog
Slide 12 - Tekstslide
Welke gevolgen heeft een economische crisis voor de investeringen van bedrijven
A
Die stijgen
B
Die blijven gelijk
C
Die dalen
D
Die zijn niet van invloed
Slide 13 - Quizvraag
Welke gevolgen heeft een economische crisis voor de werkloosheid
A
Dat gaat stijgen
B
Dat gaat dalen
C
Dat blijft gelijk
D
Die heeft geen invloed
Slide 14 - Quizvraag
Welke gevolgen heeft een economische crisis voor Het nationaal inkomen
A
Dat gaat stijgen
B
Dat gaat dalen
C
Dat blijft gelijk
D
Die heeft geen invloed
Slide 15 - Quizvraag
Zet onderstaande gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Mensen kopen meer producten.
Meer mensen hebben een inkomen.
Er is meer vraag naar producten.
Bedrijven produceren meer.
Bedrijven hebben arbeiders nodig.
Slide 16 - Sleepvraag
Kritiek op BBP:
Houdt geen rekening met:
klimaatproblemen
inkomensverdeling
koopkracht
welzijn
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Bereken hoeveel procent rente de overheid over de staatsschuld van 2016 betaalde. Rond je antwoord af op 1 decimaal.
Slide 20 - Open vraag
In 2021 bedraagt de Nederlandse staatsschuld €502 miljard. Dit is 61% van het BBP. Bereken het BBP in dat jaar.
Slide 21 - Open vraag
Om tot de eurozone toegelaten te worden, mag de staatsschuld van een land niet hoger zijn dan 60% van het bruto binnenlands product. Nederland heeft een bbp van €822 miljard. Bereken de staatsschuld (€502 mld) als percentage van het bbp.
A
staatsschuld is 163,7% van BBP
B
staatsschuld is 61,1% van BBP
C
staatsschuld is €502 miljard
D
staatsschuld is €320 miljard
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent groei voor de economie?
Slide 23 - Open vraag
Wat zijn de gevolgen van economische groei voor de overheidsfinanciën?