Year 1 English week 38 project 1

English week 38
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

English week 38

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What are we going to do today?
Discussing last weeks class
Grammar basics 1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Update on the English license
DoorEngels A2 + B1 voor 1 jaar 
Make sure you have it before next week

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What did we talk about last week?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Grammar basics 1

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which do you find more difficult? Dutch or English grammar?

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Grammar basics 1
Present Simple
Present Continuous
Past Simple
a, an, the

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

___ orange
A
A
B
An

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bike
A
A
B
An

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

University
A
A
B
An

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

United States Senator
A
A
B
An

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

MBO degree
A
A
B
An

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple:

Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Bij gewoonten, feiten en tijdschema's.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the present simple.
"Every morning, ...

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
I ___________ in Amsterdam.
A
live
B
am living
C
lives
D
life

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple: Susan ___ (work) from home on Friday.
A
work
B
working
C
worked
D
works

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
A
I am walking to school.
B
They walked to school.
C
We have walked to school.
D
He walks to school.

Slide 32 - Quizvraag

Present simple:
Rule Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten Water boils at 100 degrees.
• gewoontes I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect;
In 1099 William conquers England
Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S
I walk -> He walks

(to cry) present simple
The baby ..... .

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous:
Wat is de regel van de present continuous?
A
ww + - ed
B
shit = bij she/he/it : ww +-(e)s
C
vorm van to be + ww+-ing

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which one is the Present Continuous?
A
"I am working in the garden now"
B
"I was working in the garden a while ago"

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: Present continuous
Wanneer gebruik je de present continuous?
A
Als iets in het verleden is gebeurd.
B
Als iets nu aan de gang is.
C
Als iets in de toekomst gaat gebeuren.
D
Als iets is gebeurd maar het is nog steeds belangrijk.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous

Look! They ... (to give) him a present.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
Dad _________ (drive) a car.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Look at the words below. Which ones are signal words for the Present Simple and which ones are signal words for the Present Continuous?
Present Simple
Present Continuous
Right now
Today
Never
This moment
Often
Every week

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple or Present Continuous? Drag the sentence to the right tense. 
Present Simple 
Present Continuous
I sing every day. 
I am singing right now. 
Water boils at 100 *C.
He likes pizza. 
I am playing a game.
He is sleeping at the moment. 
He likes to dance.
I am dancing. 

Slide 43 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies