paragraaf 3.3 en 3.4

Hoofdstuk 3, Aarde - middelandszeegebied 
Paragraaf 3 klimaat en vegetatie 
paragraaf 4 landbouw 
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3, Aarde - middelandszeegebied 
Paragraaf 3 klimaat en vegetatie 
paragraaf 4 landbouw 

Slide 1 - Tekstslide

Telefoon in telefoontas of eigen tas

Slide 2 - Tekstslide

Spoorboekje

  • Theorie 3.3
  • opdrachten 
  • Theorie 3.4
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen §3.3


  • Hoe leidt de verschuiving van de grote luchtdruksystemen  tot een nat en een droog seizoen?
  • Hoe kan je a.d.v. een klimaatdiagram de kwetsbaarheid van een gebied bepalen? 
  • Welke klimaatfactoren in het MZ zijn van grote invloed op het klimaat?

Slide 4 - Tekstslide

Klimaatdiagram. Welk klimaat?

Slide 5 - Tekstslide

Klimaatdiagram: Cs (Mediterraan)

Slide 6 - Tekstslide

Middellandse Zeegebied: klimaat
Cs-klimaat overheerst

  • Droge, hete zomers
  • Milde, natte winters
Neerslag: hoge variabiliteit, hoge intensiteit

Maar grote verschillen!


Slide 7 - Tekstslide

Klimaat
Subtropische landschapszone: meeste uitgestrekte subtropische zone

Middellandse zeeklimaat/Mediterrane klimaat


Slide 8 - Tekstslide

 Verschillen?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Verschillen verklaren
Wat is de voornaamste reden voor de verschillen tussen het klimaat van het Middellandse zeegebied in de zomer en in de winter?

Slide 12 - Tekstslide

Om dat te bepalen hebben we kennis nodig van windsystemen...

Slide 13 - Tekstslide

...maar hoe zat het ook alweer met?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

4

Slide 16 - Video

Hoe ontstaan luchtsystemen?

Slide 17 - Open vraag

Waarom wijkt de wind op het zuidelijk halfrond naar links, en op het noordelijk halfrond naar rechts?

Slide 18 - Open vraag

Waarom ligt het equatoriaal minimum niet op de evenaar maar iets ten noorden van de evenaar?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een moesson en een passaat?

Slide 20 - Open vraag

Verschillen verklaren
Zomer-winter

Zomer: 
subtropisch hogedrukgebied (30° NB) schuift omhoog

Hogedrukgebied: dalende lucht, wolken verdampen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Verschillen verklaren
Zomer-winter

Winter: 
  • subtropisch hogedrukgebied (30° NB) schuift omlaag
  • lage drukgebieden (60° NB) bewegen oostelijk over Middellandse Zeegebied.
  • Lage drukgebieden zuigen lucht aan. Koud uit noorden, warm uit zuiden. 
  • Deze botsen, stijgende lucht, depressie.





Slide 23 - Tekstslide

Verschillen verklaren
  1. Welke klimaatfactoren bepalen, naast de breedteligging, het klimaat?
  2. Welke klimaatfactoren bepalen de verschillen binnen en tussen landen in het Middellandse Zeegebied?

Slide 24 - Tekstslide

Verschillen verklaren
Verschillen tussen landen

Grote verschillen door:
  • Hoogteligging / Loefzijde-Lijzijde
  • Ligging t.o.v. zee / oceaan
  • Oriëntatie van gebergten
  • Geografische breedte

Slide 25 - Tekstslide

De mediterrane vegetatie is veel gevarieerder dan veel mensen denken!

 
-zowel loof- als naaldbos
-lage struikachtige planten
-woestijn / woestijnsteppe

Slide 26 - Tekstslide

De foto’s tonen grote variatie in begroeiing. Welke geofactoren veroorzaken die verschillen?

- klimaat
- ondergrond

Slide 27 - Tekstslide

Mediterrane vegetatie heeft zich aangepast aan de extreme omstandigheden:
droogte, hoge temperaturen, veel reliëf, branden en rotsachtige bodems.


De vegetatie heeft kleine naald- en leerachtige bladeren en lange wortels >> 

- de bladeren gaan de verdamping tegen tijdens de hete en droge zomer. 
- lange wortels halen water uit diepere lagen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Badlands ontstaan door een combinatie van (geo)factoren:

- buien met zeer grote intensiteit
- instabiele ondergrond
- reliëf
- weinig vegetatie

Slide 30 - Tekstslide

Rivieren in de zomer staan vrijwel helemaal droog, terwijl ze in de winter veranderen in kolkende stromen.

Ze vervoeren niet alleen water, maar ook grote hoeveelheden sediment afkomstig uit de bergen.

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag: individueel uitwerken (Zs). Oortjes mogen.
1. Maak  H3.3: opdr.1,3,4
2. Klaar? Doornemen H 3.4


timer
15:00

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen §3.4


  • Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het mediterrane landbouwtype?
  • Welke aanpassingen hebben boeren gedaan om ervoor te zorgen dat er - ondanks de mediterrane omstandigheden - toch productief landbouw bedreven kon worden?
  • Waarom zal de (grond)waterproblematiek voor het Middellandse Zeegebied toenemen?

Slide 33 - Tekstslide

Situatie landbouw Middellandse zeegebied en de uitdagingen...

Slide 34 - Tekstslide

Tekst
Overeenkomst?

Slide 35 - Tekstslide

Tekst
Overeenkomst?
- wortelen diep
- hebben harde bladeren

Slide 36 - Tekstslide

Tekst
Bij wat voor soort omstandigheden komt dit type vegetatie voor?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

- droge zomers
- reliëfrijke gebieden
- dunne en stevige bodems
-lage begroeiingsdichtheid

Slide 39 - Tekstslide

Functie?

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Voedseloverschotten + milieuproblemen > landdegradatie + waterhuishouding

Slide 42 - Tekstslide

Situatie landbouw Middellandse Zeegebied
Schaalvergroting

Slide 43 - Tekstslide

Landbouw MZ na WO II sterk veranderd onder invloed van:
  • Voedseltekorten in de oorlog
  • Leegloop van het platteland
  • landbouwbeleid van de EU

Slide 44 - Tekstslide

Irrigatie is noodzakelijk voor landbouwopbrengsten, omdat...

Slide 45 - Tekstslide

Grondwaterproblematiek zal toenemen: beschikbaarheid water onder druk

Slide 46 - Tekstslide

Samengevat §3.4

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide